Topattractie Go China in Groninger Museum
Het Groninger Museum krijgt bijna 200.000 bezoekers waarvan zo’n 60 procent uit het Westen komt, 30 procent komt uit Noord-Nederland en dan vooral uit de stad Groningen. Josee Selbach, hoofd PR en Communicatie vertelt dat 55 plussers de grootste groep zijn, gemiddeld zo’n 70 procent. ‘Wel is het zo dat je bij iedere tentoonstelling andere bezoekers krijgt. Daar is onze marketing ook op gericht. Het is duidelijk dat een tentoonstelling over de archeoloog Van Giffen ander publiek trekt dan een expositie over de musicus/schilder Herman Brood. De marketing strategie begint een jaar voor de opening en dan worden doelen gesteld. Bijvoorbeeld hoeveel bezoekers gaan er komen. Zo hebben we gesteld dat met Go China in Assen 250-300.000 bezoekers komen en in Groningen 60.000-100.000. En dat gaat ruimschoots lukken. We zoeken sponsors, in dit geval de Rabobank en we organiseren veel arrangementen bijvoorbeeld met de NS en voor het onderwijs hebben we een speciale educatieve afdeling die zeer veel mogelijkheden aanbiedt aan de scholen.’ Wat opvalt is dat er veel aandacht is voor de diverse bezoekers. In de uitgebreide informatie blijkt dat bij iedere tentoonstelling veel nevenactiviteiten zijn. Josee Selbach: ‘Publicitair doen we daar veel aan door persberichten, persbijeenkomsten en voorlichting te geven. Voor Go China zijn we speciaal met 20 journalisten naar Sjanghai en Xian geweest waar we kunstenaars en musea bezocht hebben. Verder geven we lezingen, concerten, filmprogramma’s, en workshops voor voortgezet en basisonderwijs. Sinds 2007 geven we ook workshops voor volwassenen. Samenwerking met veel organisaties en verwante instellingen is een must.’
Het museum telt 200 medewerkers, waarvan 42 mensen in een full time baan. Het museum kent een grote economisch spin-off. ‘Je kunt rustig stellen dat de bezoekers jaarlijks zo’n vijf miljoen euro in stad en provincie besteden’, aldus Selbach.
‘Go China’ heeft een hoog educatief gehalte. Op een regenachtige dag bezoek ik het Groninger Museum dat een voortreffelijke slecht weer accommodatie is. In deze hal staat Liu Ding, een beeld van een mooi meisje met een zilverkleurige mensenschedel op haar hand staande op een grote nier. Er zijn veel schoolgroepen. Op een bank naast de filmzaal zitten drie meisjes gebogen over hun laptop en discussiëren over de film die ze net gezien hebben. ‘Hedendaagse Chinese kunst’, zo leest een van de meisjes voor uit het gratis glossy magazine, ‘bestaat nog maar kort en is op dit moment nog geen dertig jaar oud. 1976 is een belangrijk jaar, omdat met de dood van Mao Zedong een einde kwam aan de Culturele Revolutie. Het nieuwe politieke klimaat na 1976, met de voorzichtige opendeurpolitiek van Mao’s opvolger Deng Xiaoping, markeert het begin van de hedendaagse kunst van China.’ Na een korte uitleg van een van de meisjes wie Mao en Deng zijn, bespreken ze de taakverdeling van hun werkstuk.
Een grote maquette van de stad van de Hemelse Vrede is een bewuste uiting van de kunstenaar om aan te tonen dat het een militair bolwerk is, opgevuld met auto’s, tanks, militairen. Iets wat wij in de zestiger jaren het militair industrieel complex noemden. Een immense tank van hout en heel veel tl-buizen vult bijna de hele volgende zaal. Ook dit kunstwerk duidt op de studentenopstand op de het Plein van de Hemelse Vrede. Het wordt drukker en meerdere scholen bezoeken de tentoonstelling zo ook de groep 8 van de basisschool uit Loppersum. De lerares vertelt dat de kinderen elk jaar een keer dit museum bezoeken, de meeste van hen vinden het interessant, sommigen hebben de expositie al gezien. De verwondering is groot als in de grote middenzaal gekeken wordt naar een leeggestorte container met ongelooflijk veel goedkoop plastic kermisspul wat over de hele wereld wordt verspreid.
Druk wordt het bij de maquette van de stad van de leeggeblazen kippen- kwartel-, eenden- en struisvogeleieren, want iedereen wil het trapje op om de maquette beter te bekijken. Hilariteit alom bij de kunstenaar die zich als plassend beeld, staande op een schoolbank in een klaslokaal, heeft uitgebeeld. Kinderen vinden de boot met honderden porseleinen schedels intrigerend. Zwijgend staat een groepje er naar te kijken. Een andere maquette is gebouwd van roestvrij stalen pannen en ander keukengereedschap: New Beijing heet deze installatie. Meisjes van een school voor voortgezet onderwijs uit het Duitse Weener maken foto’s en vertellen dat ze een dagje Groningen doen en zijn voor het eerst in het Groninger Museum dat ze ‘super’ vinden. Een van de leukste beelden vinden ze een plassende penis van porselein die van alle kanten gefotografeerd wordt.
—————————————————–
Topattractie De Welle
Friesland en water, ze zijn onafscheidelijk. Niet alleen in de open lucht, maar zelfs onder dak en daarbij neemt Zwem- en recreatiecentrum De Welle in Drachten een bijzondere plaats in. Het is het enige zwembad in het Noorden dat een vijftig meter lang wedstrijdbad huisvest en daarmee ook het enige zwembad in deze regio waar officiële zwemkampioenschappen kunnen worden uitgevochten. De oorsprong van De Welle ligt in de jaren zestig, gevolgd door een renovatie in de jaren tachtig en eerlijk is eerlijk, afgezien van de splinternieuwe balie, is dat ook wel te zien. Bruine plavuizen en gele bakstenen muurtjes in de entree hebben ongetwijfeld een nostalgische waarde, maar dan hoort daar op zijn minst ook veterdrop en kauwgumballen bij. Maar deze lekkernijen hebben het veld moeten ruimen voor automaten met plastic slofjes, stripfiguren als Nickelodeon en Pokémon en de geur van kroketten. Maar dat doet niets af aan de pret deze zaterdagmiddag in juni. Het is er bom- en bomvol, vooral in het vijftig meter bad waar de Nederlandse jeugdkampioenschappen worden gehouden.
De exploitatie van het bad is in handen van de Stichting Sportbedrijf Smallingerland. De zwemliefhebbers komen voor het grootste deel uit de regio in een straal van zo’n veertig kilometer rond Drachten en volgens Ron Kramer, manager van De Welle is 75% daarvan afkomstig uit de directe omgeving. Niet genoeg om het bad rendabel te maken. Op elk entreekaartje legt de gemeente Smallingerland de helft bij. ‘Maar in heel Nederland vind je geen zwembad waar het anders is,’ aldus Kramer. ‘Eigenlijk is de gewone zwemles voor het behalen van de zwemdiploma’s A B en C de enige activiteit die geld oplevert.’
Jaarlijks trekt De Welle zo’n 500.000 duizend bezoekers, waarmee het een van de beter scorende zwembaden in Nederland is. Dat het beter kan, daar zijn ze in Drachten van overtuigd, maar dan moet de boel op zijn minst wel grondig worden gerenoveerd of nog liever nieuwbouw. Er wordt zelfs nagedacht over een topsportbad.’ Aan de doelgroepen zal niet veel veranderen. ‘Waar we wel op inzetten is een zorgbad voor minder validen, maar de grote verandering zal liggen in een bredere samenwerking met zorginstellingen.’
Een van de leukste attracties van De Welle is het subtropische bad. Niet alleen een subtropisch temperatuurtje, maar vooral de golven die om het half uur worden geproduceerd maken het bad tot een vrolijk uitje. Terwijl de paddestoelen, slangen en emmertjes water worden omgekieperd op de hoofden van de bezoekers, begint het grootste vermaak pas als de golven opkomen. Van de wieg tot het graf, dat lijkt het credo van De Welle, want het is niet alleen de jeugd die hier ruimschoots wordt bediend. Alle leeftijden kunnen te water voor cursussen. Zwanger? De Welle heeft een speciaal programma voor vrouwen met dikke buiken. Het kind kan ook al snel aan de bak: vanaf vijf maanden tijdens het ouder en kind zwemmen en pa en ma kunnen er zelf terecht voor aqua jogging, aqua fysic, trimzwemmen. De nieuwste tak op het gebied van sporten in het water is overgewaaid uit Italië en Spanje: aqua styling. En voor diegene die het zwemmen in de loop der jaren is verleerd is er het 50+ zwemmen. Liever een tandje hoger? Bewegen voor Ouderen houdt top fit. Dit is de enige cursus waar een vrijwilligster is ingeschakeld, de andere cursussen worden allemaal gedaan door een van de 33 personeelsleden.
Het enige onderdeel dat er als een ondergeschoven kindje bijligt is het buitengebeuren. Weliswaar zitten twee tieners stiekem te zoenen in het pierenbadje, maar dat is deze middag dan ook zo ongeveer de enige attractie op de zonneweide. Dat dit anders moet, daarvan is ook Kramer overtuigd. ‘In de nieuwbouwplannen bestaat er ruimte voor een waterspeeltuin, maar of er een buitenzwembad komt is nog de vraag. In Nederland hebben we gemiddeld vier weken dat die rendabel is. Niet dat we niet inzetten op binnen en buiten, maar onze grote kracht is toch dat De Welle onder dak het hele jaar door publiek trekt.’
—————————————————–
De boom in op het Boomkroonpad
Om het Boomkroonpad te bereiken rij je door de boswachterij Drouwen-Borger, het grootste aaneengesloten bosgebied van Nederland. De entree is overweldigend. Door de langste beukenlaan van Noord-Nederland rij je stapvoets over de met veldkeien verharde weg naar het Houtvester Kuhn Huis van Staatsbosbeheer. Daar aangekomen lees ik op een bord het activiteitenprogramma in juni: roofvogeldemonstratie, kriebeldiertjes zoeken, excursie bij volle maan en motorzaagwedstrijd.
Tien jaar geleden bracht ik voor het eerst een bezoek aan het Boomkroonpad, een 125 meter lange stalenconstructie bestaande uit tien pilonen met loopbruggen daartussen op een hoogte van zo’n twintig meter met als hoogste punt een toren van 22 1/2 meter, die opvallend in het bos stond. Nu zie je van die constructie nauwelijks iets terug. ‘Het bos heeft bezit genomen van het Boomkroonpad en dat is maar goed ook, we moeten zelfs de takken over de loopbruggen snoeien,’ zegt manager Henk Wiechers. De bedoeling is om de mensen het bos, bestaande uit beuken, lariks, eiken, Douglassparren en enkele kastanje, op een andere manier te laten beleven. Het idee komt uit Schotland, bij Inverness is een Boomkroonpad dat als voorbeeld heeft gediend. Ook in Duitsland, België, Ghana en Australië zijn dergelijke attracties gebouwd.
Geen horizonvervuiling
‘Aanvankelijk kwamen de mensen om de omgeving te verkennen, maar dat viel tegen, want het Boomkroonpad kijkt niet over de bomen heen. Alleen met mooi weer is de televisietoren van Smilde zichtbaar. Tijdens de wandeling door de bomen zie je geen horizonvervuiling,’ vertelt Wiechers niet zonder trots. ‘Het bos gaat hier voor je leven. We krijgen tegenwoordig veel kinderen, zowel in schoolverband als met ouders.’ Jaarlijks komen hier 200.000 bezoekers, waarvan er 115.000 een kaartje kopen voor het Boomkroonpad. De meeste bezoekers – 60 % – komen uit de Randstad en van de rest komt het merendeel uit Noord-Nederland. Buitenlanders zijn vooral Duitsers en Belgen. Het is een typische mooi-weer-attractie. Juli, augustus en oktober zijn de drukste maanden en de drukste dagen zijn Pasen, Pinksteren en Hemelvaart. Wiechers: ‘Een ware topattractie, waar we in het begin niet op gerekend hadden, want er was een recreatief onderzoek geweest dat een schatting had gemaakt van 60.000 bezoekers per jaar. Van 1 april tot 31 oktober zijn we geopend van 10.00 tot 17.00 uur, daarna alleen op zondag en in de vakanties.’
Kinderdoedagen
Er zijn plannen geweest om het Boomkroonpad uit te breiden met een toren en zelfs te verplaatsen naar het Nije Hemelriek, een bosgebied dat een kilometer verderop ligt, en niet in de Ecologische Hoofdstructuur staat. Staatsbosbeheer heeft echter besloten niet meer te investeren in Eftelingachtige activiteiten. Om een en ander over te dragen aan het particulier initiatief is niet gelukt. Staatsbosbeheer heeft echter wel meer educatieve activiteiten ontwikkeld. Tegenwoordig werken er vijf mensen. Naast de wandeling door de toppen van de bomen kunnen kinderen hutten bouwen in het naastgelegen speelbos, in omgevallen bomen klimmen en een brug bouwen over de bosvijver. Ook zijn er in de zomervakantie kinderdoedagen die dit jaar in het teken staan van de ekster. De Bospaardentram voert de toerist langs de mooiste plekjes van de boswachterij. En een zestal wandelingen voert door het bos, hei en langs vennetjes.
Worteltunnel
Met Henk Wiechers loop ik naar de ingang van het Boomkroonpad. We passeren het terras van restaurant de Woudstee en een bord waarop uitgelegd wordt welk type vogelkastje gebruikt wordt door de verschillende vogels. Daarna betreden we de worteltunnel. Gelukkig wordt die binnenkort vervangen door een andere entree, want wie de indruk zou hebben dat hier echte wortels te zien zijn, komt bedrogen uit omdat de wortels gemaakt zijn door kunstenaars. Boven aangekomen krijg ik weer de zelfde gedachte als tien jaar geleden: wat is het toch leuk om in bomen te klimmen en de wereld te observeren die aan je voeten ligt. Als kind mijmerde je ervan om van boom naar boom te slingeren aan lianen, maar dat was alleen voorbehouden aan Tarzan. Later heb ik in de Mekongdelta in Vietnam over touwbruggen gekropen. Zo’n brug zou hier niet voor het publiek opengesteld worden vanwege veiligheidseisen. De stalen constructie wordt iedere dag visueel gecontroleerd, een keer per jaar is er een technische inspectie.
Hoogtevrees
Langs de loopbrug met groen beschilderde leuningen staan borden met educatieve teksten over boomsoorten en dieren. In het begin kon men een bossymfonie horen, maar daarover kwam te veel commentaar. Je was hier voor de rust en niet voor de cultuur. De solide constructie beweegt echter wel door de wind. Halverwege de wandeling bevindt zich een noodtelefoon. Als we op het hoogste punt zijn aangekomen wordt het schommelen van de toren nog versterkt doordat de bomen nog meer door de wind heen en weer gaan. Een mevrouw op de toren wijst op een deel van de omgang die niet met planken is bekleed, maar met een rooster om de diepte goed waar te nemen. Ze vindt het eng en loopt snel door. Haar partner zegt dat ze geen hoge hakken moet dragen. Wiechers vertelt dat er nooit pogingen gedaan zijn om van de loopbruggen af te springen. Op de toren bevinden zich koperen bordjes met informatie over verschillende dorpen in de omgeving. Henk Wiechers ontdekt dat er een aantal gestolen zijn. Een jongetje, achtervolgd door twee meisjes, roept een paar keer dat hij hoogtevrees krijgt en rent snel naar beneden.
(Jan Abrahamse)
—————————————————–
Elke draai is uniek in het Casino Groningen
Holland Casino is door de overheid aangewezen als enige vergunninghouder tot exploitatie van kansspelen staat onder overheidstoezicht en geeft uitvoering aan de doelstellingen van het kansspelbeleid: het beschermen van de consument, het tegengaan van gokverslaving, illegaliteit en criminaliteit. Dit beleid richt zich op de versteviging van de eigen positie, kent een gerichte positionering in de markt, moet zorgen voor een passend rendement en heeft een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Het bedrijf dient zich te houden aan een veelheid van wet- en regelgeving zoals verslavingspreventie, identificatieplicht en anti-witwasbeleid. De vestiging in Groningen telde in 2007 342.000 bezoeken, 194 medewerkers, 25 speeltafels en 445 speelautomaten en een omzet van € 33,9 miljoen. De 14 casino’s spekten de schatkist in 2007 met ruim 268 miljoen euro.
Drie soorten bezoekers
Christine Vos, manager Marketing & Communications voor Groningen en Leeuwarden vertelt dat de vestiging in Groningen dit jaar 20 jaar bestaat. ‘Je kunt drie soorten bezoekers onderscheiden. De speler is puur spelgericht. Je zult hem minder aantreffen in het weekend. De belever gaat niet alleen spelen maar komt ook om andere mensen te ontmoeten, te eten en te drinken. De laatste categorie, de uitgaanders, komen voor de sfeer en kiezen steeds een andere uitgaansgelegenheid: disco, theater, popconcert of casino. Zij komen vaak af op speciale avonden die we organiseren, zoals een salsa-avond.’
Rookverbod
Het is dinsdagavond 9 uur, een avond waarop Zweden tegen Griekenland voetbalt en Rusland tegen Spanje, de avond ervoor heeft Nederland verpletterend uitgehaald tegen wereldkampioen Italië. Ondanks veel fietsen bij de entree, is het rustig in het casino. ‘De EK wedstrijden hebben daar mee te maken,’ aldus Charles van Beers, duty manager, die vanavond de supervisie heeft over het casino. Als ik de indrukwekkende hal met veel marmer en spiegels binnenloop, hoor ik aangename popmuziek en valt mijn oog op een Audi met de tekst ‘Win mij’. Verder is er veel aandacht voor het rookverbod dat op 1 juli van kracht wordt. In de speelruimtes wordt echter stevig gerookt. Het rookverbod wordt een probleem want spelers zijn stevig rokers. Van Beers legt uit waarom het rookverbod inkomstenderving betekent. ‘Er zijn speciale rookruimtes gebouwd en als een speler wil roken haalt hem dat uit zijn concentratie en komt daarna weer moeilijk in het spel. In Duitsland scheelt dat tonnen aan inkomsten.’ Spelen is het woord, gokken wordt niet gebruikt zegt Van Beers nadrukkelijk omdat het casino duidelijk een taak heeft van overheidswege om gokverslaving tegen te gaan. Sinds pokeren officieel is toegestaan komen er veel jongeren. Iedereen wordt nauwlettend in de gaten gehouden waarbij gekeken wordt naar de bezoekfrequentie, het bestedingspatroon en het spelgedrag. Spelers kunnen zelfs op eigen verzoek een entreeverbod krijgen.
Spanning
Een oudere vrouw met een oranje blouse zit zeer geconcentreerd Amerikaanse roulette te spelen. Ze kijkt niet op of om, ook niet als aan een andere tafel een vreugdekreet de zaal in galmt omdat er duidelijk iets gewonnen is. Ze legt gespannen haar oranje chips (fiches) op het tableau. De croupier vertelt wat het winnende nummer is en plaatst op dat nummer een dolly (blokje). De verliezende chips schuift de croupier in een chipperchamp, een sorteermachine. Na ruim een half uur heeft ze geluk. Het balletje valt op haar nummer en met een zweem van een glimlach vertoont ze enige emotie. Als ik na twee uur vertrek speelt ze nog steeds. Een volhoudertje.
Naast haar staat en man, gekleed in spijkerbroek, overhemd met korte mouwen, oranje voetbalstropdas en sandalen, die nerveus heen en weer beent, sigaar in zijn mond en ogenschijnlijk nonchalant een of twee fiches neerlegt. Hij krabt zich op de kalende schedel, banjert met de handen op de rug heen en weer en staat even later met de handen in zijn broekzak de verrichtingen van het balletje te volgen. Deze avond zijn er veel ouderen en alleenstaanden, een enkel echtpaar. De speelautomaten hebben exotische namen als Mystical Mermaid, Hexbreaker, Deep Pockets, Hot Shot, Temptation Queen, Sun Spirit of Helen of Troy.
Geen systemen om te winnen
De spanning van het spelen heeft verschillende uitwerkingen, sommigen ondergaan die gelaten, anderen worden er opgewonden van. Als ik tegen Charles van Beers zeg dat van de 300 mensen er zo’n 280 teleurgesteld naar huis gaan, vertelt hij dat dat meevalt. Ook als mensen verloren hebben kunnen ze toch een leuke avond gehad hebben. De uitkering van geld is ook wettelijk geregeld. Zo is het uitbetalingpercentage van speelautomaten 92 procent. Dat wil zeggen dat van iedere euro er slechts tien cent winst is voor Casino en staat. ‘Systemen om te winnen bestaan niet,’ vertelt Van Beers, ‘als dat zo was zou mijn moeder hier iedere avond zitten, elke draai is uniek.’ Het toeval begunstigt alleen voorbereide geesten, schreef Louis Pasteur al jaren geleden.
(Jan Abrahamse)
—————————————————–
In Kameleondorp blijft niet alles bij het oude
De tijd heeft er vijftig jaar stilgestaan, de veldwachter stopt zijn arrestanten nog in het cachot en waarschijnlijk is het de enige plek in Nederland waar je nog een nozem tegen het lijf loopt. Nostalgie te over in het Kameleondorp in Terhorne, of zoals de Friezen zelf zeggen Terherne. Het Kameleondorp is dan ook een attractiepark dat geheel gewijd is aan de boekenserie De Kameleon van schrijver Hotze de Roos (1909-1991).
Het Kameleondorp is goed voor zo’n zestig duizend bezoekers per jaar. Voor het grootste deel passanten, zestig procent. Veertig procent is afkomstig van de tweede doelgroep, bedrijven en scholen. ‘De meeste bezoekers komen van buiten Friesland,’ aldus Siebe Kuipers, woordvoerder van Kameleondorp. ‘Het zijn over het algemeen mensen van buiten Friesland, die in onze provincie toch al op vakantie zijn. Vooral in de zomermaanden is dat onze belangrijkste markt.’ Om al die recreanten en hun kinderen te bereiken geeft het dorp het magazine Ahoi! uit, dat over alle vakantiehuisjes, campings, botenverhuurbedrijven wordt verspreid. Gerichte marketing voor scholen en bedrijven daar doet Kameleondorp op dit moment niet aan, maar daar komt verandering in. ‘Nu moeten we het voornamelijk hebben van de spin off van recreanten, maar dit najaar beginnen we met een campagne. Dan denken we aan direct marketing en misschien personeelsacties,’ aldus Kuipers. Buitenlanders vertonen zich weinig in Kameleondorp. ‘Bezoekers komen meest voor het Kameleonverhaal, maar ook daar willen we verandering in brengen. Op de plek waar nu achter de boerderij de ligboxenstal is, gaan we een complex realiseren met als thema water. Dat moet interactief en innovatief worden, maar wel met een link naar het landleven. Te denken valt aan testjes met wat leeft er in het water, hoe analyseer je water, hoe werken sluizen. De nostalgie en de ondeugendheid van Sietse en Hielke blijven, maar we trekken het meer naar deze tijd.’
Sietse en Hielke in levende lijve
Sietse en Hielke, in zestig boeken van Hotze de Roos spelen ze de hoofdrol. De avonturen van de twee twaalfjarigen vond gretig aftrek, vijftien miljoen exemplaren zijn er inmiddels over de toonbank gegaan. Toneelstukken zijn opgevoerd en twee Kameleonfilms van regisseur Steven de Jong werden bekroond met Gouden en Platina Film prijzen. Hotze de Roos zelf kreeg in 1980 kreeg hij zijn enige ‘officiële’ prijs: een zilveren pen van de basisschool uit Terhorne, maar het was wel de opmaat naar het Kameleondorp, dat in 1997 werd geopend. De hele geschiedenis wordt breed uitgemeten in de museumzaal van het dorp. En het zal niemand verbazen dat de merchandising voor een groot deel bestaat uit alle zestig boeken, die in het nagemaakte gemeentehuis broederlijk staan naast collega’s Pietje Bel, Dik Trom en kruimeltje. De museumzaal en het gemeentehuis zijn eigenlijk de meest saaie attracties van het dorp. Want waar het eigenlijk om draait zijn natuurlijk Sietse en Hielke, hun vriendin Marieke en niet te vergeten veldwachter Zwart. In het dorp lopen ze in levende lijve rond. De boekfiguren worden gespeeld door acteurs en dat leidt tot vermakelijke situaties. Deze middag in juni wordt er een ‘nozem’ gesignaleerd die snoep heeft gejat en Zwart roept de hulp in van Sietse en Hielke. Tot groot vermaak van twee bezoekertjes van een jaar of vijf, want zij mogen ook assisteren. De boef wordt overmeesterd en uitgeleverd aan de veldwachter, die zonder enige rechtspraak tot de uitspraak ‘taakstraf’ komt. Taakstraf, toen al? Een dichterlijke vrijheid of geschiedvervalsing? De bezoekers is het om het even, want met hun speurboekje in de hand moeten ze nog punten scoren in de molen, de zuivelfabriek, het huis van de familie Klinkhamer, ettelijke zolders en ga zo maar door.
Terhorne is een groot Kameleondorp
De acteurs begeven zich inmiddels buiten de hekken van het Kameleondorp in de plaats Terhorne zelf. Maar ook hier is de sfeer niet veel anders. Eigenlijk is Terhorne een groot Kameleondorp. Namen van restaurants verwijzen naar de boeken, de oude brug kan net als vroeger weer echt omhoog en de winkeltjes ademen de sfeer van vroeger. ‘Dat is ook de bedoeling’, aldus Kuipers. ‘We staan niet echt bekend als dagattractie. De mensen brengen hier een paar uur door. Dit jaar is het voor het eerst dat we het dorp er bij betrekken, dus gaan de acteurs ook de straat op.’
Minder passief, meer actie en educatie, ook op het eiland Grootzand. ‘Nu is er het project ‘waterketen’, waarbij water wordt gezuiverd tot drinkwater, maar dat is niet visueel genoeg om het als attractie in de markt te zetten. Verder komt er het onderdeel ‘nostalgische sporten’ bij. Van passief luisteren, naar actief. Die films gaven een enorme impuls, maar nu loopt het aantal bezoekers terug. Een nieuwe film of een nieuwe serie kan, maar dan blijven we een recreatie park. Waar wij in onze plannen liever naar streven is een combi van recreatie en educatie.’
(Ansje Monkhost)
—————————————————–
Weer even kind worden in Bezoekerscentrum Dwingelderveld
Altijd al willen weten wat voor geluid een rugstreeppad maakt en of het nu echt zo griezelig is een bloedzuiger op je arm te laten lopen? Altijd al een insectenhotel willen maken? Nieuwsgierig naar poep en andere sporen van dieren? Dan wordt het tijd eens naar het Bezoekerscentrum van het Dwingelderveld in Ruinen te gaan, want daar waar de zwaluwen nestelen onder het ‘natuurlijke dak’ van mossen en vetplanten van het centrum is al deze informatie bijeengebracht. En nog veel meer. 170.000 bezoekers komen jaarlijks naar het dertien jaar oude bezoekerscentrum. Een aantal dat per jaar met 5000 toeneemt. Onder te verdelen in jonge gezinnen met kinderen en actieve vijftig plussers. Dertig procent komt uit de regio, de overige zeventig procent bevolkt met name in de zomer de bungalowparken en campings. Bedrijfsuitjes zijn een zeldzaam verschijnsel.
Nationale Park Dwingelderveld is het grootste natte heidegebied van Europa. Dat wordt direct al duidelijk bij binnenkomst waar in de grote hal een forse maquette staat opgesteld. Voor de nattigheid van het heidegebied heeft de bezoeker overigens wel een ruime fantasie nodig, want de kwalificatie ‘nat’ is ver te zoeken op de maquette. Waar je toch een fleurig en kleurig heidegebied verwacht, is eigenlijk alleen maar een wat verschoten roze, groezelig en dor plakkaat van onbestemd materiaal te zien. Gelukkig levert de tekst rond de maquette meer vermaak: ‘Iedere stap is een half uur gaans.’ 36 stappen zijn het. 18 uur? Dat haal ik duidelijk vanmiddag niet meer. Daarom niet getreurd, want uit een van de muren van het centrum komen merkwaardige geluiden, die onmiddellijk dienen te worden onderzocht om me van het geiten-haren-sokken-gevoel van de -overigens interessante- maquette af te helpen.
Natuurbeleving met eenvoudige middelen
De muur is gelukkig eigentijds voorzien van techniek en wordt in de folder als ‘kijk en doe wand’ aanbevolen voor kinderen, maar als volwassene kom je ook ruimschoots aan je trekken. Via kijkgaatjes is er van alles te zien en te horen. Salamanders, de rugstreeppad, de heikikker om er maar een paar te noemen. En het mooie is door knoppen in te drukken, maken ze ook nog eens geluiden. Verder biedt de muur uitzicht op kijkdozen vol bosplanten (geen geluid) en heidevogels met veel gekraai, gefuut en gewulp.
Naast deze vaste exposities organiseert het centrum wisselende tentoonstellingen, zoals dit jaar ‘Bijen en Andere Beestjes’ en ‘Poep en andere sporen’. ZoeZoem, de bij, speelt de hoofdrol tijdens de eerste tentoonstelling en op dinsdag kunnen de jonkies aan de slag met het fabriceren van een insectenhotel. Van een geheel andere orde is in het najaar ‘Poep en andere sporen’. Sporen van diverse dieren zoals drollen, maar ook pootafdrukken, botjes, veren etc. worden onder de loep genomen door een deskundige. ‘Natuurmonumenten gaat ervan uit dat natuurbeleving met eenvoudige middelen is te bereiken. Misschien dat het allemaal niet zo modern oogt, maar wij focussen ook niet op techniek. Thuis zitten ze al genoeg achter de computer. Dan is het juist fijn om hier even met je handen bezig te zijn. Je ziet ouders hier ook even weer kind worden,’ aldus Marjan Dunning, van de afdeling communicatie.
Een grote ruimte in het centrum is gereserveerd voor natuurboeken, veldgidsen en regionaal snoep voor het thuisfront. Allemaal informatief en lekker, maar als je het over natuur hebt, wil je toch naar buiten al zou het alleen maar zijn omdat daar zulke enthousiaste kreten vandaan komen. Het gejoel is afkomstig van een natuurminnend gezin. Een kikker! Ze zijn met schepnetjes in de weer op een vlonder bij het ven vlak naast het centrum. In het schepnetje een wirwar van waterdieren. Uit nadere bestudering van de brochure blijkt dat het om onder meer een padvis en een waterspin gaat. Ook kikkervisjes zijn er bij de vleet en tot afgrijzen van de familie een diepzwarte glibberige bloedzuiger. Op de arm dan maar even? Getver…..
De paden op
Het zal duidelijk zijn: vooral voor de jeugd en iedereen die de jeugdige nieuwsgierigheid nog niet is verleerd, valt er veel te beleven. De tweede doelgroep – vijftigplussers – gebruikt het bezoekerscentrum ook in grote getale, niet alleen als pleisterplaats voor een kop koffie en een broodje, maar vooral als uitvalsbasis voor wandelingen en fietstochten door het Dwingelderveld. ‘Educatie is voor ons altijd de onderliggende gedachte. Ook voor de senioren. Ieder kwartaal hebben we een nieuwe expositie op natuurhistorisch gebied. Maar ook lezingen worden graag bezocht,’ aldus Marjan Dunning.
Op avontuur kunnen de senioren trouwens ook. Sinds kort is er een 12 kilometer lang nordic walking parcours uitgezet. De paden op, de lanen in…Want laten we wel zijn, natuur onder dak is interessant, maar 1.500 hectare met vennen, bossen, grasland, akkers, 300 soorten vogels, een schaapskudde, tientallen soorten vlinders, een bonte stoet van reptielen, vogelkijkhut en niet te vergeten de indrukwekkende bouwsels van de radiotelescoop, daar gaat het uiteindelijk toch om.
(Ansje Monkhost)
—————————————————–
In Fontana Nieuweschans drijft de stress er vanzelf uit
Wellness is een booming business en daar vaart zeker Fontana Bad Nieuweschans wel bij. Met zo’n 210.000 bezoeken per jaar scoort het luxe kuurbad hoog op de lat van kuurcentra in ons land. Niet voor niets is Fontana drie jaren op rij uitgeroepen door de World Travel Awards tot ‘Netherlands Leading Spa Resort’.
Het begon allemaal in 1985 met een simpel houten gebouw met een thermaalbad, dat hoofdzakelijk werd bezocht voor medische doeleinden door mensen met huidklachten als psoriasis en door reumapatiënten. Het houten gebouwtje staat er nog, maar is niet meer in gebruik, want de klandizie was zo overweldigend dat al in 1989 het bad uit zijn voegen kraakte, waarop werd besloten tot de bouw van een veel groter kuurbad. Van heinde en ver komen de bezoekers nu af op het heilzame water en het zijn niet alleen maar meer mensen met klachten die op een plezierige manier aan hun gezondheid werken, maar ook de recreant heeft de zouten, mineralen, sauna, moorpakkingen en de Groninger koolzaad hamam ontdekt, om maar een paar activiteiten te noemen.
Onbekommerd badderen
Het unieke water van het kuurbad is allemaal te danken aan een bron die zich op 600 meter diepte onder de grond bevindt. Het water heeft een temperatuur van 29 graden Celsius en bevat 116 gram mineralen per liter. Die concentratie is veel te hoog en wordt verdund met zoet water. Daarbij wordt het nog eens opgestookt tot 36 graden. Het is een combinatie die garant staat voor een halfuurtje onbekommerd badderen, waarbij je al drijvend de stress uit je tenen voelt wegstromen. Het zijn dan ook steeds meer jongeren die zich laten verwennen in Nieuweschans. ‘Aanvankelijk was het zo, dat vooral oudere mensen hier naar toe kwamen om verlichting te zoeken voor hun kwalen, maar de laatste jaren zien we steeds meer jonge mensen. Die nemen vaak een arrangement van een paar dagen in het hotel en willen alles achter zich laten. Drukke baan, druk gezin, even weg zonder de kinderen’, aldus Mireille Oosterhaar, marketing coördinator van Fontana. Kinderen zijn dan ook niet welkom in het kuurbad. Te druk, want in Nieuweschans kom je om te ontspannen en daar hoort gejoel niet bij. ‘We kunnen het natuurlijk niet verbieden, maar we raden het altijd af.’
Kijken mag
Van baantjes zwemmen is dan ook geen sprake, want die inspanning spoort niet met de mineralen. De gasten op deze middag liggen er relaxed bij. Een stuk of 25 vrouwen, zo te zien groepjes vriendinnen, die al kletsend in een van de bubbelbadjes de stress van zich afspoelen. Twee drijvende vriendinnen liggen zij aan zij met de ogen dicht en de buiken bol te drijven op het zout. Drie mannen doen een rondje langs de kuurstraat, waar om de vijftig centimeter een straal water je kuiten, dijen, billen, buik, borsten, nek en schouders masseert. Vrouwelijk schoon te over, maar het blijft voor de mannen behelpen, want kijken mag, maar aankomen niet getuige het bord met de mededeling ‘lichamelijk contact is niet toegestaan’. Een verbod waar twee jonge mensen zich overigens niets van aantrekken, zij hangen genoeglijk tegen elkaar aan in het andere bubbelbad.
Meerdaagse arrangementen
Druk is het niet deze juni middag. De zon schijnt en dat is prettig voor de zonaanbidders, die op het ruime terras met smaak de aanbieding van de dag ‘foccacia met chorizo’ naar binnen werken, maar de zomer is wel de slapste tijd van het jaar. ‘Tja, als het buiten warm is, ga je niet zo gauw in water van 36 graden liggen,’ aldus Mireille Oosterhaar. 75 procent van de bezoeken worden dan ook in de winter afgelegd. De overige 25 procent zijn veel dagjesmensen, die hun vakantie doorbrengen in de regio. Het aangebouwde Golden Tulip Resort is goed voor de vaak meerdaagse arrangementen. Duitsers, toch van oudsher vertrouwd met het fenomeen kuren, zien ze weinig als hotelgasten. ‘Ik denk dat het er mee te maken heeft, dat wij meer zijn gefocust op het recreatie aspect. Duitse kuurbaden zijn toch anders, die richten zich vooral op de medische kant van het kuren en zijn goed in revalidatie.’ Maar ook de bezoeker die dat zoekt, kan in Bad Nieuweschans terecht. Kuren op medische indicatie voor psoriasis patiënten gebeurt in samenwerking met de afdeling Dermatologie van het Martiniziekenhuis in Groningen. Ambulante kuren zijn er voor Parkinson patiënten, die achttien weken lang, een keer per week een behandeling ondergaan. Voor onder meer reuma- en fybromyalgiepatiënten zijn er zowel ambulante kuren als kuren van twee of drie weken. Ziek of gezond, wat betreft de mineralen en zouten geldt voor iedereen hetzelfde. Niet afspoelen, maar lekker op de huid laten dan werkt ze nog tijden door en heb je er zelfs thuis nog plezier van!
(Ansje Monkhost)
—————————————————-
Een educatieve middag in Natuurmuseum Ameland
Op een broeierige dag in begin juli vaar ik op de Oerd naar Ameland. Omringd door musici en liefhebbers van zydeco en cajun muziek. Komend weekend is het zesde internationale Zydeco en cajunfestival op Ameland. In de gratis festivalkrant wordt melding gemaakt van het optreden van Cleanhead & Barefoot, Red Kidney Beans, Bayou Alligators en niet te vergeten Annie and the Swamp Cats. Als ik de boot afloop, denk ik dat niet veel van dit publiek het Natuurmuseum zal bezoeken, terwijl er jaarlijks toch zo’n 80.000 mensen de attractie frequenteren van de 500.000 die het eiland bezoeken. Een kwart van de bezoekers komt uit Duitsland. In de tachtiger jaren kwam 40 procent uit Duitsland, waarvan het gros uit het Ruhrgebiet.
Het museum is gestart in 1972 met opgezette vogels in een boerenschuur in Hollum. Vervolgens is het verhuisd naar een gymnastieklokaal in Nes en nog later naar het recreatiegebouw van een kerk, waar in 1989 een nieuw gebouw verrees. Inmiddels wordt naast het huidige museum het Kennis- en Innovatiecentrum gebouwd, een indrukwekkend pand van architect Gunnar Daan. Volgend jaar wordt het geopend. Het museum maakt deel uit van de Stichting Amelander Musea waar ook het cultuur-historisch museum Sorgdrager, het reddingsmuseum en het landbouw-juttersmuseum deel vanuit maken, evenals de twee molens en de vuurtoren.
Ameland is een familie eiland en er komen veel (school)groepen. Het museum is daar ook op toegesneden, zowel in als buiten het gebouw. Naast het bezoek aan het museum zijn er veel buitenactiviteiten, o.a. 1500 excursies per jaar. Ook is er een ecologisch onderzoeksafdeling verbonden aan het museum. Volgens directeur Joop de Jong is de marktstrategie gericht op de mensen die op Ameland komen. Die moeten weten dat het Natuurmuseum bestaat en waardevol is om te bezoeken. ‘Als het nieuwe centrum geopend wordt gaan we ons ook richten op onderzoekers, studenten en scholieren die hier onderzoek en proeven kunnen doen. Het centrum staat in het teken van duurzame energie via zon, wind, getij en zoet-zout veranderingen.’
Hoe pak je en krab?
Als ik het gebouw binnenloop, schuif ik met een groepje gezinnen afkomstig uit en van de 64 groepsaccommodaties het grote zeeaquaruim binnen. Daar legt Jan Kienstra de betekenis van de natuur en haar omgeving in duidelijke taal uit. Veel aspecten van de geschiedenis, geografie, de voedselpiramide, de Waddenzee als supermarkt voor de vele vogels, het wadlopen, de gaswinning en de bodemdaling van 34 centimeter die daar het gevolg van is, passeren de revue in twee talen. De meeste kinderen luisteren ademloos naar Kienstra, behalve het kleine meisje dat naar voren loopt en tegen hem zegt: ‘Ich bin drei.’ De kinderen worden opgewonden als even later Kienstra de vissen gaat voeren. Als er voedsel in het water gegooid wordt zwemmen de haaien, diklipharders, tongen, roggen, schollen, palingen en kreeften onrustig en snel heen en weer. Aan het eind van de bijeenkomst toont Jan Kienstra hoe je en krab moet beet pakken.
Hier op Ameland doen we dat
Er is veel meer te zien in het museum. De geologie, de natuur, het landschap en de zeezoogdieren en de aangespoelde potvissen op het strand van Ameland worden verduidelijkt door foto’s, voorwerpen, opgezette vogels en nadere dieren, kaarten, doorsnedes, geluiden, diorama’s en doe-dingen voor kinderen.
In de filmzaal zit een meisje. Er wordt een melige, ouderwetse promotie film vertoond waarbij een meeuw met een geëxalteerde stem vertelt hoe de mens en de natuur moeten samenleven: ‘Hier op Ameland doen we dat’. Tijd om een terrasje op te zoeken en naar zydeco en cajun muziek te luisteren.
(Jan Abrahamse)
—————————————————–
Speelstad Oranje kent geen regen
Sinds 1992 bevindt zich in de voormalige aardappelmeelfabriek in het 150 personen tellende Drentse dorpje Oranje het grootset overdekte attractiepark van Nederland – Speelstad Oranje – van de attractieparkentycoon Hennie van der Most. Op een woensdagmorgen in juni wordt de argeloze bezoeker gewezen op de kostenloze parkeermogelijkheid met borden waarop teksten als: Speelstad Oranje is een belevenis.
Waar parkeren ook nog gratis is
Dit attractiepark telt jaarlijks zo’n 250.000 bezoekers waarvan 60 % uit Noord-Nederland, Overijssel, Achterhoek en Flevoland komt. Het is een typisch slecht-weer-accommodatie. In mei en juni werd de speelstad dan ook weinig bezocht, slechts 300 personen per dag, terwijl er zich 3000 dagelijks kunnen vermaken. Manager Jos Juurlink, burgemeester van Speelstad Oranje, stelt dat het attractiepark bij uitstek geschikt is voor gezinnen en schoolreisjes voor kinderen 2 tot en met 13 jaar. De kinderen kunnen zich te buiten gaan in allerlei soorten en maten draaimolens, botsauto’s, piratenbootjes, zweefmolens, trampolines, springkussens, schommels, lachspiegels, sjoelbakken, speelautomaten, een griezelhuis, een achtbaan en ze kunnen zich laten schminken en naar de tekenfilms kijken in de bioscoop. Daarnaast zijn er diverse restaurants waar tegelijkertijd 360 mensen kunnen eten. Juurlink: ‘Er wordt jaarlijks 35 ton patat verkocht.’
Pipodorp
Om de kinderen en hun ouders te blijven ontvangen is er naast de speelstad het Pipodorp gebouwd van oude koelwagens van de Duitse spoorwegen. Van deze 257 door Van der Most gekochte wagens zijn inmiddels ruim 160 omgebouwd tot vakantiewoningen voor maximaal 5 personen. De woningen zijn beschilderd met voorstellingen van de Pipo huifkar uit de vroegere televisieserie. Het dorp is beplant met snelgroeiende bomen en heesters en is omgeven door een met bomen beplante dijk, waarop je wandelingen kunt maken. In het dorp heeft vogelliefhebber Juurlink zo’n 70 vogelkastjes opgehangen. ‘Pipodorp is een gat in de markt,’ aldus burgemeester Juurlink, die ook het scepter zwaait over dit ‘vrolijkste’ dorp van Nederland. Van hieruit kun je wandelen en fietsen in het aangrenzende natuurgebied Hijkerveld met 800 hectare bos, heide en vennen, waar een schaapskooi en een vogelkijkhut te bezoeken zijn. En je mag gratis naar Speelstad Oranje.
Ikea en meubelboulevards
Juurlink vertelt dat hij geen concurrentie ondervindt van andere attractieparken in het Noorden. ‘Mijn grootste concurrenten zijn Ikea, de meubelboulevards en de koopzondagen. Die hebben voor de kinderen alleen maar een ballenbak en een springkussen, terwijl vader en moeder meubeltjes bekijken.’
‘De beste reclame is de mond tot mond reclame. Ik loop altijd in mijn burgemeesterspak rond en vraag de kinderen wat ze leuk vinden. Ik geef ze veel folders en kleurplaten mee voor vriendjes en vriendinnen. Ik vertel dat we 365 dagen per jaar geopend zijn en mijn 135 medewerkers staan permanent gereed om de klant het naar de zin te maken. We mailen jaarlijks alle basisscholen en staan op beurzen, ook in België en Duitsland. Voor zwaar gehandicapte kinderen doen we veel. Onlangs hebben we kinderen met kanker uit Tsjernobil gratis een dag aangeboden in Speelstad Oranje.’
Het is vandaag rustig. Om half een eten de aanwezige bezoekers een broodje of patatje in de grote overdekte hal van de vroegere fabriek. De attractiedichtheid is groot in deze hal waar de verschillende attracties en spelattributen opgesteld staan tussen de betonnen pilaren. Personeel in oranje overalls en met oranje petjes bedienen de tien attracties die bediend moeten worden zoals de achtbaan en de draaimolens.
Girlpower
Een op zijn armen zwaar getatoeëerde man in korte broek filmt zijn rondborstige partner op de voorgrond, terwijl de kindertjes in vliegtuigjes zitten die langzaam steeds hoger gaan. In een motorbaan staat met grote letters dat er niet gebotst mag worden met motorfietsjes, maar twee jongentjes trekken zich daar niets van aan. Even later zie ik dat een moeder die met haar dochtertje in een motorbootje zit, haar hoofd stoot tegen een bruggetje. Het blijkt de vrouw te zijn van de getatoeëerde filmer, die even later met zijn bootje tegen dat van moeders aanknalt. Beide kinderen huilen. Niet getreurd en op naar de volgende attractie.
Er is zelfs een hangfietsbaan, maar die is buiten gebruik. Een meisje in een grote loopschommel in een reuzen wiel weet de aandacht te trekken en respect af te dwingen van twee jongetjes. Met open mond volgen de jongens de bewegingen van het meisje dat in het wiel steeds harder loopt waardoor de schommel steeds sneller gaat. De jongens staan te popelen om ook in de schommel te gaan, maar op het begeleidend bordje staat dat je niet mag aanduwen of afstoppen. Na verloop van tijd gaan de jongetjes trampoline springen en proberen nog de aandacht van het meisje te trekken door met veel kabaal van de ene naar de ander trampoline te springen. Na tien minuten gaat het meisje op het stoeltje zitten en de schommel verliest daarmee zijn snelheid. Als ze uitstapt zijn de jongentjes nergens te bekennen en zegt ze in het voorbijgaan met een malicieus lachje: ‘girlpower’.
(Jan Abrahamse)