“Het gekste dat ik ooit gevonden heb? Een zwangerschapstest!”

 

‘Vroeger liepen mijn man Geert en ik vaak met onze kleinkinderen, wanneer we langs de weg troep zagen, ruimden we dat op. Dat is wel zo netjes, je wilt het goede voorbeeld geven. Maar als je het ene meeneemt, dan wil je het andere niet laten liggen, zo gaat dat. We kwamen met bolle jaszakken thuis.

Tegenwoordig ga ik er twee keer per week op uit om in de omgeving rommel te prikken, soms samen met Geert, soms alleen. Dat doe ik vanuit Lhee, een klein dorp naast Dwingeloo waar we wonen. Ik sla daarmee drie vliegen in een klap: de hond wordt uitgelaten, ik krijg wat lichaamsbeweging en het landschap knapt ervan op. In het bos is het rustig maar ook een stuk schoner. Langs drukke wegen ligt veel meer afval, maar je moet goed uitkijken wanneer je daar bent. Er wordt hard gereden, meestal ga ik er op zondag heen, dan is het rustiger.

Af en toe doen we een rondje op de fiets, Geert heeft speciale fietstassen gekocht waarin veel troep kan. Bij thuiskomst scheiden we alles keurig zelf, het afval gaat in onze eigen containers. Als we iets over hebben kunnen we dat bij de buren kwijt. En als het echt een boel is, breng ik het naar Staatsbosbeheer, sinds twee jaar ben ik officieel vrijwilliger daar. Het gekste dat ik ooit gevonden heb? Een zwangerschapstest! Het resultaat heb ik niet bekeken, dat leek me privacygevoelig.

Samen halen Geert en ik dus veel uit het landschap, maar soms laten we ook wat achter. In de berm naast ons huis hebben we twee boompjes geplant en ik heb groene vingers, ik zet graag wat bloemetjes in de tuin. Dan fleurt het ook een beetje op.’

Trefwoorden