Is de vermindering van CO2 in 2020 met dertig procent een doorbraak? Wordt Noord-Nederland een groot maïs- of koolzaadveld? Deze en andere vragen legden we voor aan vijf energiedeskundigen.

Voor de Europese Top in maart was ir. Luc Werring nog pessimistisch over de wil van de Europese leiders om het klimaatprobleem serieus te nemen. ‘Maar nu zijn ze bereid tot grote daden. We hebben nog nooit zo’n momentum gehad.’ Werring woont in Diever en werkt in Brussel als directeur Energiebeleid op het directoraat-generaal Transport en Energie van de Europese Commissie. Hij zet even de puntjes op de i: Europa wil de wereldwijde CO²-uitstoot in 2020 met dertig procent verminderd zien. ‘Als eerste bod in de internationale onderhandelingen nemen we daarvan eenzijdig twintig procent op ons. Dat is heel belangrijk, we zetten als eerste unilateraal een doelstelling neer zonder te wachten op de rest. Ik vind dat een doorbraak.’ Om dat te bereiken wil Europa in 2020 voor twintig procent kunnen drijven op hernieuwbare energie, afkomstig dus van bijvoorbeeld biomassa, wind of zon. Tien procent van de autobrandstof moet dan ‘bio’ zijn. Verder moet er dat jaar een energiebesparing van twintig procent zijn bereikt ten opzichte van het business-as-usual-scenario, ‘dus vergeleken met als we niks doen, de trend dus. Vooral deze laatste doelstelling is heel ambitieus. Zonder zeer ingrijpende maatregelen mogen we heel blij zij als we tien tot twaalf procent halen.’
De Europese Commissie maakt een bindende lijst op van wat per land moet gebeuren. Dat verschilt nog al, want Oostenrijk en Finland zitten al op dertig procent hernieuwbare energie en Nederland nog maar op drie. De regering Balkenende/Bos mikt op twintig procent in 2020. Prijzenswaardig maar nauwelijks haalbaar, vermoedt Werring. ‘Dat is altijd zo met politici, op een gegeven moment krijgt iets schwung en dan krijgen ze de neiging een beetje op hol te slaan.’ 2020 is nog maar een begin, in 2050 moet er vijftig tot tachtig procent CO² minder vrijkomen. Landen die voorop lopen zullen ermee scoren. ‘Zie de Denen en de Duitsers. Die hebben al duizenden arbeidsplaatsen in de windenergie. Het heeft veel geld gekost, maar ze staan nu vooraan. Die mood heeft nu ook in Nederland de kop opgestoken, ook bij het bedrijfsleven.’

Ondergrondse opslag

Voor het Noorden ziet Werring grote kansen in clean coal, de aanduiding voor afsplitsing en ondergrondse opslag van de CO² die vrijkomt bij kolencentrales. Wereldwijd zal de verbranding van kolen een enorme vlucht nemen omdat de andere fossiele brandstoffen op raken. In de Eemshaven staan al twee kolencentrales op stapel. Kolencentrales braken per calorie twee keer zoveel CO² uit als gascentrales. Werring voorspelt dat Europa gaat voorschrijven dat nieuwe kolencentrales voorbereid moeten zijn op het afsplitsen van CO². ‘De echte toepassing van clean coal zal pas tussen 2020 en 2030 kunnen, maar je moet er op anticiperen, want centrales gaan veertig jaar mee. Europa betaalt mee aan twaalf proefprojecten; zorg dat het Noorden daar twee van krijgt. Het wordt straks een belangrijke exporttechnologie.’ Clean coal kan dus nog niet bijdragen aan de doelstelling voor 2020. ‘Gas is voorlopig de beste fossiele brandstof. Niet ideaal, maar het beste van het slechte. De rol van Nederland als gasland staat dus ook in dienst van het milieu. Maar om de klimaatdoelstelling te halen moet twee derde van de CO²-reductie uit besparingen komen.’

Noordelijk energieagentschap

Werring heeft wat dat betreft een tip: sticht in het Noorden een regionaal laagdrempelig energieagentschap waar iedereen terecht kan voor adviezen. De streek rond Linz in Oostenrijk kan tot voorbeeld dienen. ‘Dat is een van de meest actieve regio’s op dat terrein van Europa. Je ziet daar ik weet niet wat voor initiatieven om woningen bijna energieneutraal te maken.’ Hij heeft er zelf een beurs bezocht. ‘Je kijkt je ogen uit. Ga daar kijken, huur de Martinihal af en doe ook zoiets.’
De zogenoemde C40-groep is een initiatief van Londen en andere grote agglomeraties in de wereld die zeer actief energie willen besparen. Rotterdam heeft zich daar als enige Nederlandse stad bij aangesloten. Werring zit daar in een adviescollege, Ruud Lubbers trekt het. ‘Het Noorden zou als regio ook zoiets kunnen doen. Wie Energy Valley wil zijn moet dat soort dingen naar zich toe trekken. En ontwikkel een specialisme, bijvoorbeeld: als je een woning uit Noord-Nederland haalt is die gegarandeerd energiezuinig. Waarom moet ik daarvoor bouwpakketten invoeren uit Zweden of Canada?’

Vergis je niet in een windmolen

De Europese topambtenaar hoopt dat het Noorden meer gaat doen met windenergie, ‘omdat het er harder waait dan in de rest van het land. Je moet de molens planologisch wel goed neerzetten. Ik vind dat ze in Friesland te veel verspreid door het land staan. En bewerkstellig dat de mensen in de buurt er ook de lusten van hebben. In Vlaanderen krijgen hele dorpen aandelen in windmolens. Daar denken ze als het hard waait: het gaat goed! Daar moet hier toch ook wat voor te bedenken zijn. Vergis je niet, één windmolen van 2 megawatt kan stroom leveren voor duizend gezinnen als ze een beetje zuinig zijn.’

NAM heeft geen programma voor alternatieve energie

Het klimaatprobleem interesseert ook de Nederlandse Aardolie Maatschappij, zegt Roelf Venhuizen. Maar de missie van de NAM is fossiele brandstoffen uit de grond halen. Hij stelt het meteen maar nadrukkelijk. ‘Intern doen we veel aan energie-efficiency. Dat betaalt zichzelf uit. Daarnaast kopen we deels groene energie in en onze nieuwe offshore platforms zijn uitgerust met zonnepanelen en windturbines zodat ze helemaal op duurzame energie draaien. Maar we hebben geen groot research-programma voor alternatieve energie.’ Moederbedrijf Shell wel. Venhuizen: ‘Shell doet heel veel aan CO2. Je probeert te werken waar je het hoogste rendement hebt. De geconcentreerde stromen CO2 zitten in Pernis, daar is per jaar ongeveer een miljoen ton zuivere CO2 beschikbaar. Zo veel mogelijk daarvan doen we in frisdranken. Daarnaast gaat er zo veel mogelijk naar de kassen. In het Westland ligt een heel leidingennet om de komkommers en tomaten erop te laten groeien. Ik denk dat we al zo’n 350.000 ton in de kassen afzetten.’
Om dezelfde reden zullen de eerste proefprojecten met ondergrondse CO2-opslag waarschijnlijk bij Pernis plaatsvinden. De NAM is daar bij betrokken, omdat ze ook in die omgeving lege gasvelden heeft. Een experiment met CO2-opslag in het Noorden vindt Venhuizen niet voor de hand liggen. ‘Maar we zijn wel in gesprek over wat we kunnen betekenen voor de kolencentrales waarvoor in het Noorden plannen bestaan.’ CO2 opslaan is niet zo simpel, zegt Venhuizen. ‘Het moet technisch kunnen, het moet lang blijven zitten en de aansprakelijkheid moet wettelijk geregeld zijn. Het is niet goedkoop, je moet een economische modus vinden dat het verantwoord kan gebeuren. Uiteindelijk zal de markt moeten leiden tot een CO2-prijs die opslag economisch mogelijk maakt. We kijken naar de overheid om die markt te stimuleren.’
Anders dan EU-topambtenaar Luc Werring ziet Venhuizen de ontwikkeling van de technologie voor CO2-opslag niet als een investering waar later flink geld aan te verdienen is. ‘Het gaat om forse investeringen. Daar moeten inkomsten tegenover staan. Het is nog geen business case.’
Drenthe heeft een inventarisatie gemaakt van lege gasvelden die geschikt zijn voor CO2-berging. De NAM heeft dat voor de eigen velden in het Noorden op hoofdlijnen ook gedaan. ‘Maar we hebben nog niet bepaald welke velden voor CO2-opslag in aanmerking zouden kunnen komen of eerder voor de opslag van gas.’

Oliewinning Schoonebeek

Als de oliewinning in Schoonebeek doorgaat – daar ziet het naar uit – zal dat gepaard gaan met veel CO2-uitstoot. De schatting is 750 kiloton per jaar, wat meer is dan de hele bezuinigingsdoelstelling van de provincie Drenthe tot 2020. De provincie telt dat dan ook maar niet mee. Wel heeft ze de NAM erop aangesproken. Venhuizen: ‘We denken mee met het onderzoek van gedeputeerde Klip. Zij gaat kijken hoe het hele CO2-plaatje in Zuidoost-Drenthe eruitziet. Daar zit Schoonebeek ook bij in.’
De NAM heeft het initiatief genomen tot een studie die duidelijk moet maken wat nodig is voor een milieueffectrapportage voor CO2-opslag. Daar doen twaalf organisaties aan mee, waaronder de noordelijke provincies en elektriciteitsbedrijven. Venhuizen vindt dat de NAM zo haar verantwoordelijkheid neemt voor het klimaatprobleem. Hij denkt er echter niet over de uitstoot te compenseren door in Drenthe bijvoorbeeld bossen aan te planten. ‘Laat ik daar duidelijk over zijn. CO2 is een globaal probleem, geen provinciaal probleem. Het heeft niet veel zin hier oplossingen te bedenken als het elders efficiënter kan.’

CO²-opslag in Drentse gasvelden

De Drentse VVD-gedeputeerde Tanja Klip-Martin had de Gore-hype niet nodig om in actie te komen. Haar energienota was al lang en breed bekrachtigd door de Drentse staten toen de voormalige Amerikaanse vice-president zijn boek en film over het klimaatprobleem lanceerde. Drenthe wil in 2020 dertig procent minder CO² produceren. Peiljaar is 2000. Europa heeft dezelfde doelstelling met peiljaar 1990. Drenthe wil dus meer doen. ‘Dat is haalbaar, dat blijkt uit de doorrekening van de resultaten van het eerste jaar van onze energienota’, zegt Klip stellig. Tijdens de verkiezingscampagne heeft ze haar beleid met verve uitgedragen. Partijgenoten mopperden soms dat ze GroenLinks links had ingehaald. Haar argument om twijfelaars over de streep te trekken is de overtuiging dat het klimaatprobleem dé motor van toekomstige economische innovaties is. Essentieel dus voor de Drentse welvaart. Het klimaatbeleid loopt nu als een rode draad door het nieuwe collegeprogramma, stelt Klip tevreden.

Wereldprimeur

De gedeputeerde wil dat het Noorden zich profileert als de Nederlandse regio voor CO²-afvang en -opslag. Drenthe is er al druk mee bezig. ‘We hebben de 27 lege of bijna lege gasvelden in de provincie laten onderzoeken. Gebleken is dat een derde geschikt is voor CO²-opslag. Er loopt nu op ons initiatief een algemene milieueffectstudie naar CO²-opslag te land. We zijn de eersten ter wereld die dat doen. Er doen verschillende provincies en bedrijven mee, we hebben ook de NAM over de streep getrokken.’
De NAM is ook partner in een studie voor een Drentse ZEPP-centrale, vergelijkbaar met de Zero Emission Power Plant die in Drachten op stapel staat. In dit concept wordt de CO²-uitstoot van de elektriciteitscentrale een bijna leeg gasveld ingepompt. Het resterende gas komt dan opnieuw onder druk te staan en wordt alsnog winbaar. CO²-berging staat nog in de kinderschoenen. ‘Maar we zijn er trots op dat we al een aantal onderzoeken hebben laten doen.’

Aardwarmte

Aardwarmte is een andere pijl op Klips boog. TNO-onderzoek heeft uitgewezen dat in het noorden en zuidoosten van de provincie op drie kilometer diepte watervoorraden liggen met temperaturen boven het kookpunt. Het is relatief gemakkelijk op te pompen. Er is een intentieverklaring getekend om de toekomstige Asser wijk Messchenveld (bedrijven en woningen) ermee te verwarmen. Ook in het gebied Roden-Leek is het volgens de gedeputeerde de moeite waard deze mogelijkheid te onderzoeken, en bij Emmen kunnen de kassen ermee worden verwarmd. ‘Als je dat water oppompt met behulp van groene energie heb je een volledig CO²-neutrale verwarming’, zegt Klip hoopvol.
Drenthe probeert – uiteraard zou je bijna zeggen – ook op allerlei manieren bio-energie te stimuleren. De drie noordelijke provincies en Leeuwarden voeren samen een ‘autoparcscan’ uit om de geleidelijke introductie van biodiesel gelijke tred te laten houden met de beschikbaarheid ervan aan de pomp.

Energie is hot

Energiebesparing is een belangrijk aandachtspunt. Er zijn 25 initiatieven in de provincie om de burger te wijzen op de mogelijkheden van slim energiegebruik. ‘We hebben het initiatief genomen om dat te bundelen en een loket te openen waar al die kennis voorhanden is. Kennis die nog ontbreekt, halen we van elders.’ De provincie heeft zes woningcorporaties bereid gevonden jaarlijks tien procent boven de wettelijke norm te besparen. ‘We gaan samen meten en met de burgers communiceren.’ Dat dit de corporaties geld kost, vindt Klip geen punt. ‘Ze hebben de morele verplichting te investeren in energiebesparing, want ze zitten op maatschappelijk kapitaal.’
Deze opsomming is niet compleet. Klips streven naar een Drentse hbo-opleiding voor nieuwe energie hoort er bijvoorbeeld ook bij. Aanjagen, stimuleren en zolang het nodig is de trekker zijn, zo ziet ze haar rol. ‘Energie is nu hot. Je ziet dat de ontwikkelingen heel snel gaan. Hier zit een zeer enthousiaste portefeuillehouder.’

20 procent van energiebehoefte uit biomassa

Wordt Noord-Nederland binnenkort één groot maïsveld? Je zou het gaan denken, want maïs is de belangrijkste brandstof in de biovergisting. En die gaat een enorme vlucht nemen, voorspelt Frans Debets van Bio Energie Noord. Maar in Debets’ toekomstbeeld passen geen oneindige maïsakkers. De bio-energie staat nog maar in de kinderschoenen, hij verwacht dat de vergistinginstallaties over niet al te lange tijd ook gevoed gaan worden met andere brandstoffen: ‘Producten waar we nu niks mee doen, bijvoorbeeld reststoffen uit de voedingsmiddelenindustrie. We hebben veel sloten, die worden gebaggerd en de kanten worden gemaaid. Die prut ligt nu te rotten en dat is zonde, want het is allemaal biomassa.’ Bermgras idem dito. ‘Dat is nu een groot probleem in Nederland, want je mag het de koeien niet geven.’ Debets heeft een technische opleiding en kent de subsidieregels goed. Deze achtergrond bracht hem de opdracht namens een consortium van noordelijke overheden en organisaties een flinke slinger te geven aan de ontwikkeling van bio-energie.

Geschiedenis van turf, jaknikkers en gas

Het CO2-probleem, de afbouw van Europese subsidies voor traditionele teelten en het besef dat de fossiele brandstoffen eindig zijn, geven de energietelers de wind in de rug. Debets: ‘Van de bedreigingen maken we in het Noorden een kans. We hebben hier hectares, want de helft van het Nederlandse landbouwareaal ligt in het Noorden, en dankzij onze geschiedenis van turf, jaknikkers en gas zijn we in het Noorden al energieminded.’ Er staan nu ongeveer veertig biovergistinginstallaties op noordelijke boerenerven. Voornamelijk uit maïs en mest maken ze methaangas. Daarmee worden gasmotoren gevoed die stroom aan het net leveren, genoeg om 60.000 huishoudens van stroom te voorzien.
Biovergisting kan veel meer rendement opleveren dan nu het geval is. De vrijkomende warmte wordt nog niet benut, die zou kassen of huizen kunnen verwarmen. Ook kan het gas na één schoonmaakronde in het lokale gasnet worden gepompt. Debets ziet dat als heel kansrijk, want zo kunnen we geleidelijk overstappen van aardgas naar biogas.
Als rijden op aardgas wordt geïntroduceerd is rijden op biogas nog maar een kleine stap. ‘Dat is heel schoon en energetisch erg interessant.’
Maximaal twintig procent van de energiebehoefte kan op den duur uit biomassa komen, schat Debets. Dan gaat het ook over ethanol en hout. Ethanol wordt toegevoegd aan benzine en wordt geproduceerd uit suikerbieten en graan. ‘Groningen is de grootste suikerstad van Europa. Cosun/CSM gaat een ethanolfabriek bouwen. Dan praat je over duizenden hectares suikerbieten. In Wijster komt een ethanolfabriek die gevoed wordt met graan.’ En de houtkachel komt terug. ‘Er is een paar duizend kilometer houtwal in Nederland. Het snoeihout wordt nu nog versnipperd en gecomposteerd, maar dat is uit energetisch oogpunt dwaas.’ De nieuwe brandhoutbusiness komt al op gang, tuinders en kippenmesters stappen over van gas naar hout. Het bedrijfsleven pakt het proces van sorteren, verwerken en transport in hoog tempo op. In Midden- en Zuid-Europa investeren bedrijven in verbrandingstechnologie. Debets: ‘Je kunt je huis en de douche uitstekend stoken met super-de-luxe houtkachels uit Italië.’ Er is al een Gronings bedrijf dat dit hout exporteert naar Jutland. De Denen betalen een goede prijs. Revalidatiecentrum Lyndenstein in Beetsterzwaag wordt binnenkort compleet verwarmd met houtsingel-hout dat boeren uit de omgeving tegen een vergoeding leveren (zie elders in dit nummer).

Vliegvakanties en plasmaschermen

Het inkomen uit biomassa kan behoorlijk aantikken. Een beetje boer haalt zo vijftig procent van zijn omzet uit biovergisting. Zonder subsidie kan bio-energie echter nog niet. ‘Maar als de technieken volwassen worden en de prijs van fossiele brandstof stijgt, is gaswinning uit biomassa over vijf, zes jaar rendabel.’ Wakkert de groei van bio-energie het energieverbruik niet aan? Volgens Debets niet: de bio-energie is niet extra, maar komt in plaats van fossiele brandstoffen. Bezuinigen blijft bovendien belangrijk om de Europese CO2-ambities te halen. ‘Maar wel een probleem is dat onze welvaart hoog blijft. Mensen gaan superzuinige huizen bouwen, gebruiken haast geen gas meer, en voor het geld dat ze overhouden gaan ze een keer extra met vakantie naar de VS of kopen ze plasmaschermen. Zo wordt het geld links- of rechtsom omgezet in energie.’

Blij zijn met bio-energie is blij zijn met een dode mus

Bio-energie is uit energetisch oogpunt nauwelijks rendabel en vermindert dus ook de CO2-uitstoot nauwelijks. Echt innovatief kun je het ook al niet noemen. ‘Eigenlijk is het terug naar de tijd dat we ons aan houtvuur warmden’, zegt de Wageningse hoogleraar prof.dr. Rudy Rabbinge. Hij berekende 25 jaar geleden al dat de productie van ‘energie uit bieten en bintjes’ bijna even veel kost als het opbrengt. Het rendement is ongeveer één procent. De bewerking van de grond, de kunstmest, het transport, alles kost energie. Dan komt als klap op de vuurpijl de fase daarna, de verwerking tot alcohol. ‘Dat vréét energie.’ Het Noorden vestigt veel hoop op bio-energie. Rabbinge snapt dat wel: het levert geld op dankzij subsidies. ‘Maar men maakt zich in mijn ogen blij met een dode mus. Als je echt naar energiewinning toe wilt moet je de energie rechtstreeks vastleggen.’
Overal ter wereld, ook in Wageningen, zijn wetenschappers met experimenten bezig om op moleculair niveau rechtstreeks energie te maken door fotosynthese. Op kunstbladeren van niet reagerende stof worden moleculaire structuren gesmeerd. Zo maken ze organische zonnecellen of proberen ze waterstof of alcohol te maken zonder de tussenfase van planten. Het rendement van dit soort zonne-energie, want daar komt het op neer, kan 20 tot 40 procent worden, voorspelt Rabbinge. ‘Dat is echte innovatie. Je hoeft dan niet prachtige voedingsstoffen te gebruiken voor energie.’ In dit type onderzoek wordt te weinig geld geïnvesteerd. Dat komt volgens Rabbinge omdat het nog niet uit kan. Ook politieke overwegingen bevoordelen de al bestaande vormen van bio-energie. ‘Dat in de Verenigde Staten enorme arealen vol energiegraan staan komt niet omdat ze daar een bijdrage willen leveren in de strijd tegen CO2, maar omdat Amerika voor zijn brandstof niet afhankelijk wil zijn van schurkenstaten.’
Wie alleen plantaardig voedsel eet kan met 200 vierkante meter grond toe, vertelt Rabbinge. Een vleeseter zit al op 1500 vierkante meter. ‘Maar om een auto te voeden heb je een paar hectare nodig. Om de Europese norm van 5,75% voor bijmenging van bio-ethanol in benzine te halen, moet de helft van het Nederlandse landbouwareaal worden beplant met koolzaad. Dat gaat ten koste van de natuur en cultuurlandschappen. Dat vind ik erg.’ Bio-energie is dan ook bedreigend voor ecosystemen. ‘Maar als je graag auto wilt rijden of inefficiënt wilt zijn, dan kan roofbouw natuurlijk ook.’ In West-Europa, de VS en Zuid-Amerika is genoeg landbouwgrond en zal bio-energie niet ten koste gaan van de voedselvoorziening, maar in Azië en Afrika wel.

Zonne-energie

In afwachting van betere methodes kan Rabbinge nog vrede hebben met bio-energie als eerst het kaf van het koren wordt gescheiden. ‘Suikerbieten gebruiken voor ethanol is niet goed. Als je daar reststoffen zoals melasse voor gebruikt, akkoord, maar niet als hoofddoel van de teelt.’
Is Rabbinges boodschap geen koude douche voor de bio-energie-enthousiastelingen? ‘Nee, een warme douche. Ik bied perspectief. De enige echt blijvende energie is zonne-energie. De zon is een kernfusiecentrale op 150 miljoen kilometer afstand.’