De biologische landbouw lag de afgelopen maanden flink onder vuur. Hoogleraar Louise Fresco schrijft in haar boek Hamburgers in het paradijs dat slechts door een vergaande intensivering van de landbouw de groeiende wereldbevolking gevoed kan worden. Een andere knuppel in het biologische hoenderhok waren de woorden van Aalt Dijkhuizen van Wageningen Universiteit, dat niet de biologische, maar de reguliere vorm van landbouw de meest duurzame is. Hoe kijken de biologische boeren hier zelf tegen aan? Twee van hen aan het woord in de slotaflevering van een serie over de toekomst van de landbouw in Noord-Nederland.

1 Balans in de kringloop

Vlak bij de Friese waddendijk, even van de weg, staat Gerbranda State. Wie het paadje oprijdt passeert een paard en een pony, die enthousiast meeloopt. Links staat de winkel, rechts de imposante pleats. Een smal bruggetje voert naar de ingang, waar Asse Aukes (61), snor, baard, bril, vriendelijke ogen, de deur opendoet. Onder de donkerrode balken in de hoge voorkamer doet hij zijn verhaal. Hier zit een gedreven boer, die met hart en ziel zijn ideaal gestalte geeft. Aukes, opgegroeid in Haarlem, wist op zijn vijfde al dat hij boer wilde worden. Een vakantie op een boerderij, bij vrienden van zijn ouders, overtuigde hem.

Mensbeeld
Na een opleiding aan het Van Hall Instituut in Groningen werd Aukes akkerbouwer. Hij werkte ook op reguliere bedrijven tot hij voor zichzelf begon op een klein biologisch akkerbouwbedrijf in Sexbierum. Sinds 1990 beheert hij Gerbrandastate, een biologisch-dynamisch akkerbouwbedrijf. Biologisch geeft een grotere uitdaging, vertelt hij. ‘Je zoekt de balans in de kringloop, zonder gebruik te maken van chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest. Door een ruime vruchtwisseling blijft het bodemleven rijker en als de bodem gezond en gevarieerd is, hebben ziekten minder kans.’

Sinds 1997 wordt er op Gerbranda State gemengd geboerd. Toen kwam er een geitenhouderij, die overigens binnenkort wordt uitgebreid. De geitenmest dient als voedingsstof voor de akkerbouw. ‘Een prachtige natuurlijke kringloop’, meent Aukes. Hij zat op de Vrije School, de keuze voor biologisch- dynamisch boeren is ook een ideële. Hij zoekt altijd samenwerking. Dat heeft te maken met zijn mensbeeld. ‘Hoe kun je je bedrijf zo inrichten dat iedereen tot zijn recht komt?’ De opbrengst is ‘heel behoorlijk’, zegt hij zonder aarzeling. ‘Sommige groenten komen dicht bij de gangbare landbouw, zoals bloemkool. Na een vruchtwisseling met grasklaver is de teelt die erna opkomt altijd een succes. Dat komt door de stikstof die de vlinderbloemige klaver uit de lucht bindt en in de bodem vastlegt.’

Trouwe klanten
Van de crisis merkt Aukes weinig. ‘Iedereen moet blijven eten.’ De afzet van biologische groenten blijft stabiel. Het blijkt dat de bewust etende consument niet afhaakt. Sterker nog: de afzet is ook dit jaar weer gegroeid. ‘Mensen die biologisch eten zijn heel trouw aan de natuurvoedingswinkel.’
Aukes verwacht dat het areaal biologische landbouw (nu 3 procent van het totaal in Nederland) de komende 25 jaar verder zal toenemen. ‘Ik hoop dat het dan op 10 procent ligt. De afgelopen 25 jaar is de reguliere landbouw milieubewuster en schoner gaan werken, mede door de opkomst van de biologische landbouw. Van veel chemische middelen kennen we de effecten op de gezondheid op lange termijn niet. Vooral het effect van de opeenstapeling van die stoffen is onbekend. Over de gangbare landbouw hangt toch een chemische paraplu.’

Opdracht
De kritiek van hoogleraar Louise Fresco dat er voor biologische landbouw zes keer zo veel landbouwgrond nodig is als voor gangbare om alle monden in de wereld te voeden, werpt hij verre van zich. ‘Met biologische landbouw kun je de wereld prima voeden. Het systeem houdt rekening met milieu en natuur. Dat er minder opbrengst is, is zeer de vraag.’ Hij vertelt over een bezoek dat hij twee jaar geleden aan Egypte bracht, waar boeren dertig jaar geleden midden in de woestijn een biologisch landbouwproject opzetten. Aukes: ‘Ze begonnen met twintig hectare en nu zijn dat er drieduizend. Op biologische wijze is de woestijn ontgonnen.’ Hij wijst er fijntjes op dat wereldwijd vele hectaren worden benut voor soja. ‘Voor ons veevoer. Je kunt er beter landbouwgrond van maken voor de mensen in Afrika, Azië en Zuid-Amerika zelf.’
De vraag voor hem is: hoe ga je om met het milieu? ‘Ik zie het als mijn opdracht om de aarde en het bodemleven vruchtbaarder en rijker door te geven aan de volgende generatie. De biologisch-dynamische landbouw wil in harmonie met de schepping werken. We gebruiken geen bestrijdingsmiddelen, geen kunstmest en veel minder stikstof per hectare. Ik hoop dat we met zijn allen het inzicht krijgen om processen niet te verstoren met chemische middelen.’

2 Anders dan de massa

Martin Wiersema (44) is sinds vier jaar biologisch veehouder in het Groningse Winsum. Hij houdt zo’n zestig melkkoeien, zijn vrouw Jolanda bestiert een boerderijwinkel waar ze diverse soorten biologische kazen (gemaakt van melk van eigen koeien) en vlees verkopen. Wiersema is ruim twintig jaar biologisch boer. ‘In 1990 schakelde ik om op mijn toenmalige akkerbouwbedrijf in Godlinze. Ik vind het leuk om anders te zijn dan de massa. Ik wil laten zien dat je ook op een andere manier boer kunt zijn.’ Hij beschouwt de biologische landbouw als uitdagender dan de gangbare. ‘Je moet beter nadenken en creatiever zijn.’ In zijn stal klinkt soms klassieke muziek om gespannen koeien te kalmeren. Soms branden er ook etherische oliën. ‘Tegen de stress. Koeien kunnen soms gestrest zijn als ze weer op stal moeten, vooral als het buiten nog lekker weer is. Dieren zijn gevoelig voor sfeer en emotie.’

Wereldvoedselprobleem
Rap pratend vertelt Wiersema dat hij zich de kritiek van Fresco en Dijkhuizen niet aantrekt. ‘Er is geen wereldvoedselprobleem als wij in het Westen minder vlees en zuivel zouden eten’, onderstreept hij thuis aan tafel in de woonkamer. ‘En als we minder voedsel weggooien – nu tien tot twaalf procent! De supermarkten bepalen dat een appel wegmoet als er een klein vlekje op zit. Fresco en Dijkhuizen baseren zich bij hun mening op de luxe die wij ons in het Westen permitteren.’
‘De intensieve landbouw leidt juist tot verschraling van een deel van de aarde. Monoculturen leiden tot ontbossing. Zo verdwijnt de diversiteit en neemt de ziektedruk toe. Genetische gewassen die resistent zijn tegen een bestrijdingsmiddel hebben een negatief effect op de gezondheid van de mens. Ratten die genetisch gemanipuleerde mais aten, krijgen daar kanker van, blijkt uit Frans onderzoek.’

Lange termijn
Honderd jaar intensieve landbouw heeft het wereldvoedselprobleem niet opgelost. ‘Het leidde alleen tot overschotten van graan en melk. Waarom zou diezelfde methode in de toekomst dan wel succesvol zijn?’ vraagt de Groningse boer zich af. ‘In armere landen leidt de intensieve landbouw met zijn kunstmestgebruik en giftige bestrijdingsmiddelen tot een daling van de bodemvruchtbaarheid.’ Op biologisch geteelde grond is die vruchtbaarheid op de lange termijn beter. ‘Louise Fresco is een zeer intelligente vrouw, dus zij weet dat ook.’
De biologische landbouw richt zich meer op de lange termijn, stelt Wiersema. ‘Een gangbare boer kijkt alleen hoe hij hogere producties kan halen op korte termijn. Hij denkt dat hij daardoor een beter bedrijfsresultaat haalt. Maar dat is lang niet altijd zo. We moeten terug naar het ouderwetse gemengde bedrijf. Dan sluiten de kringlopen beter op elkaar aan en kun je meer voedsel produceren, omdat de grond vruchtbaarder blijft en minder uitgeput raakt dan bij monoculturen. De biologische landbouw heeft bijvoorbeeld minder last van droogte, omdat de organische stoffen in de grond meer vocht vasthouden.’
Wiersema schat dat over een kwart eeuw het areaal biologische landbouw in Nederland zeker tien procent is (nu drie procent). ‘Er zit al dertig jaar groei in. Mensen worden zich steeds bewuster van hun gezondheid, de omgang met dieren, de kwaliteit en smaak van voeding. De verkoop van lokaal geproduceerd voedsel loopt als een trein.’

Bedreigingen
Het bedrijf van Wiersema draait goed. ‘We vernemen niks van de economische crisis. De afzet van onze winkel stijgt nog elke maand. We zijn zonder marktonderzoek begonnen, een sprong in het diepe. Maar als je een eerlijk verhaal vertelt en je kwaliteit goed is, waarderen klanten dat.’
Als een van de bedreigingen van de biologische landbouw in de toekomst beschouwt Wiersema opvallend genoeg Europese subsidies voor biologische boeren. ‘De EU past het landbouwbeleid in 2015 aan. De Europese belastingbetaler wil dat de subsidies naar duurzame landbouw gaat. Het gevolg is dat veel boeren gaan omschakelen, ook in de armere landen. Daardoor ontstaan overschotten en prijsfluctuaties. Als de prijzen dalen is dat leuk voor de consument, maar niet voor de inkomens van de bioboeren.’ Door de verstoring van de markt raakt uiteindelijk het evenwicht zoek, zegt Wiersema. ‘Uiteindelijk zullen de bioboeren het niet redden. Omdat ze geen basisinkomen meer hebben, moeten ze stoppen. Het gevaar daarvan is dat er wereldwijd te weinig voedsel zal worden geproduceerd. En dat voedseltekort leidt weer tot zeer hoge prijzen en wereldwijde onrust.’
Daarom is Wiersema voorstander van subsidiëring van zowel gangbare als biologische landbouw. ‘Wel moet de consument ervan bewust zijn dat biologische producten iets meer kosten, gezien de zorg die eraan besteed wordt. Duurzaam produceren betekent ook dat een boer een duurzaam inkomen verdient. Europese subsidies voor biologische bedrijven leiden tot een kaalslag onder de bioboeren.’