Het relatief dunbevolkte Noorden is gezegend met een grote regionale verscheidenheid aan cultuurhistorische landschappen en natuurgebieden. De samenhang tussen nederzettingen en landschap, die elders in ons land door verstedelijking is verdwenen, is hier nog in alle verscheidenheid aanwezig. Het Noorden is een pastoraal pronkstuk met overzichtelijke dorpssamenlevingen waarin een interessante mengeling is ontstaan tussen rurale en urbane levensstijlen. Al deze kwaliteiten hebben het Noorden de laatste tijd een zekere faam bezorgd op het terrein van wonen en recreëren. Het Noorden heeft uiteraard meer te bieden dan gave landschappen en mooie dorpen, maar het zijn juist deze kwaliteiten die elders worden herkend.

Het relatief dunbevolkte Noorden is gezegend met een grote regionale verscheidenheid aan cultuurhistorische landschappen en natuurgebieden. De samenhang tussen nederzettingen en landschap, die elders in ons land door verstedelijking is verdwenen, is hier nog in alle verscheidenheid aanwezig. Het Noorden is een pastoraal pronkstuk met overzichtelijke dorpssamenlevingen waarin een interessante mengeling is ontstaan tussen rurale en urbane levensstijlen. Al deze kwaliteiten hebben het Noorden de laatste tijd een zekere faam bezorgd op het terrein van wonen en recreëren.
Het Noorden heeft uiteraard meer te bieden dan gave landschappen en mooie dorpen, maar het zijn juist deze kwaliteiten die elders worden herkend.

De laatste jaren groeit het besef dat dit culturele en ecologische erfgoed het Noorden een voorsprong geeft op de verstedelijkte regio’s van ons land. Onze oosterburen spreken in dit verband van ‘das endogene Potential’. Daarmee wil men aangeven dat dergelijke perifere regio’s met oorspronkelijke cultuurlandschappen en rurale levensstijlen, interessante ontwikkelingsmogelijkheden bieden in een postmoderne samenleving. Het Noorden heeft in sociaal, cultureel, economisch en landschappelijk opzicht grote eigen kwaliteiten en potenties. Die kwaliteiten en potenties moeten worden benut en versterkt.

Verstedelijking

Helaas dreigt nu ook het Noorden op dit veelbelovende cultuurgoed in te teren door een ongecontroleerde en agressieve vorm van verstedelijking. Door een uit balans geraakte suburbanisatie komen juist in de populaire vestigingsgebieden de mooiste cultuurlandschappen onder druk te staan. Maar ook de meer perifere regio’s worden geteisterd door een bestuurlijk nihilisme dat vaak zonder enige beperking de bouw van bijvoorbeeld de meest opzichtige bedrijfsgebouwen toestaat.
Aan de andere kant kan niet worden ontkend dat verstedelijking ook kan bijdragen aan de broodnodige structuurverbetering van eenzijdig georiënteerde plattelandsregio’s. Tegen deze achtergrond is het merkwaardig dat in het kader van het VINEX-beleid bijna alle koersen voor het landelijk gebied tot in de kleinste details werden uitgewerkt, behalve een strategie voor een ‘rode koers’ die inhoud geeft aan een meer uitgebalanceerde vorm van verstedelijking.

Landbouw

De landbouw, van oudsher de economische drager van het platteland, wordt geconfronteerd met een aantal onontkoombare veranderingen. De tijd van forse Europese subsidies loopt daadwerkelijk ten einde, een wereldwijde liberalisering van de sector is een feit. Daarnaast zorgen wetgeving en een maatschappelijk bewustzijn op milieugebied voor nieuwe opgaven in de bedrijfsvoering.
De gevolgen van deze ontwikkelingen zijn reeds zichtbaar. Om de concurrentieslag aan te kunnen, hebben schaalvergroting en optimalisering geleid tot gespecialiseerde grootschaligheid in perifere gebieden en zeer kapitaalintensieve teelten nabij kennis- en logistieke centra. Daarnaast zien we een tendens tot kleinschaligheid en verbreding van sector die bijvoorbeeld tot uitdrukking komt in het verbouwen van streekeigen producten of het recreëren bij de boer.

Uitdaging

De omzetting van productieruimte naar consumptieruimte is een feit. Het ziet er naar uit dat deze ontwikkeling zich de aankomende jaren in alle hevigheid zal voortzetten: een gedifferentieerde ontwikkeling van de landbouw, de aanleg van de Ecologische Hoofdstructuur en de onverminderde vraag naar landelijke en suburbane woonmilieus. De uitdaging bestaat uit een zinvolle koppeling van deze ontwikkelingen. Door de kansen die deze ontwikkelingen met zich meebrengen ten volle te benutten kan handhaving én vernieuwing van ruimtelijke kwaliteiten in het Noorden voortvarend ter hand worden genomen.

Het actuele debat

Het landelijk gebied staat hoog op de beleidsagenda’s. Schaalvergroting, natuurontwikkeling, verstedelijking, recreatie of waterwinning, het platteland wordt gezien als een soort restgebied, geschikt om de overloop van (Rand)stedelijke problemen op te vangen of juist als onaantastbaar heiligdom waar niets meer mag gebeuren. Het is echter de vraag of in de beleidsnota’s de juiste antwoorden worden geformuleerd op de opgaven waarvoor het platteland zich geplaatst ziet.
Het gedachtengoed en de werkwijze van de Visie Stadslandschappen van het Ministerie van LNV konden in Noord-Nederland rekenen op bijval. De discussie over een andere benadering van de veelal tegengestelde begrippen stad en (omme)land heeft met de Visie Stadslandschappen een verfrissende impuls gekregen. Ondanks die bijval is het begrip Stadslandschappen niet direct aangeslagen. Noordelijke instellingen herkenden de Randstedelijke benadering niet. Verstedelijking zoals deze zich op het platteland van ‘het lege Noorden’ manifesteert vraagt om een eigen aanpak, omdat de verstedelijking hier juist de kwaliteiten en identiteit van dorp en landschap bedreigt.
Hoewel ook het project Nederland 2030 een aardige poging is om een aantal ruimtelijke toekomstperspectieven voor Nederland aan te geven, slaat men uiteindelijk ook voor het Noorden de plank mis: Nederland valt niet te ordenen volgens een viertal eendimensionale verstedelijkingsprincipes. Bovendien had voormalig Minister Margreet de Boer van VROM, nog voor het debat daadwerkelijk kon beginnen, haar voorkeur al uitgesproken voor een van de perspectieven. Zij koos voor ‘Stedenland’, waarmee zij het vigerende compacte stadbeleid nog weer eens onderstreept en de specifieke verscheidenheid van de regio’s wederom ontkent.
De VINEX is haar toekomst echter niet zeker. Net voor de kamerverkiezingen heeft de Tweede Kamer geweigerd in te stemmen met de actualisering van de VINEX, de VINAC genaamd. Daarmee heeft zij in feite de weg vrijgemaakt voor nieuw ruimtelijk ordeningsbeleid. Laten we hopen dat de Vijfde Nota, die meer dan ooit in het verschiet ligt, nu eens het Noorden de ruimte en de mogelijkheden biedt om bij het Noorden passende strategieën te ontwikkelen.

Dorpslandschappen

Om in de discussie aandacht te vragen voor de (verstedelijkings)problematiek van het platteland heeft de Brede Overleggroep Kleine Dorpen in Drenthe het begrip Dorpslandschappen geïntroduceerd. De kwaliteitsdiscussie mag niet versmallen tot een Randstedelijke aangelegenheid, maar zou ook de plattelandssamenleving moeten aanzetten tot een nieuwe koers, gebaseerd op kwaliteit en identiteit. Dit betekent het vitaliseren van cultuurhistorische landschappen door herstellen van herkenbare structuren en het bij voorkeur in combinatie met nieuwe functies herinrichten van stagnerende landbouwgebieden tot multifunctionele landschappen.

Identiteitsstrategie

De uitwerking en verdieping van het begrip dorpslandschappen is een concrete bijdrage aan de identiteitsstrategie. Deze identiteitsstrategie geldt als tegenhanger van de klassieke economische stimuleringsstrategieën, die veelal gericht zijn op overloop vanuit de economische hogedruk gebieden naar ‘onderdruk’-gebieden, waar ‘nog weinig is’. Geredeneerd vanuit de identiteitsstrategie moet het regionaal ontwikkelingsbeleid gebaseerd zijn op de voordelen van de perifere status; dus niet koersen op een afhankelijkheidspositie, die het noordelijk welvaren laat afhangen van de Randstadeconomie, maar een toekomstvisie ontwikkelen die zich baseert op een uitgekiende exploitatie van eigen potenties.
De identiteitsstrategie die in de dorpslandschappenbenadering centraal staat is nadrukkelijk niet hetzelfde als een behoudsstrategie. Identiteit heeft evenveel te maken met de karakteristieken van veranderingsprocessen als met bestaande structuren en elementen. Het gaat vooral om de wijze waarop bestaande structuren en elementen aanhechtingspunten kunnen bieden voor nieuwe ontwikkelingen en wel zodanig dat de regionale economische en culturele kwaliteiten die men elders niet vindt, benut worden.

Kansrijke regio

Een regionaal ontwikkelingsbeleid dat geïnspireerd is door een identiteitsstrategie zoekt naar vernieuwende ruimtelijke concepten en kansrijke programma’s. Geen potverteren van de bestaande landschappelijke kwaliteiten, maar voorrang geven aan ontwikkelingen die nieuwe identiteiten toevoegen. Een gezamenlijke identiteitsstrategie zet het Noorden weer op de kaart als een kansrijke regio in het ‘urban field’ van Nederland. Het gaat om een beleid dat prioriteit geeft aan de kwaliteitsaspecten bij een eventuele groei. Bij een identiteitsstrategie passen begrippen als duurzaamheid, synergie, verankering en het mobiliseren van betekenissen.
Zowel verstedelijking als een gedifferentieerde ontwikkeling van de landbouwsector kunnen bijdragen aan de broodnodige structuurverbetering van eenzijdig georiënteerde plattelandsregio’s. De opgave en uitdaging is min of meer stedelijke programma’s als wonen te combineren met grootschalige natuurontwikkeling en landschapsbouw en daarmee een alternatief te bieden voor de huidige transformatieprocessen van het landelijk gebied. Bij het ontwikkelen van betekenisvolle programma’s zal aandacht moeten worden besteed aan de economische betekenis en de culturele context waarbinnen de veranderingen plaatsvinden. Daarnaast betreft het een integrale ontwerpopgave, waarbij landschap, stedenbouw en architectuur in samenhang moeten worden bezien en uitgewerkt.

De publicatie

Binnen deze identiteitsstrategie wordt de dorpslandschappenbenadering verder uitgewerkt en verdiept. Wat zijn precies die dorpslandschappen? Welke maatschappelijke processen werken er, welke kwaliteiten en potenties hebben ze en hoe kunnen die kwaliteiten en potenties benut worden? Hoe kunnen negatieve ontwikkelingen worden tegengegaan? Wat mogen we vragen van de burgers, de overheid, het bedrijfsleven, zowel inhoudelijk als wat betreft de ontwerp- en besluitvormingsprocessen die leiden tot benutting van kwaliteiten en potenties?
In de publicatie ‘Dorpslandschappen; het spanningsveld tussen traditie en vernieuwing’ komen de antwoorden op deze vragen aan de orde. De publicatie verschijnt in zeven afleveringen bij het tijdschrift Noorderbreedte. Dit eerste nummer gaat in op de uitgangspunten van de dorpslandschappenbenadering. Daarnaast zijn de resultaten van het Keuningcongres van 1 april jl. verwerkt. Een aantal plenaire bijdragen zijn in bewerkte versie opgenomen en ook de uitkomsten van de workshops komen aan bod.

Dorpslandschappen als proces

Het project Dorpslandschappen is meer dan het organiseren van een congres en het uitbrengen van een publicatie. De dorpslandschappenbenadering is een proces dat zich kenmerkt door vernieuwing, bewustwording en participatie:
Vernieuwing door kennisgeneratie en integratie van verschillende vakgebieden die vertaald worden in een praktijkfilosofie die het maatschappelijke en bestuurlijke veld aanzet tot nieuwe initiatieven.

Bewustwording door kennisoverdracht en voorbeeldprojecten die dorpsbewoners en hun organisaties aanzetten tot een eigen toekomstvisie op de woonomgeving door handvatten aan te reiken voor identiteitsherkenning, rentmeesterschap en opdrachtgeverschap.

Participatie door het genereren van een breed maatschappelijk debat over vormgeving en inrichting van het toekomstig dorpslandschap door een ‘standing conference’ die het maatschappelijk veld uitdaagt tot bijdragen en ideeën.

De samenstellers van de publicatie ‘Dorpslandschappen’ vragen nadrukkelijk om bijdragen uit het veld. Iedereen wordt in de gelegenheid gesteld mee te werken aan totstandkoming van deze studie over de ontwikkeling van het landelijk gebied in het Noorden. Heeft u een voorbeeld, een project dat volgens u pas binnen het thema, laat het de organisatie weten. U wordt uitgenodigd zelf een artikel te schrijven, maar uw project of verhaal kan ook door middel van een interview als voorbeeld in de publicatie worden opgenomen.

Redactie Noorderbreedte
Damsterkade 5
9711 SE Groningen
tel 050-314 19 56
fax 050-314 23 74

Trefwoorden