Identiteit: het woord heeft een zekere stellige klank, maar tegelijkertijd ook een beetje een onduidelijke inhoud. Wat is identiteit eigenlijk? Waaruit bestaat het? Is een identiteit stabiel of heeft het een zekere flexibiliteit? Heeft het een waarde? Kunnen meerdere identiteiten door elkaar heen bestaan? In dit artikel wordt onderzocht wat de waarde van het begrip identiteit kan zijn en welke rol het kan spelen in het vaststellen van de identiteit van dorpen.

Bij de letterlijke betekenis van het woord identiteit vermeldt het woordenboek: eenheid van persoon of wezen, volkomen overeenstemming, eigen karakter, het individuele kenmerk. Bij identificeren staat: vereenzelvigen met, vaststellen van identiteit, dat wat eigen is aan een persoon. Identiteit wordt dus voornamelijk aan personen verbonden, en niet aan zoiets
abstracts als een dorp, een stad of een plaats.
Identiteitscrisis komt voor als een persoon niet meer weet wat of wie hij vertegenwoordigt, waar hij voor staat. In de critical dictionary of psycho-analysis staat: (…) the sense of identity is probably synonymous with self-awareness and can be regarded as the subjective equivalent of the ego. Identiteit is dus subjectief. Dat maakt het al moeilijker om deze vast te stellen, en als een objectief gegeven te beschouwen.

Gevaar

De zoektocht naar de identiteit van een dorp of stad heeft het gevaar in zich, dat er maar één identiteit gecreëerd wordt. De beleving van identiteit is afhankelijk van de persoon die waarneemt. Voor de één zal de identiteit voornamelijk worden bepaald door zijn eigen geschiedenis en leefwijze en zijn relatie met de plek. Voor de ander wordt de identiteit bepaald door het gebruik en beleving van een plek, en speelt de (persoonlijke) geschiedenis geen rol. Dit betekent dat een stad of dorp veel meer identiteiten kan hebben, die door elkaar heen bestaan, en elkaar beïnvloeden. Want aantrekkelijkheid en karakter van een plek worden juist gevormd door de meerdere betekenissen die het door meerdere gebruikers krijgt. Met ander woorden: een plek heeft meerdere identiteiten.

In de literatuur heeft het begrip gemeenschap een belangrijke link met het woord identiteit. Steeds heeft voor een belangrijk deel het vormen van een gemeenschap in het teken gestaan van het vormen van een eigen identiteit van een plek, een plaats. Naast gemeenschap wordt ook plaats belangrijker. Toegenomen culturele en etnische heterogenisering van de maatschappij, groei van de individualisering zijn factoren die de plek, de plaats in waarde doen toenemen.
Illustratief zijn de vier karakteristieken die voor het ontwikkelen van het Amerikaanse plaatsje Celebration zijn gebruikt: community, place, education, communication. Dit plaatsje is ontwikkeld door de Walt Disney company en tracht oude vormen met vernieuwing te combineren. Gemeenschap (of: community) staat voor het gevoel ergens deel van uit te maken: een samenleving, een groep, ofwel het gevoel ergens bij te horen. Plaats (of: place) laat zien dat het niet helemaal indifferent is waar men woont. De plaats heeft ruimtelijke karakteristieken die bepalend zijn en onderscheidend ten opzichte van andere plekken.

Onderzoek naar identiteit

Identiteit blijkt dus iets wat niet per definitie voor iedereen hetzelfde hoeft te betekenen. Een dorp kan meerdere identiteiten in zich dragen. Moeilijk is dus om vast te stellen welke identiteiten een dorp in zich heeft, aangezien het ook om niet direct tastbare aspecten kan gaan.
Voor de gemeente Nootdorp heeft Reijndorp bv (stedelijk onderzoek en advies) een onderzoek gedaan naar de identiteit. Nootdorp, dat tegen Den Haag, Zoetermeer en Pijnacker aan ligt, krijgt te maken met een uitbreiding van de woningvoorraad, door de VINEX-lokatie Ypenburg. Hiertoe zal de omvang van het dorp bijna verdriedubbelen; van 9.000 naar 25.000 woningen. De gemeente vroeg zich af welke identiteit Nootdorp eigenlijk heeft. Een achterliggende reden naar deze zoektocht naar identiteit kan de dreiging van schaalvergroting en anonimiteit zijn geweest, die in strijd lijken met de kenmerken die aan het dorp verbonden worden. Immers; wie zich bedreigd voelt, gaat zich afvragen wat de identiteit is, wat de sterke punten zijn waarop je je kan laten voorstaan. Aan de hand van het praktijkgeval Nootdorp worden een aantal algemene uitspraken gedaan, die ook van toepassing kunnen zijn voor andere plekken dan Nootdorp.

Identiteit en aantrekkelijkheid

Parallel aan de begrippen ‘plaats’ en ‘gemeenschap’ laat de identiteit van een dorp zich omschrijven in ruimtelijke, maar ook in sociale aspecten. Niet alleen de fysieke verschijningsvorm van een dorp speelt een rol in de vorming van identiteit. Deze verschijning representeert alleen de uiterlijke kenmerken, terwijl voor het kenmerk van een dorp ook de mate van sociale omgang tussen de inwoners bepalend is.
In Nootdorp is de vraag naar de identiteit door ons bureau vertaald in een vraag naar wat het wonen en leven in Nootdorp nu zo aantrekkelijk maakt. Daarnaast is gekeken – met het oog op de grote uitbreidingen en de daarmee gepaard gaande veranderingen – naar hoe die aantrekkelijkheid zich in de toekomst zal ontwikkelen. En of deze aantrekkelijkheid in de toekomst misschien wel vergroot kan worden.
Antwoord op deze vragen geeft meer houvast, naast concretere aanknopingspunten voor beleid, aan het begrip identiteit. Door identiteit te vervangen door aantrekkelijkheid wordt er meer zicht geboden op de mogelijke kwalificaties die aan het dorp worden gegeven, zoals: groene enclave in de drukke Randstad, tuindersdorp, dorp met landelijk karakter, een boeiend verenigingsleven, een open gemeenschap. Daarnaast biedt een begrip als aantrekkelijkheid ook meer aanknopingspunten – hoe subjectief het ook kan zijn – voor nieuwe ontwikkelingen. Bepaalde kenmerken kunnen onder invloed van de verstedelijking in de gemeente versterkt worden, zoals het kleinschalige gespecialiseerde winkelbestand.

Ruimtelijke identiteit

De fysieke aantrekkelijkheid van een dorp weet iedereen snel te formuleren: de kleinschaligheid, de informaliteit in woonvormen, de karakteristieke openbare ruimte, en een zekere mate van historie. Kenmerken zijn onder andere de openheid, de in elkaar overvloeiende ruimten, de beperkte scheiding tussen openbaar en privé, de informele routes, vaak over eigen grond met recht van overpad.
Om de fysieke aantrekkelijkheid van een dorp beter te omschrijven dan alleen deze kenmerken, wordt het begrip plaats geïntroduceerd. Daarbij neemt het begrip plaats de positie in van zaken die ermee verbonden zijn; het idee ergens te wonen op een plek met duidelijke kenmerken. Dan gaat het om de ligging en de herkenbaarheid, om de karakteristieke plekken en de ruimtelijke structuren, die van bijzondere betekenis zijn voor de inwoners en gebruikers van het dorp.
De ruimtelijke structuren zijn historisch tot stand gekomen, en bepalen in deze mate dan ook de verschijningsvorm van een dorp. Vaak worden deze structuren onder druk van groei en vernieuwing aangepast aan de huidige tijd. In veel gevallen betekent dat een vervaging van de karakteristiek van een dorp. Een voorbeeld is de oude landweg, die door intensiever gebruik is verbreed, waarbij het bomenprofiel is aangepast aan de nieuwe breedte. In de praktijk komt het voor, dat gebruik en beleving uit elkaar komen te liggen. Voor velen is de nieuwe, verbrede weg maar wat makkelijk, maar of de belevingswaarde er net zo hoog van is als van de oude weg, is nog maar de vraag.
De aanpassing van de (openbare) ruimte is daarbij aan trends en mode onderhevig. Waar in de jaren zeventig het autoverkeer sterk toenam en de wegenstructuur hierop werd aangepast, is het midden jaren tachtig beleid om de ruim baan voor de auto in te wisselen voor kleinschaligheid en verkeersveiligheid. Overigens lijken aanpassingen die hier veelal voor gedaan zijn, zoals paaltjes, mini-rotondes, drempels en verkeerslichten, in dorpen een veel verstorender effect te hebben dan in steden. De identiteit wordt er sterk door bepaald.

Sociale identiteit

Naast de fysieke omgeving is de sociale omgeving te onderscheiden, die minstens zo belangrijk is om de identiteit van een dorp vast te kunnen stellen. De sociale omgeving wordt gedefinieerd als de geïnstitutionaliseerde omgeving van instellingen, verenigingen, kerken, dorpsfeesten, evenementen en manifestaties. Maar ook de informele wijze waarop bewoners met elkaar om gaan bepaalt de sociale omgeving: de contacten met de buren, de sociale netwerken, de familienetwerken, het wederzijds hulpbetoon. De mate van openheid is hierbij van belang: in hoeverre worden veranderingen geaccepteerd, hoe wordt er op vernieuwingen gereageerd.
Zo kan de komst van ‘import’ een duidelijke verschuiving van normen en waarden veroorzaken. Er treedt een diversificatie van leefstijlen op. De oorspronkelijke bewoners kunnen zich daarmee niet altijd identificeren, en kunnen zich ontheemd gaan voelen. Nieuwe inwoners hebben hun contacten vaak over een groter gebied liggen dan alleen het dorp. Er ontstaat een situatie van een gedelokaliseerde ‘community’1. Bij het bepalen van de identiteit, en dan met name van de karaktervolle eigenschappen van een dorp kan dan ook een conflict ontstaan tussen de verschillende manieren waarop bewoners en gebruikers tegen het dorp aankijken.
Het proces dat nieuwkomers in het dorp karakteristieken koesteren, die door de oorspronkelijke bewoners niet eens als zodanig worden herkend, is door veel auteurs, onder andere door Geert Mak, uitgebreid beschreven. De kans bestaat dat de import bestaande karakteristieken en kenmerken van het dorp gaat isoleren en fixeren. Daardoor verdwijnt de dynamiek en de mogelijkheid tot verandering. Met als gevolg dat deze kenmerken, die vaak een fysieke verschijningsvorm hebben, de hoofdmoot van een dorp kunnen gaan bepalen.
Nu de lokale situatie is beïnvloedt door invloeden, impulsen, indrukken van buitenaf, is er sprake van een de-contextualisering. Waar boeren het landschap bijvoorbeeld beschouwen als ‘de noodzakelijke werkvloer voor het uitoefenen van hun beroep’ kunnen anderen daar totaal verschillend tegenaan kijken1. Hij waarschuwt voor de contradictie die zich nu op het platteland aan het afspelen is. Aan de ene kant het verdwijnen van de directe band tussen boer en grond, en daarmee gepaard gaande een toenemend gebrek aan identificatiemogelijkheden, aan de andere kant het ontplooien van initiatieven (veelal door ‘stads’ mensen) om het eigene en het bijzondere van het platteland in stand te houden en te conserveren. De consensus over de aard, functie en betekenis van het landschap was vroeger veel meer een lokale aangelegenheid.

De methodiek

Voor Nootdorp zijn de ruimtelijke en sociale aspecten in het onderzoek aan de orde gekomen. De methode die daarbij gehanteerd is, is die van de groepsgesprekken. Deze methode is bijzonder geschikt om de betekenis die mensen hechten aan bepaalde zaken duidelijk te maken, en de argumenten die daaraan ten grondslag liggen te achterhalen. In een groepsgesprek uiten de deelnemers niet gewoonweg hun mening, maar gaan zij ook met elkaar in discussie. Voor onderzoek kan dat betekenen dat een verdieping van de argumenten wordt verkregen, waardoor een beter zicht is te krijgen op het gewicht van bepaalde uitspraken.

De opzet van deze gesprekken is geweest om door middel van een aantal onderwerpen een beeld te krijgen van die aspecten die voor de identiteit van Nootdorp van belang zijn. De onderwerpen die aan de orde zijn gekomen in de gesprekken zijn:
* de presentatie van voorwerpen die volgens de deelnemers verbonden zijn met de identiteit van Nootdorp. Hoe simpel dit ook moge klinken: het veroorzaakte wel dat deelnemers vooraf moesten nadenken over de identiteit van Nootdorp, en welk voorwerp deze identiteit zou kunnen vertegenwoordigen.
* ruimtelijke oriëntaties: de deelnemers konden op een regionale kaart aangeven waar zij hun boodschappen doen, en een toelichting geven. Hiermee kan worden aangetoond dat het dorp niet op zichzelf staat; Nootdorp bevindt zich in een stedelijk veld, met invloeden die ook het dorp treffen.
* betekenisvolle plekken en routes: op een kaart van Nootdorp konden de deelnemers die plekken en routes aangeven die volgens hun een belangrijke bijdrage leveren aan het karakter van Nootdorp. Eveneens konden zij aangeven welke plekken afbreuk doen aan het karakter van het dorp.
* Op de laatste kaart die de deelnemers kregen dienden zij verbeteringsvoorstellen aangeven; hoe kunnen de komende uitbreidingen een bijdrage leveren aan versterking van de positieve kanten en karakter van Nootdorp.

De dorpsgesprekken in Nootdorp zijn gevoerd met bestuurders van culturele en sportverenigingen en met betrokkenen bij verschillende maatschappelijke initiatieven. In totaal zijn er zes gesprekken gevoerd met bewoners uit verschillende bevolkingsgroepen, een met gemeenteraadsleden en drie met gemeente-ambtenaren. Per gesprek zijn acht deelnemers uitgenodigd.

Vertaling naar programma

De betekenisvolle plekken en routes zoals deze in gesprekken zijn genoemd, zijn onderverdeeld naar de landschappelijke kenmerken van Nootdorp. Daarbij spelen structuren en routes een belangrijke rol. Eén van deze routes van Nootdorp zijn de oude linten, waar vanuit het omliggende gebied is ontgonnen en verkaveld. Aan deze linten heeft de oude en nieuwe bebouwing een plek gevonden. Om op deze linten terecht te komen moet het dorp benaderd worden via de toegangswegen, ofwel de ‘oprijlanen’ tot het dorp.
Een ander belangrijk aspect van de betekenisvolle plekken en routes zijn de (markante) gebouwen en gebieden. Gebouwen kunnen kerken zijn, scholen, het raadhuis of een karakteristieke woning. Dat zij markant zijn, wil niet zeggen dat zij per definitie ook mooi zijn; eerder gaat het om de cultuurhistorische of de sociaal-culturele waarden die zij hebben. De gebieden die worden onderscheiden, kunnen belangrijke gebieden zijn vanwege het open karakter, of de betekenis die er aan gehecht wordt door bewo-ners, en gebruikers.
Wat kenmerkend is voor Nootdorp, en wat voor veel meer dorpen geldt, zijn de ‘open gaten’ die er zijn te vinden. Voormalige weilandjes, oude boerderijen midden in het dorp, een boomgaard tussen de winkels, een oude marktplaats. Deze plekken bepalen voor een groot deel het landelijke en informele karakter van dorpen. Er bestaat echter de voortdurende drang om deze plekken te bebouwen. Daarmee wordt dan ook vaak het dorpse karakter definitief om zeep geholpen.
Van belang is dus, om de waarde van dergelijke gebouwen en routes te onderkennen. Dat kan door ze, bij uitbreiding van het dorp, centraal te stellen als ontwerpthema. Hoe kunnen ‘nieuwe’ linten worden ontworpen, die aansluiten bij de oude structuur? Is het mogelijk om dergelijke nieuwe linten aan de hedendaagse verkeers- en woontechnische eisen aan te passen? Levert dit aantrekkelijke woonmilieus op?

Identiteit als laatste strohalm?

De historisch gegroeide ruimtelijke en sociale structuren van dorpen zijn belangrijke aanknopingspunten als het gaat om het vormgeven van de identiteit van dorpen. Dat betekent niet dat dergelijke structuren dienen te worden gefixeerd, of ‘landelijk’ moeten worden ingericht. Hoe sterk de open(bare) ruimte het karakter en identiteit van een dorp ook kunnen bepalen, het sterk fixeren van karakter en identiteit ontkent de dynamiek waaraan een dorp onderhavig is. Het statische karakter dat dit tot gevolg kan hebben heeft iets onechts, iets gemaakts.
Het lijkt er op dat nu de sociale en economische veranderingen in de dorpen op het platteland groot zijn, het begrip identiteit de redding voor de afnemende zekerheid biedt. Een risico is ook, dat de identiteit alleen op lokaal niveau bepaald wordt, en niet over een grote gebied gezien wordt. Identiteit dient op een groter schaalniveau gezien te worden: het gaat immers bij het vaststellen van de identiteit ook om een spiegeling aan andere identiteiten in de omgeving. De toekomstige identiteit van een dorp wordt bepaald door het zoeken naar het evenwicht tussen stabiliteit en dynamiek, en het vermijden van zowel behoud- en veranderingszucht.

Literatuur

1 Henk de Haan, Tekens in het landschap, de constructie van identiteiten in de Hoeksche Waard, in: Waar het landschap begint, reader international conference 29/30/31 oktober 1998, AIR Zuidwaarts, Rotterdam, 1998
2 Ivan Nio, Arnold Reijndorp, Buitenruimte-atlas Breda, gebruik en beleving van de openbare ruimte, Reijndorp bv, Rotterdam, 1996
3 C. Rycroft, A critical dictionary of psycho-analysis, Penguin, Londen, 1995
4 Birgitt Truijens, Arnold Reijndorp, De identiteit van Nootdorp, Reijndorp bv, Rotterdam, 1997

Met dank aan Birgitt Truijens

Trefwoorden