Niet groot willen, maar klein kunnen. Dat zou als motto kunnen gelden voor de toeristisch-recreatieve projecten die in Noordwest- Friesland met Europese steun uit het programma LEADER worden ontwikkeld.

De LEADER-regio Noordwest-Friesland omvat de gemeenten Het Bildt, Bolsward, Franekeradeel, Harlingen, Littenseradiel en Wûnseradiel. De zee heeft het gebied rijk begiftigd met vruchtbare klei. In het noorden, de Bouhoeke, overheersen akker- en tuinbouw, terwijl het zuiden, de Greidhoeke, voor een groot deel op veeteelt drijft. Industrie, transport en dienstverlening zijn vooral in grotere kernen als Bolsward, Makkum, Winsum, Harlingen, Franeker en Sint-Annaparochie te vinden. Concentraties van cultuurhistorie bieden de Elfsteden-drie: Bolsward, Harlingen en Franeker.
Noordwest-Friesland was de enige LEADER-regio in Nederland die van 1991 tot en met 1994 aanspraak maakte op Europees geld. Deze periode, LEADER I, werd gevolgd door LEADER II. De regio’s Lauwersland, Zuidwest-Drenthe en Flevoland kwamen er toen bij.
LEADER II loopt tot en met 1999. Er heerst nog onzekerheid over LEADER III. Het subsidieprogramma zal waarschijnlijk voortgezet worden, maar het is niet uitgesloten dat de gebiedsindeling verandert.

Herstel van leefbaarheid

LEADER beoogt de leefbaarheid op het platteland te herstellen, zowel sociaal-economisch als wat de kwaliteit van de leefomgeving betreft. Gebieden in Europa die het moeilijk hebben, krijgen geldelijke ondersteuning. Het zijn regio’s die worden geconfronteerd met een dalend inwonertal, afnemende werkgelegenheid en een verschraling van het voorzieningenniveau.
In Noordwest-Friesland zetten met name schaalvergroting en technologische vooruitgang in de agrarische sector een rem op de economische ontwikkeling van het platteland. De werkgelegenheid kalft af, waardoor veel jonge mensen de kleinere dorpen de rug toekeren.
Een van de instrumenten om werkgelegenheid terug te brengen en daarmee de leefbaarheid en levendigheid van de dorpen een stimulans te geven, is het ontwikkelen van toeristische voorzieningen. In Noordwest-Friesland zitten ze evenwel niet op massatoerisme te wachten. De plannenmakers richten zich met name op de kwaliteitstoerist die geïnteresseerd is in de geschiedenis van de streek en tegelijkertijd geniet van een open landschap dat schittert in schone eenvoud.
Voor deze toerist zijn diverse projecten opgezet. Twee daarvan, de wedergeboorte van Uniastate in Bears en het cultuurproject Oudebildtdijken, betrekken de bezoeker bij de lokale cultuurhistorie.
Het cultuurproject Bildtdijken behelst diverse voorzieningen in het lieflijke dorpje Oudebildtzijl, op enkele kilometers afstand van de Waddenzeedijk. Enkele jaren geleden verdween de dorpssupermarkt annex postagentschap wegens afnemende klandizie, nadat eerder al de bakker, de kapper en de doe-het-zelf-markt de deuren hadden gesloten. In de nieuwe plannen is ruimte voor vier dorpslogementen, een bezoekerscentrum en een kleine oudheidkamer. Bovendien wordt de winkelfunctie deels hersteld met de vestiging van een versmarkt, en zijn er lokale en ambachtelijke producten te koop. Momenteel worden twee panden oostelijk van de doopsgezinde kerk geschikt gemaakt voor deze voorzieningen. De kerk zelf heeft een nieuwe invulling gekregen als ruimte voor concerten, lezingen en tentoonstellingen. In de consistorie worden kantoren ingericht.
Een bewegwijzerde cultuurroute over de Bildtdijken hoort ook bij dit project, dat niet alleen de toerist dient, maar tegelijkertijd zijn waarde voor de eigen bevolking bewijst. De totale kosten bedragen circa 1,2 miljoen gulden, waarvan 450.000 gulden uit de LEADER-pot.

Uniastate nieuwe stijl

Verleden jaar werd in het terpdorpje Bears een stalen frame uit Corten-staal opgetrokken als visualisatie van de oude state naar het idee van kunstenaar Beb Mulder. Behalve het levend houden van een adellijke herinnering heeft de state nieuwe stijl een praktische functie. Bij de constructie is rekening gehouden met een houten podium dat tussen de stalen buizen kan worden aangebracht. Zo wordt ruimte gecreëerd voor theater, waarbij de toren via een trap kan worden beklommen. Het is een aparte ervaring om de contouren van dit uit de kluiten gewassen klimrek te ontwaren achter de zeventiende-eeuwse poort van Uniastate. Bovendien heeft de bezoeker vanaf hier een schitterend uitzicht op het karakteristieke kerkje waarin een bescheiden streekmuseum is ondergebracht. De visualisatie van Uniastate is onderdeel van het ‘Landschapsplan Uniastate, Bears en omgeving’, dat het Harlinger landschaps-architectenbureau Noord Peil heeft ontwikkeld. In een aantal fasen wordt de ruimtelijke structuur van Uniastate en directe omgeving weer hersteld. Ligt het stateterrein er nu nog vrij kaal bij, in de toekomst kan een wandeling worden gemaakt op het parkachtige terrein achter de state. Ook een beeldentuin staat hoog op het verlanglijstje van de stichting die het project Bears begeleidt. De totale projectkosten bedragen circa één miljoen gulden. Het leeuwendeel daarvan is aan de state besteed. LEADER heeft deze constructie bekostigd.

Horeca-voorziening

Projectleider Evert Visser van de gemeente Littenseradiel was zeer tevreden met het bereikte resultaat, maar hij constateerde ook dat het nu aan de lokale bevolking is om het project rondom de ‘poarte’ en state van Bears tot een succes te maken. ‘Er zullen mensen moeten worden gevonden die bezoekers willen ontvangen en er zal een horecavoorziening moeten worden opgezet en instandgehouden. Dat is nog niet zo gemakkelijk.’ Ook stelde Visser vast dat de toeristische waarde van Bears niet alleen in zichzelf gezocht moet worden, maar onderdeel moet worden van een groter verband. ‘Aansluiting bij andere projecten is zinvol. Alleen zo kun je de toerist voor langere tijd aan de streek binden.’
Daarmee komt één van zwakke plekken in het toeristische aanbod van Noordwest-Friesland aan het licht: er is geen coherentie in het aanbod van bezienswaardigheden. Maar daar gaat verandering in komen. ‘Op diverse fronten wordt gewerkt aan plannen om projecten in de toeristisch-recreatieve sfeer op elkaar af te stemmen’, vertelt Ulke van der Bij, secretaris van de Coördinatiegroep LEADER II Noordwest-Friesland. Hierin zijn vertegenwoordigd: de gedeputeerde Sicko Heldoorn, burgemeesters en wethouders uit de betrokken gemeenten en vertegenwoordigers van het midden- en kleinbedrijf, de toeristische en de agrarische sector. Daarnaast runt Van der Bij het Projectbureau in Franeker dat zorgdraagt voor een juiste gang van zaken bij de uitvoering van met LEADER-geld gefinancierde projecten.

Bottum-upprojecten

In de periode 1995-1999 wordt ruim veertig miljoen gulden aan leefbaarheidsprojecten in Noordwest-Friesland uitgegeven. Daarvan stelt LEADER circa acht miljoen gulden beschikbaar; de rest is afkomstig van overheden en de private sector. Projecten waar LEADER-subsidie voor komt, voldoen aan een aantal criteria. Het zijn kleinschalige projecten die een voor de regio vernieuwend karakter hebben. Daarnaast wordt de bottum-upgedachte gehuldigd: te subsidiëren ideeën en plannen moeten óf vanuit de regio naar voren zijn geschoven óf op voldoende draagvlak in de regio kunnen rekenen. Van der Bij noemt enkele projecten die hieraan voldoen én die een bijdrage kunnen leveren aan de zo gewenste samenhang: de verbetering van de vaarweg Bolsward-Harlingen en de realisatie van een netwerk van ‘Opkamers en Dorpslogementen’.
Het geschikt maken van de vaarweg Bolsward-Harlingen voor kleine pleziervaart heeft een positieve invloed op de verblijfsrecreatie in Noordwest-Friesland. Hiervan profiteren niet alleen genoemde steden. Ook aan de route gelegen dorpen als Witmarsum, Kimswerd en Arum pikken hun graantje mee. En dat verdienen ze, want deze plaatsen zijn de moeite van een bezoek meer dan waard. Landelijke reisgidsen maken er vaak geen melding van, maar de schoonheid van deze dorpjes ligt in landelijkheid verscholen. Verbetering van de vaarweg betekent veel baggerwerk en het ophogen van bruggen. De minimale doorvaarthoogte wordt op 2,50 meter gebracht. Van de circa 6,6 miljoen gulden die nodig is, nemen de gemeenten Wûnserdiel, Harlingen en Bolsward ongeveer 2,6 miljoen gulden voor hun rekening. Het LEADER-aandeel bedraagt 1,2 miljoen gulden. Naar verwachting wordt de vaarweg in het jaar 2000 opgeleverd.

Opkamers en dorpslogementen

In het spoor van de vaarweg Bolsward-Harlingen ondergaan ook andere vaarten in Noordwest-Friesland zoals de Kûbaarderfeart en de Boazumerfeart aanpassingen met het oog op kleine recreatievaart. Verder worden nieuwe vaarroutes (Middelzeeroute, Kleiroute) uitgezet en komen er ongetwijfeld ligplaatsen bij. ‘Het vaarwegennet in Noordwest-Friesland heeft echter geen belang bij grootschalig watertoerisme’, benadrukt Van der Bij. ‘Watersporters die een alternatief zoeken voor de drukke Friese meren, kunnen prima in de rustiger contreien van Noordwest-Friesland recreëren.’
Behalve uitbreiding van waterwegen voor de pleziervaart wordt ook de verblijfsaccommodatie verbeterd. Hebben steden als Bolsward, Harlingen en Franeker stadslogementen voor de op luxe gestelde cultuurtoerist, op het platteland worden opkamers en dorpslogementen ingericht; overnachten in een karakteristieke boerderij of dorpsherberg. ‘Een niveau onder de stadslogementen, maar meer dan Bêd en Brochje’, laat Van der Bij weten. In dit project werken LEADER Noordwest-Friesland en LEADER Lauwersland samen. De bedoeling is om in twintig boerderijen en tien dorpscafés gastenverblijven te realiseren, waarbij gestreefd wordt naar een evenwichtige spreiding over het gebied. Deelnemers hebben zich verenigd in stichting De Pronkkamer.

Meer samenwerking

Cultuurtoeristische voorzieningen creëren is één, de potentiële toerist warm maken, is een ander verhaal. Voor dit doel heeft LEADER een bedrag van 100.000 gulden beschikbaar gesteld. De Stichting Kultuer en Toerisme yn Fryslân (KTF) gebruikt dit geld voor een project Cultuurtoeristische Informatievoorziening dat op 500.000 gulden is begroot. KTF werkt aan eenduidige promotie en marketing voor het cultuurtoerisme in Noordwest-Friesland. Arrangementen spelen hierin een belangrijke rol. Dit impliceert samenwerking tussen de toeristisch-recreatieve ondernemers en de culturele instellingen. Er ligt inmiddels een folder met informatie over cultuurhistorische plekken en wetenswaardigheden. Een volgende stap is de ontwikkeling van een cultuurhistorische pas, een beproefd middel voor toeristenbinding.
Zo maakt Noordwest-Friesland een inhaalslag. En wie weet wat voor cultuurhistorische schatten er nog wachten om ontgonnen te worden? Bij elke terp die in dit gebied wordt onderzocht, is het de laatste jaren raak. Vondsten in Wommels, Winsum en Wijnaldum verrukten oudheidkundigen in binnen- en buitenland. Daar móet meer mee te doen zijn.