Hunebedden zijn tegenwoordig 'camp', 'cool', 'vet', of welke moderne term van instemming je ook maar zou willen gebruiken. Het streven naar een aansprekende, sprankelende presentatie in een geheel nieuw Hunebedmuseum.

Sinds de officiële opening van het NHI op 25 februari 1987 is gaandeweg een succesvol concept ontwikkeld en vormgegeven. Basiselementen in het NHI-concept zijn:
* De combinatie van een permanente expositie over hunebedden in de onmiddellijke nabijheid van het grootste en meest bezochte hunebed van Nederland.
* Een wetenschappelijk verantwoorde permanente expositie met een educatieve missie: correct omgaan met hunebedden en andere (archeologische) monumenten.
* Een directe relatie met het omliggende landschap, dat via fiets- en wandelroutes kan worden ‘ontdekt’. Informatiedragers en informatieve gidsjes begeleiden de ontdekkingstoer.
* Consequent werken aan verbetering en vernieuwing van het hunebedimago van Drenthe. Dit geschiedt niet alleen door aansprekende tijdelijke exposities, maar ook door het kiezen voor niet alledaagse invalshoeken (poëzie, literatuur, theater, beeldende kunst).
* Een sterk accent op kinderen. Zo werd onlangs in samenwerking met de Drents-Groningse Pers en een uitgever begonnen aan het stripverhaal Arin en het volk van de hunebedbouwers. Bundel met begeleidende expositie staan gepland voor april 2000.
* Een sterk inhoudelijk accent op de internationale betekenis van de hunebedden en het Trechterbekervolk. Het NHI participeert in het project Comenius III: Museums, School and Internet (samen met partners uit Frankrijk, Ierland en Spanje), en zeer recent werd subsidie verkregen voor het NHI- geïnitieerde project Early Farmers in Europe (samen met Hongarije, Spanje en Ierland).
* Daarnaast doet het NHI wat andere museale instellingen ook doen: activiteiten voor de jeugd, opzet van museale productenlijn, arrangementen met omliggende recreatiebedrijven, opleiding van gidsen enzovoort.

Nieuw hunebedmuseum Uit een NIPO-enquête van maart-april 1996 kwam naar voren dat 84% van de Nederlanders bij een monument het eerst denkt aan een hunebed. Bovendien bleek het NHI de bekendste archeologisch-museale instelling van ons land (samen met het Rijksmuseum voor Oudheden 45%). De potentie van het NHI werd hiermee onderstreept. Samen met de Provinciale Stuurgroep Cultuurtoerisme werd gewerkt aan een uitbreidingsplan, waarin kwaliteit, attractiviteit en seizoensverbreding in het museumbezoek centraal stonden. Dit resulteerde in een plan voor een geheel nieuw hunebedmuseum, de aanleg van een neolithische tuin; de aanpassing van het huidige centrum, waarin administratie, depot, bibliotheek en enkele leslokalen en dergelijke worden ondergebracht, en aanleg van een nieuw verlaagd parkeerterrein, werden beschreven en begroot. Een ambitieus plan dat maar liefst twaalf miljoen gulden moet gaan kosten. De eerste resultaten zijn inmiddels bekend. Er is een schetsontwerp voor een museum gereed en de gemeente Borger-Odoorn heeft zich achter de plannen van het NHI geschaard.

Architectuur en inhoud

Gestreefd is naar een geïntegreerde, synergetische aanpak, waarin architectuur, landschapsinrichting, museale inhoud en recreatief gebruik elkaar aanvullen en versterken. Het ontwerp van het museum door Architectenbureau Van Eyck is de eerste proeve van wat durf en respect voor het landschap vermag. Het nieuwe museum wordt lichtgebogen, langwerpig gebouwd met lage muren en een met Drentse boerderijen harmoniërende daklijn. Ronduit geraffineerd is de opname van drie niveaus in een gebouw dat toch slechts 7,60 meter hoog wordt. Door het gebouw te verdiepen tot één meter onder het maaiveld en het te laten meeglooien met het landschap, wordt van binnen een verrassend hoge ruimte bereikt. Er is sprake van een drieledige grote hal en twee licht gebogen lange ruimten onder een hoog dak (met gefilterd licht via lichtkokers). Daartussen is een plek voor een kolossale maquette van een hunebed in oorspronkelijke staat, onder een groot glazen dak. Onder het dak zijn ter plaatse twee podia aangebracht waardoor men het hunebed ook van boven kan bekijken. Onder deze podia zijn twee filmzaaltjes gesitueerd Dit zijn tevens de enige elementen die een vaste plek hebben. De overige ruimten worden onderverdeeld door verplaatsbare elementen en vitrines, waardoor de mogelijkheid voor een dynamische museale inrichting wordt geschapen. De nissen in de buitenmuren kunnen eveneens op verschillende manieren worden gebruikt, bijvoorbeeld als wandvlak voor foto´s, tekeningen en dergelijke, of als vitrine.

Ligging in het landschap

Het museum is gesitueerd langs de oorspronkelijke bosrand van het hunebedterrein, zodat dit het glooiende landschap niet verstoort. Men bereikt de ingang van het museum door er omheen te lopen (bij het verlaten van het museum heeft men dan het zicht over de hele glooiende vlakte). Via een overdekte binnenruimte betreedt men de grote ingangshal over een enorme mozaïekkaart van Drenthe. De ingangshal biedt de mogelijkheid van keuze: de expositie betreden, het restaurant bezoeken of neuzen in de museumwinkel. Er is naar gestreefd het grootste hunebed bij het museum te betrekken. Zo heeft men bij het betreden van de expositieruimte (via een auditorium) meteen zicht op het hunebed buiten, terwijl men ook vanaf een van de podia het hunebed kan zien liggen via een verlaagd dakraam. Het uiterst inventieve ontwerp biedt alle mogelijkheden om een aansprekende, multimediale inrichting te realiseren die zijn vorm zal krijgen vanuit een thematische opzet die een dwarsdoorsnede verbeeldt van voorbije prehistorische samenlevingen. Gedacht wordt daarbij aan thema´s als: leven en overleven, kennis en kunde, religie en rituelen, communicatie en media, en mythen en visies.

Het verhaal erachter

De expositie is contextgericht. Gegevens, voorwerpen, onroerende realia en dergelijke worden weergegeven in de prehistorische context, voorzover er gegevens over bekend zijn. Archeologische voorwerpen, die bijvoorbeeld een gebruiksaspect uit een prehistorische samenleving weerspiegelen, worden niet als kunstobject getoond maar in relatie gebracht met vervaardiging en gebruik in de oorsprongstijd. Het gaat derhalve om het ‘verhaal erachter’. De expositie stelt de prehistorische mens centraal. Hoe leefden mensen in de prehistorie? Hoe zagen ze eruit? Hoe waren ze gekleed? Vondsten, monumenten en reconstructies staan in dienst van het verhaal rond de prehistorische mens.

Beleving en spanning

Het is belangrijk sfeer, beleving en spanning te creëren, afgewisseld, met momenten, (en plaatsen) van rust en gelegenheid tot reflectie en/ of verdieping. Binnen elk thema zullen bepaalde ontwikkelingen worden doorgetrokken naar de huidige dag. Vertrekpunt is daarbij steeds de hunebedbouwer en/of het hunebed. Latere fenomenen als grafheuvels, wegtracés, urnenvelden en celtic fields worden bij de daarbij behorende thema´s behandeld. Fenomenen als de ontwikkeling van de landbouw, de toenemende menselijke invloed op het landschap en het omgaan met (archeologische) monumenten zullen worden doorgetrokken tot heden. Doe-elementen voor kinderen en volwassenen worden in een speciale activiteitenunit ondergebracht. De inrichting van het nieuwe hunebedmuseum gaat voor het grootste deel vijf à zeven jaar mee. Gewijzigde inzichten, nieuwe ontwikkelingen, vervangingen en nieuwe presentatietechnieken zullen voortdurend leiden tot nieuwe inrichtingselementen. De gerichtheid op aanpassing krijgt tevens gestalte door het initiëren van nieuw onderzoek en in tijdelijke exposities.

Natuurtransferium

De plek voor een nieuw hunebedmuseum bij het grootste hunebed van Nederland mag dan logisch genoemd worden, het mag de ogen echter niet sluiten voor een relatief nadelige ligging als het gaat om de bereikbaarheid. Een niet verwachte, sterke toename van het autoverkeer kan leiden tot een onaanvaardbare belasting van het aangrenzende oudste deel van Borger. Het is voor iedere overheid verstandig te anticiperen op ontwikkelingen die zich kunnen voordoen. In Borger wordt gedacht en gewerkt aan de creatie van een natuurtransferium langs de N34. Bezoekers kunnen hier hun auto dan parkeren om vervolgens in een alternatief, minder belastend vervoermiddel te stappen en omliggende attracties te bezoeken. Het wordt in die situatie mogelijk tot een beheersbare verkeerssituatie te komen, waardoor het buitengebied van Borger zo het domein kan blijven van fietsers en wandelaars. De brede, synergetische aanpak in Borger is de uiting van nieuw elan op het Drentse platteland. De boeiende plannen wachten op realisatie.

Trefwoorden