Het is rustig weer. De wind blaast in de zeilen en de zwaardtalie bromt ritmisch. Het water klotst langs het schip, we laten een wit spoor van schuim op het water achter.

Tijdens ‘de beurtveer’ strijden klippers, tjalken, aken en skûtsjes om wie het eerst vanuit Workum de haven van Amsterdam bereikt en vice versa. De beurtveer, een jaarlijks terugkerende zeilwedstrijd, is een ode aan vroegere tijden. Tijden waarin IJsselmeer nog Zuiderzee was, de polders nog bedekt waren met onstuimig water en de uitvinding van de auto nog in de verre toekomst lag. Waarin het landschap er volslagen anders uit zag. Wegen waren er nauwelijks, het goederentransport liep via talloze kleine en grote waterwegen.

Om beurten varen

Het fenomeen beurtveer of beurtvaart is in de loop van de zestiende en zeventiende eeuw ontstaan. Het slechte wegennet over land kon de toenemende behoefte aan transportmogelijkheden van de groeiende bevolking niet aan. Vervoer per schip bleek de aangewezen oplossing. Goederen en personen uit Friesland werden vanuit Friese Zuiderzeesteden als Stavoren, Lemmer, Hindeloopen en Workum naar het westen van het land vervoerd.
De schippers waren in eerste instantie niet aan vaartijden of vaarroutes gebonden. Het nadeel daarvan was dat alleen vermogende kooplieden en mensen die grote partijen te vervoeren hadden, de beschikking over een heel schip hadden. Zo hadden zij invloed op de tijd en plaats van vertrek en de te volgen route. Een handelaar die maar weinig goederen aan te bieden had, moest noodgedwongen wachten tot het schip naar het oordeel van de schipper voldoende geladen was.
Om meer invloed te krijgen op de vertrektijden en vaarroutes begonnen de handel en de industrie van verschillende steden de vaarten van de schippers te organiseren. Ook de bekwaamheid en betrouwbaarheid van de schippers konden zo worden gewaarborgd. De schippers gingen ‘om beurten varen’ volgens een onderling bepaald schema. Zo hadden zij werk op vaste tijden en een redelijk inkomen. Er ontstond een stelsel van vervoersverbindingen over de Zuiderzee.

Bier en brandewijn

Veel steden stelden een beurtveer in, dat vaak aansloot op lokale trekschuitsystemen. Slechts een beperkt aantal schippers kon zich inkopen in het beurtrecht. Eerst bestond de regelmaat van vervoer alleen uit het voorschrift dat de schippers om beurten voeren. Dan was er maar één schip in lading, zodat dat snel volgeladen was en af kon varen. Later moest ook op bepaalde dagen en tijden vertrokken worden, of het schip nu ‘aan zijn vracht’ was of niet. De lading bestond zowel uit goederen als passagiers. Voor de passagiers moesten altijd bier, brandewijn en kaarsen aan boord zijn, en arme passagiers of soldaten mochten voor half geld mee.
Tot ver in de negentiende eeuw bleven de beurtschepen onder zeil, hoewel de komst van stoomschepen en later gemotoriseerde schepen het fenomeen langzaam ondermijnde. In 1880 werd wettelijk een eind gemaakt aan de bevoorrechte positie van de beurtvaart. Er was geen toestemming meer nodig van de betrokken gemeenten. Halverwege de twintigste eeuw waren de meeste Friese beurtveren verdwenen. De veerdiensten Enkhuizen-Stavoren en Enkhuizen-Urk zijn de enige overblijfselen van het stelsel van beurtveerverbindingen over het IJsselmeer.
Door de verandering van transport over water naar transport over de weg raakten de eens zo bereikbare Friese steden volledig geïsoleerd. De opkomst van de recreatieve zeilvaart met jachten en oude zeilschepen wekte hen pas weer uit hun slaap.

Strontrace en beurtveer

Het Workumse beurtveer ontstond in 1550 en verdween in 1920. Rond 1975 zijn in Workum twee zeilwedstrijden opgezet: de strontrace en de beurtveer. De strontrace is een herinnering aan de schepen die beladen met koemest uit de Friese zuidwesthoek, naar Warmond, Katwijk, Hillegom en Sassenheim zeilden. Het doel was bemesting van de onvruchtbare geestgronden in de Noord-Hollandse bollenstreek. Het beurtveer zeilt van Workum naar Amsterdam en vice versa, waarbij onderweg een aantal havens wordt aangedaan, zonder daarbij de motor te gebruiken. Net als met de originele beurtvaart kunnen ook nu nog passagiers als opvarende mee om zich van Friesland naar Noord-Holland te laten vervoeren.
De achtergrond voor het organiseren van deze zeilwedstrijden, en de bijhorende visserijdagen, was de vrees voor het volledig verdwijnen van de ambachtelijke zeiltraditie. Zeilende binnenvaart was er niet meer en de recreatieve chartervaart of ‘bruine vloot’ stond nog in de kinderschoenen. De vaaroefeningen onder zeil zijn vanaf het begin bedoeld geweest om de herintreding van de beroepszeilvaart te stimuleren. Dit is deels gelukt; gedurende het zomerseizoen zijn op de Friese wateren en het IJsselmeer immers allerlei soorten en maten van zeilende schepen te vinden. Voor het vervoer van goederen geven vrachtverkeer en goederentreinen hun sterke positie voorlopig echter nog niet op ten gunste van het schip.

We varen voor de wind en hebben alle zeilen die we konden vinden, bijgezet. Aan de horizon ligt de dijk tussen Lelystad en Enkhuizen. Er rijdt een vrachtwagen door de ondergaande zon.

Bronnen
Jongert. R. e.a. 1998. En … oprotten nou! 25 jaar Strontrace, Beurtveer en Visserijdagen en het Workumer Shanty-festival. Stichting 25 jaar Visserijdagen, Beurtveer en Strontrace te Workum.
Wachter, B. 1959. De Beurtvaart, W.E.J. Tjeenk Willink, Zwolle.

Met dank aan Arian Poortman en Linda Schoppert van de Fokkelina.

Trefwoorden