Rijs, Oudemirdum, Sondel... Wie deze namen niet kent is nooit in Gaasterland geweest en heeft dus wat gemist. Denkend aan Friesland zie je meren en weilanden in een vlakke horizontale ruimte. Bij nader inzien heb je nog de Stellingwerven met veel bossen (wie kent niet Appelscha en Bakkeveen?) maar wie denkt er bij Friesland aan heuvels en kliffen? Aan bossen die pal aan de kust ophouden? Aan eindeloze wandel- en fietspaden door weer andere bossen rond kleine dorpjes met hier en daar ook nog een kroeg? En aan kleine haventjes waar je geniet van het weidse uitzicht over het water?

Voor mij is Gaasterland, het gebied waar dit alles te vinden is, niet onbekend. Mijn eerste bewuste bezoek bracht ik zo’n tien jaar geleden naar aanleiding van het boek van Rudi van Dantzig over de tijd dat hij in Laaxum bij een Friese familie woonde. Ik wilde dat weleens zien, dat kleine haventje waar hij als kind in de Tweede Wereldoorlog de hongerwinter had overleefd. En ik herinner me nog levendig de verrassende eerste indrukken, want ook ik kende Friesland vooral van de zomers die ik er heel vroeger als zeilinstructrice bij de Vinea Domini doorbracht.
Die eerste keer zocht ik op de bonnefooi naar slaapgelegenheid. En zo kwam ik terecht in Hotel Jans in Rijs. Op zolder was een ruime sobere kamer die voldeed aan wat je op een afgelegen plek verwachtte. Ja, we konden ook blijven eten….