Het dorp Gees is waarschijnlijk de oudste nederzetting in de gemeente Oosterhesselen. Vroeger was het de belangrijkste nederzetting en er woonden veel ambachtslieden. Gees en het verderop gelegen Oosterhesselen liggen aan de oude Coevorderweg, destijds de enige verbinding door het veen van Coevorden naar Friesland.
Onvruchtbaar gebied
De naam Gees wordt voor het eerst aangetroffen in een acte uit 1208 van het bisdom Utrecht. Het is naar alle waarschijnlijkheid afgeleid van gies, dat onvruchtbaar betekent. Gees ligt op een langgerekte zandhoogte van een vroeger inderdaad onvruchtbaar gebied. De lager gelegen veldgronden, die omzoomd worden door houtwallen, vormen de hooi- en weilanden in het stroomdal van het Loodiep. Behalve door het Loodiep wordt de marke van Gees ook omsloten door het stroomdal van het Drostendiep, dat zich uitstrekt tot Oosterhesselen. Rondom deze stroompjes heeft zich in de loop der jaren een prachtig landschap ontwikkeld, waarvan het natuurreservaat de ‘Hooge Stoep’ ten westen van Gees het meest tot de verbeelding spreekt. Staatsbosbeheer heeft hier twee terreinen: de Geeserstroom en de boswachterij Gees. De Geeserstroom bestaat uit 132 hectare kleine bosjes met enkele percelen graslanden ligt langs het Drostendiep. De boswachterij Gees omvat niet alleen 854 hectare naaldbossen met hier en daar in de ontginningsbossen nog enkele stukken natte en droge heide, maar ook 1348 hectare grasland van de Mepper hooilanden, die een een natuurbestemming krijgen.
Schapen en honing
Om de esgronden vruchtbaarder te maken werden vanaf de vroege Middeleeuwen heideplaggen met schapenmest vermengd. Vanaf de jaren twintig tot na de Tweede Wereldoorlog werden in het kader van de werkverschaffing honderden hectares heide in bos en bouwland omgezet. Begin 1800 behoorde de marke van Gees tot de grootste van Drenthe en waren er drie schaapskudden met zo’n drieduizend schapen. Op de brink van Gees staat nog een van de schaapskooien. De heide leverde nog een belangrijk product: honing. De gemeente Oosterhesselen telde in 1866 zo’n 1200 bijenkorven.
Brinkdorp
Gees heeft vroeger drie brinken gehad. Deze zijn verdwenen omdat er nieuwe boerderijen op werden gevestigd. De Brinkstraat doet hier nog aan denken. Naast de bekende Drentse boombrinken kende Gees ook zogenoemde weidebrinken; het gebied aan de westkant van het dorp heet nu nog ‘de Brinken’.
Vrijwel alle boerderijen die hier staan, stonden er begin vorige eeuw ook al, zij het dan in een andere vorm. De daken waren van riet en heideplaggen, er was meer hout in verwerkt en de muren waren van ‘waand’: vakwerk, opgevuld met gevlochten takken en afgedekt met riet en leem. Alle bouwmaterialen haalde men uit de directe omgeving: leem uit de ‘liemkoelen’, riet van de waterkant en hout uit het ‘holt’, het bij het dorp behorende bos of de erfbeplanting. Tot drie maal toe heeft het dorp als gevolg van de vele toegepaste brandbare materialen met hevige branden te maken gehad.
Kenmerkend is de enigszins ordeloos aandoende ligging van de boerderijen, die door wegen met elkaar en de esgronden zijn verbonden. De boerderijen staan meestal met de achterbaanders (grote bedrijfsdeuren) naar de weg gekeerd en hier en daar bestaat de erfverharding nog uit veldkeien.
Cultuurlandschap
Binnen het streekplan Drenthe neemt de Zuidoosthoek, waarin Gees zich bevindt, een prominente plaats in. Het stroomgebied van Loon- en Drostediep wordt als een waardevol cultuurlandschap van landelijke betekenis ontwikkeld, inclusief een blijvende landbouw. Er wordt een restrictief beleid voor de dorpen gevoerd. In dit middenstroomse deel worden kwelsituaties met veel weidevogels ontwikkeld, waarbij de landbouw als grondgebruiker de rol van beheerder en voortbrenger van streekeigen producten vervult. Binnen het bovenstroomse Mars- en Westerstroom vindt een aanmerkelijke invulling plaats van de ecologische hoofdstructuur. Er zijn in dit gebied goede mogelijkheden voor herstel en ontwikkeling van beeksystemen en natuur in onderlinge samenhang.
Kortom, Gees en naaste omgeving zijn de komende jaren, aangestuurd door de provincie, volop in beweging. Een kei van een dorp weet zijn aantrekkingskracht gewaarborgd!