Typisch Nederlands, vindt Yeoman, zo door te praten over een definitie. Zijn persoonlijke definitie van locatietheater sluit aan bij het internationale idee: theater op plekken die geen normale theaterplekken zijn. Een voorstelling in een tent in een weiland is dus geen locatietheater. Maar theater in een schoolgebouw of een oude fabriek weer wel. Beseffen we trouwens wel hoeveel invloed Oerol op ons denken heeft gehad? Maar daarover later meer.
Zijn hart ligt bij theater op locatie. Voor hem is het begonnen het met straattheater, een tijdlang was hij circusdirecteur en sinds drie jaar zwaait hij de scepter over Noorderzon, het jaarlijkse Groninger zomerfestival. Voor hem is dat op dit moment, in deze fase van zijn leven, the place to be. Hij is gek op theater op locatie, op straatfestivals en was hij gevraagd voor de functie van directeur in een schouwburg, dan zou hij na aarzelen toch ‘nee’ gezegd hebben. Niet nu, nu hij gaat voor avontuur en revolutie.
Trek je kleren uit en doe het naakt
Noorderzon is wat hem betreft dus theater op locatie, al neemt locatietheater in het downtown-programma een niet te verwaarlozen plaats in tijdens het festival. Zo werden voorgaande jaren het gemeentehuis, een discotheek, een camping, een café en zelfs een watertoren tijdelijke theaters. Voor komend seizoen had hij plannen met de cafetaria van de Van Mesdagkliniek: een opera over Alzheimer door oude, Duitse operazangers, maar dat kan jammer genoeg niet doorgaan. Als alternatief is hem de tuin van de penitentiaire inrichting aangeboden, maar het stuk kan absoluut niet in een tuin gespeeld worden. Het ging hem juist om de sfeer van die kantine, de meest sociale plek in een gevangenis. Waarmee hij maar zeggen wil: Noorderzon doet alleen locatietheater als daar een reden voor is. Dat is bijvoorbeeld een groot verschil met Oerol. Nu hij het toch over dit baanbrekende festival heeft, wil hij eerst duidelijk aangeven dat hij niks op heeft met concurrentie tussen festivals. Oerol vindt hij een fantastisch, dominant festival als je spreekt over theater op locatie. Yeoman is de eerste die zich een fan zal noemen. Ook al staat hij met Noorderzon voor iets anders. Zoals openbaarheid en excitement. Maar kom bij hem niet aan met: ‘theater moet op locatie om opwindend te zijn’. Het moet een positieve keus zijn. Tijdens zijn circusperiode werden er grapjes over gemaakt als een act niet werkte: trek je kleren uit en doe het naakt. Waarmee hij maar zeggen wil: als je stuk in een zaal niet werkt, moet je niet denken dat het dat op een strand opeens wel doet.
Harde kritiek
Toen hij zich drie jaar geleden in de stad Groningen vestigde, met het Noorderplantsoen bijna als zijn achtertuin, zeiden mensen drie dingen tegen hem. Ten eerste zou de Spiegeltent altijd op dezelfde plek staan, ten tweede was de Parade, de oorsprong van Noorderzon, altijd zo mooi, en ten derde waren alle Noorderzonvoorstellingen al op Oerol of in het buitenland geweest. Dus stond er in zijn eerste jaar geen Spiegeltent, heeft hij één paradeshow georganiseerd waar mensen niet enthousiast op reageerden, en had hij afgelopen jaar meer dan twintig speciaal voor Noorderzon gemaakte voorstellingen. Jonge theatermakers zien Noorderzon als dé kans om iets te doen, bij voorkeur op locatie. Yeoman vindt het best, ook al is dat in een toilet, why not? Of in een boom. Als het maar niet in een van de 120 bomen in het Noorderplantsoen is!
Die paradeshow deed hem trouwens beseffen dat er een evolutie in de verbeelding gaande is. Het publiek wil meer artistieke inhoud. Daarbij wil hij nog wel iets kwijt over de harde kritiek die altijd in Nederland speelt en met name in het Noorden: als mensen hier iets goed vinden dénken ze dat, en wanneer het ze niet bevalt, zéggen ze het. Dat creëert soms een onevenwichtig beeld van meningen. Terwijl duizenden mensen genieten van Oerol, Noorderzon of andere festivals. Dus waarom bekritiseren als iemand persoonlijk andere interesses heeft? De wereld is groot genoeg voor iedereen.
Lovende pers
Yeoman verafschuwt de trend van marketing guys om alles een festival te noemen. Vijf voorstellingen uit Afrika achter elkaar, vormen nog geen festival. Maar zo wordt het wel verkocht. Festival heeft voor hem met de oorsprong van het woord te maken: feest. Op papier zijn er in Nederland misschien wel drie- tot vierhonderd festivals per jaar. Terwijl er misschien dertig die speciale sfeer hebben, die een waar feest zijn. Zoals Noorderzon. Maar ook Oerol, de Parade, of de Boulevard, die gezamenlijk de infrastructuur van de zomer vormen. De man die zich drie jaar geleden voor de keus stelde: evolutie of revolutie, en voor het laatste heeft gekozen, zou kunnen overwegen het zomerfestival naar, laat zeggen, april te verplaatsen. Dat zou pas revolutie zijn! Wees gerust: vooralsnog ziet hij daar geen aanleiding toe. Maar mocht dat wel zo zijn, dan zal hij niet aarzelen.
Yeoman prijst zichzelf een gelukkig mens. Met Noorderzon en in Groningen kan hij doen wat hij wil doen. En dat is niets liever dan een festival voor een culturele stad en provincie maken waar mensen zich in kunnen vinden. Wanneer hij in het buitenland over ‘zijn’ Noorderzon spreekt, zijn andere theatergoeroes altijd verbaasd, en mogelijk wat jaloers. Hij vindt het fantastisch dat hij niet alleen voor vermaak hoeft te zorgen, maar dat het publiek in Groningen werkelijk cultureel-inhoudelijk geïnteresseerd is. Hij merkt dat aan de kaartverkoop: de kaarten voor de meer artistieke voorstellingen zijn eerder uitverkocht dan die voor populaire equivalenten. Zo hadden er bij een stel goede clowns uit St. Petersburg nog best wat lege stoelen bezet kunnen worden, terwijl een ambitieus, modern danstheater rap uitverkocht was. Het is duidelijk: om kaartjes te verkopen hoeft hij mensen niet aan het lachen te maken. Dat hij op de goede weg zit met de programmering, bleek afgelopen jaar ook alweer uit de lovende nationale pers. Noorderzon wordt opgemerkt, laat dat maar aan Yeoman over.
Janine Hoekstein is schrijfster en freelance journaliste.