Een middagwandeling in Sexbierum. Met Jellina de Witte (20) stap ik een straat in, vlakbij het huis waar zij geboren is. Wanneer we de hoek omslaan, schijnt de zon ineens recht in ons gezicht. Pal tegenover ons op de hoek van de Skoallestrjitte en de W.J. Kroesestrjitte stapt een pikzwarte neger uit zijn auto en begint op splinternieuwe blauwwit geschilderde Friese klompen aan de oversteek naar zijn huisdeur.

‘Toen ik klein was, was dit een echte aso-buurt. Alleen op de hoek waar we nu staan, woonde een mevrouw die mij, geloof ik, wel leuk vond als kind. Ze had in de voortuin een Rottweiler los lopen. Ik ben niet bang uitgevallen. Dus iedere keer wanneer ik daar langs kwam, probeerde ik door de afrastering heen, de hond te aaien.
Doodeng vond mijn moeder het maar ik kon gewoon niet van hem afblijven. Thuis mocht ik alleen een goudvis. Mijn moeder is namelijk allergisch. Iedere dag stond die hond te wachten. Ik was dan na schooltijd op weg naar Hendriks, een paar straten bij ons vandaan.
Ik hielp hem bij het verzorgen van zijn dieren.
Wíj woonden in de Buorfinneleane. Drie onder één kap. Op nummer 16, een huurhuis, ben ik geboren. Later heeft Heit nummer 20 gekocht. Vanwege de grotere tuin. …

Trefwoorden