De aanleiding voor sloop van Delfts Rood-buurten is een reeks tekortkomingen. De kwaliteit van de woningen is te laag: ze zijn te klein, verkeren in niet al te beste technische conditie, worden als te tochtig en te gehorig ervaren. Parkeren is vaak ook een probleem aangezien ten tijde van de bouw de auto nog geen gemeengoed was. Mogelijk werkt ook de negatieve associatie van rode baksteen en rode dakpannen met armoede in het nadeel van de buurten (deze materialen zijn immers toegepast bij het snel en goedkoop bouwen in de naoorlogse periode).
Tel alle minpunten bij elkaar op en de makkelijkste oplossing is slopen en daarna nieuwbouw neerzetten, waarbij tevens de grond efficiënter wordt gebruikt. Dan kan een ‘kwaliteitsslag’ gemaakt worden, zoals gebeurd is in Zuidhorn, aan de Thomas van…
De aanleiding voor sloop van Delfts Rood-buurten is een reeks tekortkomingen. De kwaliteit van de woningen is te laag: ze zijn te klein, verkeren in niet al te beste technische conditie, worden als te tochtig en te gehorig ervaren. Parkeren is vaak ook een probleem aangezien ten tijde van de bouw de auto nog geen gemeengoed was. Mogelijk werkt ook de negatieve associatie van rode baksteen en rode dakpannen met armoede in het nadeel van de buurten (deze materialen zijn immers toegepast bij het snel en goedkoop bouwen in de naoorlogse periode).
Tel alle minpunten bij elkaar op en de makkelijkste oplossing is slopen en daarna nieuwbouw neerzetten, waarbij tevens de grond efficiënter wordt gebruikt. Dan kan een ‘kwaliteitsslag’ gemaakt worden, zoals gebeurd is in Zuidhorn, aan de Thomas van de Dijkweg. Tien grondgebonden Delfts Rood-woningen hebben daar het veld moeten ruimen voor een groter aantal woningen voor ouderen. Een stevige ingreep ten behoeve van een nieuwe maatschappelijke functie. Maar kunnen we ook anders omgaan met deze cultuurhistorisch waardevolle buurten als er sprake is van een noodzakelijke herstructurering?
Knus buurtgevoel
De eerste stap binnen zo’n proces van herstructurering is een studie naar de kwaliteiten van de buurten, zodat er waardering kan ontstaan. Daarbij moet enerzijds worden gelet op de fysieke kenmerken en anderzijds op de (historische) sociale dimensie.
Vaak bestaat er in deze buurten een sterke sociale samenhang onder de bewoners. De kleinschaligheid, de sfeer en het knusse buurtgevoel zorgen samen met persoonlijke ervaringen voor een emotionele binding met de buurt. De meer concrete kwaliteiten zijn hoofdzakelijk van stedenbouwkundige aard, al zijn de woningen ook uit architectonisch oogpunt vaak karakteristiek.
De kwaliteit van de stedenbouwkundige structuur van de Delfts Rood-buurten bestaat in het bijzonder uit de aanwezigheid van een sterke groenstructuur met lanen, pleinen en soms brinken. Met deze groenstructuur vormen de woningen een geheel. Het openbaar groen had veelal een sociale rol en diende als ontmoetingsplek voor de buurtbewoners.
Verder liggen de woningen vaak op fraaie locaties in het dorp, bijvoorbeeld dicht bij het centrum of op een zichtlocatie aan de dorpsrand. De Delfts Rood-complexen zijn dan ook een belangrijk onderdeel in het beeld van het dorp en bepalen daarmee in sterke mate de identiteit van het dorp. Door de ligging aan de rand van het dorp, zorgen ze bovendien voor een goede overgang naar het landschap.
Waardevol zijn verder de kleine schaal waarop is gebouwd en het gebruik van duurzame en natuurlijke materialen. Met veel zorg is destijds geprobeerd woningen te bouwen in een ambachtelijke en sobere variant op de stijl van de Delftse School. Er was aandacht voor details bij ingangspartijen en rond raamkozijnen, in het metselwerk en de afwerking van dakgoot en dakkapellen.
Herbouw
Zodra er waardering is ontstaan, zowel bij de bewoners als bij de woningcorporaties en de gemeenten, kan er gekoerst worden op creatievere oplossingen dan sloop en vervangende nieuwbouw. Er zijn namelijk drie alternatieven waarbij de belangrijkste waarde van deze complexen behouden kan worden.
Het eerste alternatief, het meest rigoureuze, is slopen en proberen zo zorgvuldig mogelijk in overleg met bewoners, gemeente en corporaties een buurt te herbouwen met vervangende nieuwbouw waarbij de ruimtelijke stedenbouwkundige kwaliteit van de oude buurt wordt gehandhaafd maar de woningen in een vernieuwd duurzaam architectonisch jasje worden gestoken. Voorbeelden hiervan zijn onder andere de Watertorenbuurt in Dokkum en de Brinkbuurt in Nieuw-Roden. In beide gevallen zijn of wordt de bestaande, vroeg-naoorlogse bebouwing gesloopt die refereert aan de Delftse School. De stedenbouwkundige structuur, de verhouding tussen de openbare ruimte, het privé-groen en de continuïteit van de gevels worden gerespecteerd bij de nieuwbouw. In beide gevallen is er een architectuurtaal toegepast die op een speelse manier refereert aan het traditionalisme van de Delftse School.
Bij de herstructurering van fase 1 van de Watertorenbuurt in Dokkum waren de bewoners positief gestemd over de uitvoering van de plannen. De woningen die dateren van eind jaren veertig zijn in opdacht van de woningcorporatie Dongeradeel gesloopt. KAW Architecten en Adviseurs uit Groningen heeft de vervangende nieuwbouw ontworpen waarin de karakteristieke kwaliteiten van de oorspronkelijke bebouwing terug zijn te zien.
Dezelfde aanpak is gevolgd voor vervangende nieuwbouw in Nieuw-Roden. Hier heeft KAW in opdracht van Woonborg en de gemeente Noordenveld de bestaande bebouwing, van 23 woningen uit 1937 en 35 woningen uit 1948 vervangen door nieuwbouw in de vorm van vrijstaande woningen en twee-onder-één-kappers. Tevens is de groenstructuur van een brink gehandhaafd. Het enige nadeel is dat het groen minder prominent aanwezig is door de grotere schaal van de woningen, maar hier was moeilijk aan te ontkomen.
In Nieuw-Roden bestond er aanvankelijk niet voldoende draagvlak onder de bewoners om nieuwe woningen te bouwen, voornamelijk omdat de bewoners van vrijstaande woningen naar twee-onder-één-kapwoningen moesten verhuizen. Na een aantal discussies raakte het overgrote deel toch overtuigd van de noodzaak van ingrepen, en van de kwaliteiten van nieuwbouw.
Samenvoegen
Naast sloop met vervangende nieuwbouw is er de mogelijkheid om Delfts Rood-ensembles te behouden, zoals het samenvoegen van twee-onder-één-kappers of het zorgvuldig samenvoegen van woningen in de sfeer van het bestaande.
Een voorbeeld hiervan is Plan-Zuid in Bolsward. Deze wijk bestaat uit een deel vooroorlogse woningen en een deel vroeg-naoorlogse Delfts Rood-woningen in de Pater Brugmanstraat en omgeving. Hier hadden de mensen de mogelijkheid om een woning voor een relatief lage prijs te kopen. De woningcorporatie De Friese Greiden voegde de twee woningen samen en verbeterde het casco. Hierdoor ontstonden ruime woningen met een duurzame kwaliteit.
Het verbeterplan is ontwikkeld door KAW in nauwe samenwerking met De Friese Greiden, de gemeente én de bewoners.
Restaureren
Het derde alternatief is een andere manier van behouden, namelijk restaureren. Op deze manier wordt geprobeerd de woningen zo veel mogelijk in oorspronkelijke staat te behouden. Om dit te kunnen bewerkstelligen zouden de woningen als monument aangewezen moeten worden, zoals de gemeente Groningen heeft gedaan. Hiervoor is een gedegen onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van architectuur en stedenbouw uit de periode 1940-1970. Ook een aantal Delfts Rood-woningen in Oosterhoogebrug is vervolgens aangewezen als gemeentemonument. De twee-onder-één-kapwoningen aan de Stadsweg zijn eind jaren veertig als sociale woningbouw door de Groningse architect J. Prummel ontworpen in de stijl van de Delftse School, in opdracht van de toenmalige Stichting Noorddijker Woningbouw (nu in bezit van Woonstade in Hoogkerk). Deze woningen worden behouden en beschermd door zowel de gemeente als de woningcorporatie. Er zouden meer van dit soort projecten moeten komen.
Screenen
Om Delfts Rood-woningen duurzaam te behouden, moeten er grote investeringen worden gedaan terwijl ze op nieuwbouwwoningen toch altijd een woon- en bouwtechnische achterstand blijven houden. Woningcorporaties zijn dan ook niet snel geneigd om in geval van noodzakelijke herstructurering naar alternatieven voor sloop te zoeken. De woningcorporaties zouden hun bezit daarom eigenlijk altijd door deskundigen moeten laten screenen op cultuurhistorisch waardevolle woningcomplexen, met in het bijzonder aandacht voor het Delfts Rood. Voordat men begint met herstructureren zou gekeken moeten worden naar de woonvraag vanuit het dorp, de sociale samenhang, de mate van oorspronkelijkheid van de buurt en de architectuur en stedenbouw. Natuurlijk hoeft niet alles behouden te blijven, maar de buurten in kwestie verdienen het dat een zorgvuldige afweging wordt gemaakt.
Bronnen
HKB Stedenbouwkundigen Rotterdam, Bibliotheeklocatie Jellemaweg, stedenbouwkundige randvoorwaarden, Gemeente Zuidhorn 2004 x KAW architecten en adviseurs, Buurtplan Brinkbuurt Nieuw-Roden, in opdracht van Woonborg en de gemeente Noordenveld 2002 x Projectgroep naoorlogse monumenten, Voorstel tot bescherming van ‘naoorlogse’ monumenten 1940-1970, Dienst RO/EZ Gemeente Groningen 2003
Leonie Wendker deed als student architectuur- en stedenbouwgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen een stageonderzoek bij KAW Architecten en Adviseurs, in samenwerking met Beatrice Montesano en Martin Waslander, naar de positie van Delfts Rood binnen de herstructurering van vroeg-naoorlogse woningbouw.