De overeenkomst tussen slakken, regenwormen, sponzen en koralen? Een beetje bioloog heeft geen moeite met die vraag. Deelnemers aan een kennisquiz weten er waarschijnlijk ook wel raad mee. Het antwoord? Genoemde dieren zijn hermafrodiet: tweeslachtige organismen met vrouwelijke én mannelijke kenmerken.
Bij zoogdieren is het verschijnsel zeldzaam. Wat te denken van geitenbokken met uiers én testikels tussen de achterpoten. Nooit van gehoord? In legendes misschien, maar in het echt? Toch bestaan dit soort bibokken. Evolutionair Charles Darwin schreef er al over.
Ook in de media kom je ze soms tegen. Zoals bij Luciano Gomes in Brazilië. Diens ‘melk-bok’ is in zijn goedgelovige land een ware attractie. Gomes meldt overal waar hij komt dat zijn meneer geit de enige ter wereld is die melk geeft. Maar daarin vergist deze Zuid-Amerikaanse bokkenartiest zich. Hermafrodiete bokken worden ook elders waargenomen. In Engeland bijvoorbeeld, of op de Westelijke Jordaanoever. En sinds vorig jaar ook in Nederland. In het Groningse Broek om precies te zijn. Een petieterig dorp met ruim zestig inwoners niet ver van de zeehondencrèche in Pieterburen, op zichtafstand van de Waddendijk. De bok in kwestie heet Eenhorn en is ‘ontdekt’ bij een recent in Broek gevestigd geitenmelkbedrijf. Het dier is, als je de berichtgeving mag geloven, niet alleen een prima melkgeit maar ook een productieve dekbok.
Eenhorn was vorig jaar van de ene dag op de andere de bekendste inwoner van Broek. Toch kennen Jacques en Janneke Vork, die enkele honderden meters van de bok en zijn verzorgers vandaan wonen, het verhaal nauwelijks. Het echtpaar Vork bewoont sedert twaalf jaar een oude boerderij aan de Broekstermaar, een van die bochtige waterlopen, eeuwenoude getijdengeulen vaak, in de gemeente De Marne. De maren, die lang dienst deden als (trek)vaarten voor het vervoer van landbouwgoederen en tegenwoordig het domein van snoekende vissers, kanovaarders en andere recreanten zijn, eindigen vaak in een minihaventje bij vroeger door de zee opgeworpen kwelderwallen. Zo is ook de met riet omzoomde Broekstermaar een doodlopende waterweg. Deels wordt deze geflankeerd door de smalle Broeksterkleiweg, die (voor autoverkeer althans) na zo’n anderhalve kilometer ophoudt en wel bij het huis van Jacques (49), Janneke (47) en hun vijf grotendeels nog thuis wonende kinderen (13-23 jaar).
Het woonhuis van hun typisch Ommelander boerderij is behoorlijk opgeknapt, zeker van binnen. Het laatste wapenfeit: een nieuwe badkamer. Aan de schuur daarentegen moet nog het nodige gebeuren. Vooral aan het dak, erkent de eigenaar. Binnen treffen we een flinke voorraad grit aan, opgeslagen in houten palletcontainers. Deze biologische korrels hebben alles te maken met het huidige werk van Jacques Vork: het verwisselen van kattenbakvullingen.
Als franchisenemer van de firma Kattengemak bedient Vork tweewekelijks zo’n vijfhonderd klanten in Noord-Nederland. ‘Heel relaxed. Want of je nu een uur eerder of later bij de klant bent, maakt niet uit. De meeste bakken staan buiten klaar.’ De klandizie is van alle slag: jong en oud, mannen en vrouwen, plattelanders en stedelingen, gezinnen en alleenstaanden, studenten en boeren. Nooit geweten dat zoveel kattenbezitters in ons land er telkens een overigens tamelijk luttel bedrag voor over hebben om op deze wijze van het milieuonvriendelijke afval van hun kamer- en erftijgertjes af te komen.
Vork, geboren en getogen in De Kwakel, onder Amsterdam, doet dit werk alweer vijf jaar. De lijst van zijn voorgaande activiteiten is even lang als afwisselend, en hetzelfde geldt voor de reeks woonplaatsen: ‘ooit de buurman van André Hazes en Johnny Kraaijkamp’. Met Janneke, geboren in Friesland en opgegroeid in Amsterdam, vertoefde hij ook in zeer verschillende soorten huizen: ‘herenhuizen, recreatiewoningen, appartementen, woonarken’. Jacques en Janneke verhuisden liefst dertien keer.
De rode draad in hun verleden is de horeca, als werknemer én als eigen baas. Aanvankelijk in het Westen (‘Broodje van Kootje én het Hilton’), maar sinds een jaar of zeventien in Noord-Groningen. Ze runden hier onder meer Hotel-Restaurant Oldörp in Uithuizen (de vroegere volkshogeschool van dominee Gaaikema, de vader van cabaretier Seth) en hotel-restaurant Mercurius in Leens, de centrumplaats van de gemeente De Marne.
Janneke en Jacques Vork nemen doorgaans weinig tijd voor ingrijpende besluiten.
De koop van hun boerderij met één hectare dicht begroeid erf in Broek was na een eerste bezoek binnen een half uur rond. De plek was immers ideaal, zeker voor de uit het Noorden afkomstige Janneke. Dezelfde voortvarendheid legden ze aan de dag bij hun eerdere woning in Hornhuizen, een dorp enkele kilometers verderop, waar het echtpaar nog veel contacten heeft. Meer in elk geval dan in Broek, ook al ligt dit ‘eigen’ dorp via het wél doorlopende fiets- en wandelpad langs de Broekstermaar, slechts enkele honderden meters van hun woning verwijderd. Met de auto is het echter kilometers omrijden.
Wat heb je misschien ook te zoeken in een plaats zonder café en winkels, waarover, behoudens de bok Eenhorn, niet veel meer bekend lijkt dan de betekenis van de naam? Broek, op oude kaarten wel aangeduid als Lutjebroek (lutje = klein), duidt volgens sommige bronnen op malse weiden op de aanslibbinggronden langs waterlopen. Anderen menen dat ‘broek’ staat voor een moeras of drassig land. Minder geschikt om te boeren dus.
De Broekstermaar vormde eeuwen geleden de oostelijke grens van het ‘Marne-eiland’, dat ook wel Marna werd genoemd en thans zo’n beetje het grondgebied vormt van de gemeente De Marne. Is deze 21 dorpen tellende gemeente tegenwoordig bestuurlijk ingedeeld bij de provincie Groningen, het vroegere Marna was een van de vier zelfstandige graafschappen binnen het Noord-Groningse rechtsgebied Hunsingo, genoemd naar de rivier de Hunze, die komend vanuit de stad Groningen toen nog vlak bij Broek in de Waddenzee uitmondde.
De eerste bewoners van Marna vestigden zich op de daar aanwezige vrij hoge gronden. Op landkaarten is nog goed te zien dat veel dorpen in rijen op die oude kwelderruggen liggen. De verhogingen en latere bescheiden dijken (vanaf 1000 na Christus) konden niet verhinderen dat het gebied geregeld te maken had met overstromingen, waaronder rampen met duizenden slachtoffers (mensen en vee), zoals de Allerheiligenvloed van 1570 en de Sint Maartensvloed in 1686.
Mede bepalend – en zeker niet in de laatste plaats – voor de eerste indijkingen en opbouw van het gebied van De Marne waren kloosterlingen. In de nabijheid van Broek, in Kloosterburen en Nijenklooster, woonden die rooms-katholieke priesters, paters en nonnen als religieuze ontwikkelingswerkers avant la lettre. Veel is er niet meer over van hun woonsteden. Of het moeten de antieke kloostermoppen zijn, die Vork aantrof in de kelder van zijn huis.
Jacques en Janneke Vork: veranderinggezinde mensen op een filmische locatie. Bijna was het zover gekomen, alweer jaren geleden. De crew van de film De Poolse Bruid had haar zinnen gezet op hun boerderij. Het echtpaar heeft het script nog altijd liggen. Maar uiteindelijk vonden de opnamen plaats bij een andere afgelegen boerderij, in de omgeving van Ulrum, vlak bij het geboortehuis van Sicco Mansholt, de Nederlandse grondlegger van het Europese landbouwbeleid en vroegere minister van Landbouw, en ook nabij de plaats van herkomst van Hendrik de Cock, de dominee die aan de basis stond van de Gereformeerde afscheiding.
Broek ontbeert zulke grootheden. Als het om bekendheid gaat, blijft het dorp aangewezen op Eenhorn. Hoewel? De twee jaks (runderen uit Tibet) die Vork ooit op zijn erf had rondlopen, mochten er ook zijn. Rosa, het vrouwtje, was betrekkelijk rustig. Maar stier Bully zorgde voor opschudding én publiciteit. Voordat zijn hoeven gekapt werden bijvoorbeeld, moest hij worden verdoofd. Af en toe brak Bully uit. Stond hij bij een belendende boerderij. Vork verzorgde de jak steevast met een ijzeren pijp bij zich – uit voorzorg. Maar wel prachtige dieren, die jaks. ‘Geharde leveranciers van melk, huiden en vlees.’
Plannen om te vertrekken hebben ze even niet. Dat heeft ook te maken met de niet zo beste gezondheid van Janneke. En waar kun je mooier wonen?
De zes afleveringen van Einde Weg die in 2006 in Noorderbreedte zijn verschenen, zijn met zes andere verhalen en foto’s gebundeld in Einde Weg, uitgeverij Profiel, 80 blz. € 14,90. Voor Noorderbreedte maken Jelle Leenes en Bert Nienhuis dit jaar weer zes nieuwe afleveringen.