Uit interviews met beleidsmakers blijkt dat cultuurtoerisme vele gezichten kent. Vermarkten van toeristische en recreatieve attracties en evenementen is een nieuwe manier om mensen naar het Noorden te lokken.

Het landschap is weer in de mode, zo schreef Jan Blokker onlangs, omdat we het door een bedreigd Milieu moeten koesteren als de spaarlamp van minister Cramer. Duurzaam is overigens niet het eerste woord dat je te binnen schiet als je het over het landschap hebt. Integendeel. Heel Nederland is zoals we weten, en ook graag verkondigen, een schepping van Nederlanders. Alle natte onhergbergzaamheid waartoe de Natuur het land had veroordeeld, is door de bewoners in de loop der eeuwen bedijkt, drooggemalen, verpolderd, aangeharkt, vernuttigd en veraangenaamd. In geen land ter wereld is om allerlei redenen (oorlog, landbouwbeleid, ruimtelijke ordening, grondpolitiek, bevolkingstoename, eigenwijsheid) zo permanent en zo drastisch in de natuur ingegrepen als in Nederland. De economische peilers waren landbouw, industrie en de kenniseconomie. Daar komt de toeristische sector bij. Ook in Noord-Nederland en dat betekent dat er activiteiten ontplooid worden om dat landschap, inclusief het stedelijk landschap, te vermarkten.
Als je kijkt naar de bezoekers aantallen van de grote attracties dan valt op dat die hoofdzakelijk liggen in stedelijke gebieden. Dierentuin Emmen staat weliswaar op ongekende hoogte, maar de gezamenlijke sport- en recreatiecentra en (tropische) zwemparadijzen scoren veruit het hoogst.
De totale toeristisch-recreatieve werkgelegenheid in Noord-Nederland neemt langzaam toe en telt ruim 50.000 banen. De sector recreatie en toerisme heeft in Noord-Nederland een aandeel van 6,9 procent van de totale werkgelegenheid. Landelijk is dit 7,2 procent. De toeristische bestedingen bedragen bijna 2 miljard euro, waarvan 485 miljoen euro in Groningen wordt besteed, 854 miljoen in Friesland en 569 miljoen in Drenthe. Ruim 40 procent hiervan wordt besteed door verblijfstoeristen.
De watersport, toch altijd een enorme trekker, schijnt in Friesland over het hoogtepunt. In de categorie bootverhuur daalt het aantal overnachtingen, evenals het aantal brug- en sluispassages. Daar staat tegenover dat het totaal aantal overnachtingen toeneemt. In 2006 bedroegen de overnachtingen in Groningen ruim 2 miljoen, in Friesland ruim 11 miljoen en in Drenthe ruim 7.5 miljoen.
Om het toerisme en de recreatie in Noord-Nederland meer kansen te geven, zowel cultureel, economisch als planologisch worden er mogelijkheden gezocht die soms trendsettend zijn, maar meestal trendvolgend. Neem bijvoorbeeld de natuur als inspiratiebron, de aandacht voor gezondheid en veiligheid, streekidentiteit, cultuurhistorie, behoefte aan pret en beleving. Daarbij zijn de activiteiten vaak herhalingen van elders.
Als je rondkijkt in het landschap dan is er sprake van een enorme opkomst van goede eetgelegenheden en bed & breakfasts. Je hebt tegenwoordig ‘het betere boeren bed’ en vindt ambitieuze toprestaurants op de meest onverwachte plekken.
Stedelijk activiteiten vindt men in Groningen met het museum en het casino. Het multifunctionele sportcentrum Sportstad Heerenveen heeft een nieuwe aanpak, evenals Assen en ook in Emmen staat van alles te gebeuren.
Bestaat er zo iets als duurzaam toerisme? Dierentuin Emmen is daar inderdaad mee bezig en de nieuwe vestiging wordt ’s werelds eerste klimaatneutrale dierentuin. Nieuwe duurzame technieken op het gebeid van toerisme en recreatie vinden we in het project Waterworld van het Cartesius Instituut. Assen is met Dutch TT het grootste ééndaagse sportevenement in Nederland met zo’n 135.000 bezoekers. Met de uitbreiding van TT-World wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een aan de motorsport gelieerde amusementspark voor het gehele gezin. Over duurzame ontwikkeling en energie wordt nauwelijks gesproken.

Uit interviews met beleidsmakers blijkt dat cultuurtoerisme vele gezichten kent. Vermarkten van toeristische en recreatieve attracties en evenementen is een nieuwe manier om mensen naar het Noorden te lokken. En dat lukt, zeker bij evenementen als Pinksterfeesten in Delfzijl, Oerol op Terschelling, de Zuidlaardermarkt en de Open dagen Koninklijke Luchtmacht in Leeuwarden.
Er zijn echter ook nieuwe initiatieven die niet altijd grote mensenstromen tot gevolg hebben, maar wel trendsettend. Neem initiatieven die plaatsvinden in het Theater van de Natuur in Sellingen, in Middag Humsterland en de gemeente Westerveld. Daar kan geen schouwburg tegen op.

In dit nummer is samengewerkt met GRAS, platform voor Groningen Architectuur en Stedenbouw. De foto’s in deze uitgave zijn van Harry Cock, de vormgeving werd verzorgd door Evert-Jan Soepboer en de eindredactie was in handen van Jan Abrahamse. Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe.

Trefwoorden