Noord-Nederlandse bestuurders willen koploper zijn bij innovaties in CO2-afvang en -opslag. In het Noorden speelt opslag mogelijk voor het eerst bij Akkrum.

‘In zes stappen naar meer draagvlak’. Onder dit motto presenteert het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) in Petten een methode om de acceptatie van nieuwe energieprojecten te vergroten. Deze methode maakt onderdeel uit van de Europese aanpak Create Acceptance.
ECN vertelt in nieuwsbrieven over het hoe en waarom: ‘Wanneer je een windpark of een biomassavergasser wilt bouwen, dan wel een isolatie-, zonnecel of waterstofproject wilt uitvoeren, krijgen managers vaak te maken met weerstand: omwonenden protesteren, de gemeente werkt niet mee, investeerders haken af, vergunningen komen te laat. Deze weerstand van stakeholders leidt tot vertragingen en – in het ergste geval – tot het volledig afblazen van een project.’

Kringloopcentrale in Drachten

Of Create Acceptance echt helpt? Wie weet. De methode kan zich deze maanden in de praktijk bewijzen bij de voorgenomen bouw van de Zero Emission Power Plant in Drachten. Deze klimaatneutrale energiecentrale, goed voor stroom bij 150.000 Friese huishoudens, vangt het vrijkomende, schadelijke broeikasgas (CO2) volledig af en slaat dat op. SEQ Nederland, de ontwikkelaar van de ZEPP- ‘kringloop-centrale’, heeft voor die (ondergrondse) opslag zijn oog laten vallen op een oude Chevron-gasput. Die bevindt zich bij Akkrum, in de gemeente Boarnsterhim.
Een omstreden methode, ondergrondse CO2-opslag. Hoewel burgers er nog niet van wakker liggen. Onderzoek door de Rijksuniversiteit Leiden wees uit dat ‘men’ er wel mee kan leven. Maar dat heeft de voorstanders van CO2-opslag niet gerustgesteld. Zij vrezen, aldus energie-persbureau Energeia, een snelle omslag zodra de overheid of energiebedrijven het ‘spul’ daadwerkelijk in de buurt van burgers in de grond willen stoppen. Not in my backyard!
In Duitsland bestaat die vrees ook. Vier grote Duitse energiebedrijven en drie fabrikanten van elektriciteitscentrales hebben daarom het Informationszentrum Klima opgericht, bedoeld om het grote publiek in aanraking brengen met de kansen van ondergrondse CO2-opslag.

Voors en tegens

Wat zijn de voors en tegens van ondergrondse gasopslag? Voorstanders noemen de volgende voordelen: minder broeikasgas in de atmosfeer, kolenstook weer aantrekkelijk (kolen zijn relatief goedkoop), minder afhankelijkheid van instabiele gas- en olielanden, goed voor de economie (ons land zit vol met lege gasvelden, het Noorden helemaal) en de opslag overbrugt de tijd die nog nodig is om over te stappen op duurzame bio-energie.
Tegenstanders van CO2-opslag – Greenpeace vooral, Milieudefensie is ‘sceptisch’ – hameren op de hoge kosten van uitfiltering, vervoer (nieuwe leidingen) en opslag van afvalgas. Verder stellen zij dat opslaglocaties van CO2 net als die van kernafval ‘eeuwig’ bewaakt moeten worden; dat opslagtechnieken, welke dan ook, nog in de kinderschoenen staan; dat het vervoer en de opslag gevaarlijk is (ontsnapt gas kan door verzuring in bodem en grondwater leiden tot verstoring van flora en fauna, op land en in de zee) en dat er globaal weliswaar genoeg steenkool is voor driehonderd jaar maar dat we met de ondergrondse opvangcapaciteit van het gas in Nederland en elders slechts een halve eeuw toekunnen.

Experimenten

De vraag is voorts: hoe ver zijn ‘we’ intussen met de CO2-opslag gevorderd? Die kan plaatsvinden in lege olie- en gasvelden, maar deskundigen wijzen ook op verlaten mijnen, (zout)cavernes, steenkoollagen en aquifers, diepe aardlagen die aan de bovenzijde door klei of zout ondoorlaatbaar zijn.
Texas, Noorwegen en Algerije experimenteren al langer met ondergrondse CO2-opslag. In Ketzin bij Berlijn is medio vorig jaar met enige tamtam het eerste EU-proefproject in gebruik genomen. Ook Engeland heeft plannen.

Nederland blaast eveneens zijn partij mee. Om milieuredenen. Maar ook om straks zijn lege gasvelden (inter)nationaal als CO2-reservoirs te kunnen ‘verkopen’. Gaz de France experimenteerde al eens in het Nederlandse deel van de Noordzee. Met succes, naar het schijnt. Afgelopen voorjaar werd CO2-opslag vanaf 2010 aangekondigd in de bijna uitgeputte aardgasvelden bij het Zuid-Hollandse Barendrecht.
Minister Van der Hoeven (Economische Zaken) stelde vorig najaar
subsidie beschikbaar voor drie proefprojecten (tien miljoen euro per pilot). Het gaat om proeven met verschillende technieken in Zuid-Holland (Maasvlakte), Limburg (Buggenum langs de Maas) én Noord-Nederland (de ZEPP bij Drachten). Ook de twee nieuwe energiecentrales in de Groninger Eemshaven moeten hun CO2 opslaan.

Nog geen rumoer in Boarnsterhim

Concentreren we ons wat meer op Noord-Nederland, de regio waar volgens SEQ tot 2015 ruim vijftig lege aardgasvelden beschikbaar komen. In het Noorden speelt CO2-opslag mogelijk voor het eerst bij Akkrum. Van veel rumoer is in Boarnsterhim echter geen sprake. Alleen de Fryske Nasjonale Partij maakt zich wat druk. Want hoe moet die zich de opslag voorstellen? De Chevron-locatie is immers ‘in ruste’ en de vroegere gasinstallaties doen al weer jaren tweedehands dienst in de Bohai-zee bij China.
SEQ meldt het verlaten gasveld op vier à vijf kilometer van Akkrum opnieuw aan te boren. Chevron mag de locatie verlaten hebben, in de put bevindt zich nog altijd vierhonderd miljoen kubieke meter winbaar aardgas. Een deel daarvan zal SEQ aanwenden voor de genoemde ZEPP-centrale. De put ontvangt ‘in ruil’ jaarlijks circa 175 kiloton CO2, die via een speciale techniek later deels weer her valt te gebruiken.
Is dat voldoende antwoord op mogelijke vragen later dit jaar van mogelijk verontruste omwonenden? De Create Acceptance-methode van ECN zou ook in Boarnsterhim nog wel eens van pas kunnen komen. Al dan niet in zes stappen.

——————————————————

Tanja Klip: geen tweede Langelo

De colleges van Gedeputeerde Staten van Friesland, Groningen, Drenthe en Noord-Holland hebben in oktober 2007 het ‘Energieakkoord Noord-Nederland’ afgesloten met de rijksoverheid. De Noord-Nederlandse bestuurders willen helpen de energie- en klimaatdoelstellingen van het kabinet te halen en een koploperspositie innemen bij innovaties. De Drentse VVD-gedeputeerde Tanja Klip maakt wel een voorbehoud. ‘We moeten duidelijk krijgen wie precies de zeggenschap heeft over de ondergrond, op welke wijze we die ondergrond willen gebruiken en hoe we zo zuinig mogelijk kunnen omgaan met wat zich aan waardevols in de bodem bevindt.’
Al enkele decennia neemt het provinciaal bestuur van Drenthe stelling tegen plannen om de ondergrond te benutten voor de opslag van kernafval. Ook het nu vigerende collegeprogramma 2007-2011 van de provincie is daarover helder: ‘Wij bieden geen ruimte voor opslag in de Drentse bodem van gevaarlijk en radioactief afval.’ Maar er staat meer. ‘Opgesteld wordt een integraal beleidsplan voor de ondergrond. Hierin komen aan de orde onder meer de opslag van CO2  , toepassing van aardwarmte, opslag van afval, enzovoorts. De autonomie over de diepe ondergrond dient de bevoegdheid van de provincies te blijven.’
Met name over dit laatste maakt gedeputeerde Klip zich al geruime tijd druk. ‘Het rijk is bezig bevoegdheden naar zich toe te trekken. Wij verzetten ons daartegen. Juist omdat alles wat ondergronds gebeurt consequenties heeft voor het landschap bovengronds, willen wij er zeggenschap over hebben. Het is niet logisch dat Economische Zaken hierover beslissingsbevoegdheid krijgt. De gang van zaken rond de gasopslag in Langelo, waar provincie en rijk lijnrecht tegenover elkaar stonden, heeft duidelijk gemaakt dat het ongewenst is dat de economische belangen en de milieu- en landschapsbelangen in dezelfde hand gelegd worden. We zijn over deze materie in gesprek met minister Cramer. Die heeft oog voor de problematiek.’
Wat de CO2-opslag betreft, handelt het Drentse college in het verlengde van het provinciale bestuursakkoord. Daarin staat dat Drenthe een voortrekkersrol vervult bij de ontwikkeling van kennis en innovatie voor de opslag van CO2 in de bodem. ‘Ambitie is die rol verder uit te bouwen’, aldus het programma. Klip: ‘Dit standpunt hebben we ook verwoord in onze energienota en in het Provinciaal Omgevingsplan. We werken samen met Groningen, Friesland en Noord-Holland. CO2-opslag is een tijdelijke zaak. Je “koopt” als het ware tijd om nieuwe technologieën te ontwikkelen. In Drenthe bevinden zich over 10 jaar zo’n 37 lege gasvelden. Onderzoek van TNO heeft uitgewezen dat in ieder geval een 4-tal grote gasvelden geschikt is voor CO2-opslag. Welke dat zijn, houd ik nog even voor me. We overleggen met de NAM over dergelijke locaties. Onze inzet daarbij is dat de NAM de infrastructuur op dergelijke locaties intact houdt.’

Trefwoorden