‘Helemaal duurzaam en zelfvoorzienend op het gebied van energie is misschien wat veel gevraagd. Maar zeventig tot tachtig procent moet toch lukken.’ Burgemeester Bert Swart geeft hoog op van dit streven op Schiermonnikoog. De gemeente tekende niet voor niets samen met de vier andere Waddeneilanden een duurzaamheidmanifest waarin zij elkaar en de buitenwereld beloven om in 2020 zelfvoorzienend te zijn. Swart: ´Op Schiermonnikoog gaat dit zeker gebeuren. Zo niet over tien jaar dan toch zeker enige jaren later.´ Belangrijke troef op Schiermonnikoog: de mede door het Waddenfonds gesubsidieerde bouw van een biovergistingsinstallatie door zeven boeren op het eiland. Met het gas dat zij straks overhouden kan de energiebehoefte van het gehele eiland voor een groot deel worden gedekt. De bouw van de biovergister bij de aanlegsteiger van de veerboot begint naar verwachting over een á twee jaar. ‘Aan het college van burgemeester en wethouders zal het niet liggen. De vergunningen zijn er.´ Het grote duurzaamheidvoorbeeld van Schiermonnikoog en de andere Nederlandse eilanden is het Deense eiland Samsø. De 4700 inwoners van dit eiland in het Kattengat zijn dankzij zonnecollectoren en windmolens wat betreft hun energievoorziening niet meer afhankelijk van het vasteland. Veel eilanders uit Nederland zijn er geweest. Zo ook Swart. De energiesituatie op Samsø kun je echter niet vergelijken met die op Schiermonnikoog, meent hij. ‘Onze infrastructuur is meer gericht op gas.’ Wat op Schier wellicht niet haalbaar is: een eigen energiemaatschappij. Swart: ´Ons eiland kan qua omvang en overzichtelijkheid de komende jaren desondanks prima dienstdoen als energieproeftuin.´
Het bij Friesland horende Schiermonnikoog is de noordelijkste en kleinste gemeente van Nederland. Een uithoek is het eiland allerminst. Tussen de 275.000 en 300.000 toeristen en recreanten weten Schiermonnikoog jaarlijks met de veerboot uit Lauwersoog te vinden. Kan het eiland en kunnen de circa 950 vaste bewoners deze druk aan? Swart: ´Wij hoeven niet persé meer toeristen. Een forse toename van het bezoek is ook niet verwachten. Maar zelfs al zou het toerisme nog wat stijgen tot zeg 310.000 á 320.000 bezoekers per jaar, het eiland met zijn ruime stranden kan dit gemakkelijk aan. Ga maar eens kijken bij de aankomst van de veerboot en zie hoe snel de bezoekers zich over het eiland verspreiden.´ Zonder toerisme zou de gemeente minder voorzieningen in stand kunnen houden. Swart: ´We zijn afhankelijk van het toerisme. Gelukkig hebben we goud in handen: de zee, het strand, de duinen, de kwelders. Hier kun je nog stilte horen en donkerte zien. Zelfs bij storm is het eiland aantrekkelijk. Maar Schier moet wel zichzelf blijven. En we proberen het toerisme te spreiden door culturele en natuuractiviteiten in het voor- en naseizoen te plannen.´
Groninger Bert Swart is deze zomer zes jaar burgemeester van het Friese Schiermonnikoog. Op het eiland uitgekeken is hij niet. Er is nog veel te doen. Naast de biovergister staan nog andere projecten op de rails. De burgemeester is blij met de komst van De Promenade, een nieuw centrum waarin zo’n negen (publieks)organisaties onderdak vinden. De Promenade verbindt door middel van transparante doorgangen het huidige dorpshuis, het bezoekerscentrum van Natuurmonumenten en de oude brandweerkazerne waarin het maritiem museum met de reddingsboot Willem Horstman als publiekstrekker wordt gevestigd. Alle gebouwen houden hun eigen karakter. De buitenkant vloeit over in het landschap. Swart hoopt dat het centrum eind 2011, begin 2012 klaar is. De kosten bedragen circa vijf miljoen euro. Provincie (1,9 miljoen euro) en Waddenfonds (1,8 miljoen) betalen flink mee.
Schiermonnikoog is voorts druk doende met een nieuw beheer- en inrichtingsplan voor de natuurgebieden. Het vorige plan van het eiland als Nationaal Park is tien jaar oud en verlopen. Groot punt van zorg: hoe de verruiging en het snel dichtgroeien van de duinen te voorkomen. Geen punt van zorg: de omvang van het eiland. Kunstmatige zandsuppleties tegen afkalving zoals bij Ameland heeft Schiermonnikoog vooralsnog niet nodig. Het eiland groeit zelfs nog wat. De gemeente vindt het belangrijk dat (nieuwe) recreatieve activiteiten en evenementen bij het karakter van Schiermonnikoog horen. Swart: ‘Niet te veel bombarie dus.’ De inwoners worden bij het proces betrokken. Sommigen vinden dat meer moet kunnen op het eiland. Maar de gemeente is op haar hoede. Het circus festival in het voorjaar? Geen probleem. Het kamermuziekfestival in het najaar? Uitstekend! Parachutespringen op het eiland? Prima als er zonder verstoring elders geland wordt op het brede strand. Soms trekt de gemeente samen op met bewoners. Zoals bij de staande visserij. Veel eilanders zijn gewend met staande netten vis te vangen. Het Rijk wil dat verbieden. ‘Onzin,’ meent Swart: ‘laat dit aan het eiland zelf over.’ Kenmerkend van het nieuwe beheerplan is dat er één plan komt in plaats van twee tot drie voor de duinen, de Noordzeekust en de kwelders afzonderlijk. Provincie, Rijk, gemeente en Natuurmonumenten werken eendrachtig samen aan het plan.
Het dorp Schiermonnikoog vanaf de veerboot aanrijdend valt een nieuwbouwwijk op. Swart, tevreden: ‘Klopt. Het zijn dertig huurwoningen voor de eilanders zelf. Allemaal duurzame huizen.’ De gemeente wil met de wijk de eigen bevolking zoveel mogelijk kansen bieden. Over eigen bewoners gesproken. Louter mensen die vijf jaar of langer in de gemeente zijn ingeschreven, kunnen worden begraven op de historische gemeen-telijke begraafplaats bij de Got Tjark. Swart is trots op het vernieuwde kerkhof. ‘Het achterstallig onderhoud van dit funerair erfgoed is met succes aangepakt.’ Tot slot: Wat zijn de grootste bedreigingen van het eiland? Swart, direct: ‘Het gevaar van een scheepsramp.’ Niet de komst van een windmolenpark op de Noordzee ter hoogte van Schiermonnikoog? De burgemeester is beducht op deze vorm van horizonvervuiling maar zijn állergrootste zorg lijkt het niet. De zeespiegelstijging dan – is dat geen enorm risico? ‘Dat zal wel loslopen,’ meent Swart. ‘Dat is een proces waarop valt te anticiperen. Schiermonnikoog verdwijnt heus niet in de golven.’