Papa dreigde er thuis weleens mee, als het gezinsleven hem te machtig werd: ik neem de trein naar Leer. Leer stond voor weg van huis en haard, de vrijheid in. Leer was de enige buitenlandse bestemming die op het station van Groningen op de bordjes stond. Leer lag achter de grens. Het stond voor het leven dat niet meer geleefd werd, voor avontuur en onbestemde verten.

Leer was het begin van de wijde wereld. Het kwam er natuurlijk nooit van. Ik had geen tijd voor de vrijheid. De kinderen moesten naar de crèche en naar school, er waren deadlines, en om half zes was er warm eten. Het vermoeden bestond dat de wijde wereld weleens kon tegenvallen. Ik keek er af en toe naar, op Google Streetview. De wijde wereld leek veel op de wereld die ik kende. Interstate 70 door Ohio: net de A6 door de polder. Wijken in Manchester, Liverpool, Philadelphia: een soort Assen. Je kon erheen gaan, maar ja, dan was je daar. De wijde wereld mocht klinken als een kinderachtig concept van Acda & De Munnik, maar toch: het avontuur bleef trekken. Het begon met een stap, met opstaan van een stoel. Soms moest je dingen gewoon doen, en maar zien wat ervan kwam. De trein naar Leer g…

Trefwoorden