Leer was het begin van de wijde wereld. Het kwam er natuurlijk nooit van. Ik had geen tijd voor de vrijheid. De kinderen moesten naar de crèche en naar school, er waren deadlines, en om half zes was er warm eten. Het vermoeden bestond dat de wijde wereld weleens kon tegenvallen. Ik keek er af en toe naar, op Google Streetview. De wijde wereld leek veel op de wereld die ik kende. Interstate 70 door Ohio: net de A6 door de polder. Wijken in Manchester, Liverpool, Philadelphia: een soort Assen. Je kon erheen gaan, maar ja, dan was je daar. De wijde wereld mocht klinken als een kinderachtig concept van Acda & De Munnik, maar toch: het avontuur bleef trekken. Het begon met een stap, met opstaan van een stoel. Soms moest je dingen gewoon doen, en maar zien wat ervan kwam. De trein naar Leer gaat om 10.19 uur, van perron 1B. We gaan met de Spurt van Arriva. Er zitten weinig mensen in de trein. Een paar scholieren, een Chinese vrouw met een enorme koffer. Het fluitje klinkt, daar gaan we. Eerst komt station Europapark. De Euroborg, de Helperzoom. Bekend terrein. Kropswolde, Martenshoek, Hoogezand-Sappemeer. Grijze lucht, groene velden. Sloten. Kraaien. De Spurt puft en protesteert, passeert afrasteringen, hekwerken, bedrijvigheid, loodsen voor opslag en distributie. Ik zie twee zilverreigers, hoogspanningsmasten in de verte, een bankje, met uitzicht op het niets. De veelbezongen leegte van Oost- Groningen. Van Groningen naar Duitsland, van leegte naar Leer. Sprik Granen, Zuidbroek. Scheemda, Winschoten. Fietstunnels, parkeerplaatsen, geploegde akkers. Nieuweschans. Nu wordt het spannend. We moeten overstappen naar het voorste treinstel. De Chinese met de koffer moet ook mee. Ze zeult de koffer de trein in, gaat zitten en laat een boer. Verder, de grens over. Bunde, de Combi, de Aldi. De A31 over, over de Ems. Door Weener, langs de achterkanten van huizen, achtertuinen met glijbaantjes en trampolines. Rond het stationsplein van Leer liggen een rotonde, een parkeergarage, Gerd Düselder Toupets und Haarstücke. Er rijden bussen en taxi’s. Verderop de winkelstraat, de Douglas, de Sparkasse. Gevulde vitrines, Duitse weelde. Een broodje ham met koffie kost € 2,90, een broodje Bratwurst € 1,70. Het regent zachtjes. De Altstadt, de straatjes in het centrum, de straatjes vlakbij het centrum. Middenin Leer loopt een eekhoorn over straat. Pizza Vesuvio, Chinese restaurants. Van een schoolplein klinken speelgeluiden. Leer is een leuk stadje, maar het mooist is het bord met vertrekkende treinen op het station. Ze gaan naar Emden, Oldenburg, Bremen. Er gaan treinen naar de Bodensee, via Köln, Karlsruhe en Triberg, naar Stuttgart, Leipzig, Luxembourg. Om 12.42 vertrekt de IC 2131, waarmee je om 18.35 op Berlin Ostbahnhof bent, en om 19.58 in Cottbus. Op perron 4 wacht de RE 4423 naar Hannover Hbf. Om 14.20 uur gaat de trein terug naar Groningen. We eten vanavond spaghetti met gehaktballetjes in tomatensaus.
Papa dreigde er thuis weleens mee, als het gezinsleven hem te machtig werd: ik neem de trein naar Leer. Leer stond voor weg van huis en haard, de vrijheid in. Leer was de enige buitenlandse bestemming die op het station van Groningen op de bordjes stond. Leer lag achter de grens. Het stond voor het leven dat niet meer geleefd werd, voor avontuur en onbestemde verten.