Sommigen noemen het archeologievriendelijk bouwen. Anderen spreken over archeologiesparend bouwen. Beide termen omschrijven hoe dan ook dezelfde nieuwe trend. Zo nieuw dat menig archeoloog er nog weinig van weet, laat staan dat bouwend Nederland er kaas van heeft gegeten.

Waar het hier om gaat, is dat archeologische resten niet eerst opgegraven worden maar dat zij even goed In situ (op zijn plaats) bewaard kunnen worden terwijl toch een terrein ontwikkeld wordt. Het is dan wel zaak om de bodem liefst niet dieper dan een halve meter te verstoren. Verder moeten nieuwe bouwwerken passen in hun landschappelijke en historische omgeving.

In Nederland bestaan nog nauwelijks voorbeelden van archeologievriendelijk bouwen, zegt Jos Stöver van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: ‘Het eerste project in Noord-Nederland wordt het deels ontvolkte wierdedorp Weiwerd bij Delfzijl.’ Stöver is als consulent Regio Noord intensief betrokken bij de plannen tot herstel en herinrichting van deze al in de elfde eeuw genoemde en in 1972 door het toenmalige Havenschap Delfzijl opgekochte wierde. Het Waddenfonds doneerde bijna 1 miljoen euro voor de klus.

De belangrijkste partij is Groningen Seaports. Het haven-bedrijf wil in Weiwerd kleinschalige, kennisintensieve (hightech) bedrijven vestigen die passen bij de al bestaande bedrijvigheid in de omgeving. De Stichting Behoud Weiwerd en de erfgoeddienst van het rijk zijn enthousiast. Stöver: ‘Weiwerd wordt een uniek voorbeeld van de herbestemming van een archeologisch rijksmonument. Het overleg met Groningen Seaports is vruchtbaar, al zullen er best nog harde noten gekraakt worden. Van belang is dat het “bodemarchief” intact blijft en dat Weiwerd niet wordt verpest met fabriekshallen.’

Is de toekomst van de wierde hiermee verzekerd – Weiwerd stond ooit op het punt afgegraven te worden? De consulent: ‘Het is aan de eindgebruikers om dat te beoordelen.’ Eén ding is volgens hem zeker: het heeft geen zin om een monument onder een stolp te plaatsen. Dan vervalt het toch. Beter is het als een monument – diepgaand – zijn eigen bestaansrecht genereert.