Noord-Nederland wordt de komende jaren vaker getroffen door aardschokken. De bevingen nemen bovendien in hevigheid toe. Dat bleek eind oktober uit een onderzoek in opdracht van de provincie Groningen, de gemeente Loppersum en het waterschap Noorderzijlvest. Vooral Noordoost-Groningen ondervindt sinds 1986 de gevolgen van de ondergrondse gaswinning.

Het aantal bevingen in deze regio bedraagt enige tientallen per jaar. Meestal betreft het lichte aardschokken met een kracht van rond de 2,5 op de schaal van Richter. Het KNMI sluit volgens de nu gepubliceerde studie niet uit dat er bevingen komen met een kracht van 3,9. Oude panden en boerderijen in een straal van 15 kilometer rond de epicentra van zulke bevingen kunnen beschadigd raken. Voor nieuwbouw geldt een schaal van 5 kilometer. De Groninger Bodem Beweging toonde zich kritisch over de rapportage. Vraagtekens plaatste de actiegroep bij de mogelijke schade aan bebouwing.
Eén aspect dat – in de media althans – onderbelicht bleef, was de mogelijke schade aan de (noordelijke) zeedijken. Het risico voor met name de zanderige onderwatertaluds van de dijken wordt weliswaar al vele jaren ‘verwaarloosbaar klein’ geacht, maar de opstellers van voornoemde studie bevelen desondanks aan de kans op zelfs maar de geringste instabiliteit opnieuw te berekenen met de magnitude 3,9 als uitgangspunt. De kans dat de zandlagen onder de dijken door trillingen ‘vloeiend verweken’, is niet helemaal denkbeeldig. In het aardbevingsgevoelige Californië houden ze bij dijken rekening met zo’n scenario, schrijven deskundigen van ingenieursbureau Fugro in het tijdschrift Geotechniek. Hun advies: combineer ‘het beste uit twee werelden’. Maak gebruik van de Amerikaanse kennis en verbindt de Californische rekenmodellen met de Nederlandse aannames.
Waddenplannen heet deze rubriek. Welnu: het te allen tijde shockproof houden van de Waddendijken is niet het minste plan dat je kunt bedenken.

Trefwoorden