De Vaart in Assen
Loenen aan de Vecht, Krimpen aan de Lek en Assen aan de Vaart: dit zou de heilige triptiek van het Hollandse waterwonen kunnen zijn; alle monumentale grachten uit de zeventiende eeuw even niet meegerekend.
Hoe dan ook, wij van het scanteam openbare ruimte vinden dat Assen en zijn vaart een plaats op het erepodium van de kanaalsteden verdient. Is er een kanaal dat je mooier naar het hart van een stad leidt dan de Vaart naar Assen? Een barokker stadsentree is nauwelijks denkbaar. Het hoge waterpeil in het brede kanaalprofiel maakt er samen met de 1600 meter kaarsrechte kanaallijn een vorstelijk ‘grand canal’ van. De bebouwing langs beide kanaaloevers is gevarieerd en doorlopend interessant in bouwstijlen. De nabijheid van het water voelt prettig, evenals de royale ruimte tussen de beide straatwanden ter weerszijden van de vaart.
Je zou denken: voldoende voor een optimale schoonheidsbeleving. Maar nee, er moest nog een landmark in het beeld. De 23 meter hoge hameitoren van de nieuwe Witterbrug steekt nu als een naald in de ‘rug’ van de vaart. Overigens was De Kan hier minder gebelgd over dan Boetze. Een beoordelingsverschil waar we als team nog niet eerder mee te maken hebben gehad. Gevraagd naar de mening van enkele passanten bleef de waardering voor de kanaalnaald fifty-fifty.
Alleen, we kwamen niet voor dit oponthoud. Het echte hoogtepunt zou het uitgegraven laatste stukje vaart zijn, bekend als de Kolk. In 2008 veranderde een parkeerterrein hier in een bevaarbaar kanaaleind. Een relatief kleine ingreep met een groot effect. De zomervloot met vaarrecreanten maakt van de Kolk weer een levendige haven. Een aanwinst voor het stadsbeeld. Tenminste, voor zover je het vanaf de kaden bekijkt. Zittend achter een biertje op één van de terrassen op de Markt, niet meer dan tachtig passen van het kanaal, is elk contact met het water verdwenen. Hier zit je aan het voeteneind van het kanaal, terwijl het kanaal zelf volkomen uit beeld is. Wél zichtbaar is de hoge betonnen rand van het kleine manifestatieplein waar Assen af en toe van alles tussen kunst en kitsch op wegzet. Terrasbezoekers vinden het leuk om schepen te zien, scheepslui vinden het leuk om te koersen op een gezellig stadsplein met terrassen. Daar moet dan geen zet-daar-maar-neerbeleid aan kunst en cultuur tussen staan. Kunst- en recreatieambities zitten elkaar hier in de weg. Zo aangenaam sober als het kanaal zelf is, zo irritant is zijn eind. Eigenlijk is de ontgraving twintig meter te vroeg beëindigd.
De Hoofdstraat in Hoogeveen
Eens was de Hoofdstraat het centrale kanaal van Hoogeveen. In de jaren vijftig werd het kanaal gedempt. Kanaal werd straat en de transporthandel maakte plaats voor de economie van de middenstand. Deze groeide en bloeide en maakte van de straat een levendig centrum. Zo ontwikkelde Hoogeveen zich van kanaaldorp tot regiostad.
Al die tijd bleef het kanaalbeeld in de hoofden en harten van de Hoogeveners opspelen. Boekuitgaven met historische kanaalfoto’s, tentoonstellingen over verveningen en turftransport – allemaal onvoldoende om het kanaalverlies goed te kunnen verwerken. De bewoners wilden water zien. Een volledig kanaalherstel met bevaarbaar water zat er niet in, daarvoor was de demping al te veel vloer voor het zakencentrum geworden. Maar voor een verwijzing naar het kanaal was er nog wel een plaats.
Daarvoor werd in 2009 in Hoofdstraat Noord 250 meter waterloop gegraven. Het water ligt er diep beneden het straatniveau, gevat tussen een gemetselde muur en een grashelling. Het beeld houdt het midden tussen een gracht en een langgerekte vijver. Voor een hommage aan een nuchtere kolonievaart is in het ontwerp nogal veel vormwil toegepast. Muren en muurtjes, gras- en traphellingen en na zonsondergang de sophisticated verlichting op dit alles brengen je dichter bij een design-ervaring dan bij de herbeleving van een kanaal. Er zou voor ons gevoel al veel gewonnen zijn als de mooi ontworpen grasoever ook aan de westkant had gelegen.
Van een andere orde is de ‘waterinjectie’ in Hoofdstraat Zuid. In 1995 kreeg beeldend kunstenares Karin Daan opdracht het water symbolisch in de Hoofdstraat terug te brengen. Ze deed dat in de vorm van een meanderend bassin waarin water over een lengte van 250 meter (toeval?) trapsgewijs afstroomt. Cascade, de naam van het kunstwerk, wordt algemeen gewaardeerd. Op zonnige dagen werkt Cascade als een magneet voor het winkelend publiek. Het is dan ontspannen zitten op de betonnen rand, in nauw contact met het heldere stromende water.
De terreinverkenning kanaalnostalgie heeft ons geleerd dat gemeentes die een kanaal-herbeleving willen, duidelijk moeten kiezen uit twee soorten opdracht: 1. verwijs op kunstzinnige wijze naar een kanaal; 2. graaf een kanaal.