Op knoop- en knelpunten van waterwegen werken waterschappen en ecologen aan een vrije doorstroming van trekvis. Over vissenluikjes, aalgoten en tellen met een teutebel.

Als een paling de paairijpe
leeftijd heeft bereikt (11-17 jaar), gaat hij van de zoete binnenwateren op weg
naar volle zee. Hij zwemt door sloten, vaarten en kanalen, langs
palingrokerijen, aalscholvers langs de waterkant. De vroegere uitgangen naar
zee zijn nu afgesloten met dijken, sluizen, gemalen, maar toch komen sommige
palingen erlangs. De paling, of aal, is een gladde, vindingrijke vis.

Aan het eind van het continentaal
plat duikt de paling de diepte in, tot waar geen mens of machine kan volgen. In
de Sargassozee, op zesduizend kilometer van hier, vindt de paring plaats, zo
nemen wij aan. Na het leggen van de eitjes sterft de vis.

De palinglarfjes komen met de
Golfstroom mee terug naar Europa, onderweg veranderend in glasaal, doorzichtige
piervisjes, een vinger lang. Zo …

Wij willen onze journalistiek zo open mogelijk houden omdat we onze liefde voor het Noorden graag met iedereen delen. Om deze onafhankelijke journalistiek mogelijk te maken, investeren wij veel tijd. Wij hebben lezers nodig om dit te kunnen blijven doen. Voor slechts €52,50 per jaar kun je ons steunen en krijg je vier keer per jaar ons tijdschrift opgestuurd.