Ruim tien jaar geleden verscheen de eerste aflevering van Los Dorp in Noorderbreedte. Jongeren vertelden daarin over het dorp waar ze opgroeiden en wat ze van de toekomst verwachtten. In Terug naar Los Dorp kijken we hoe het hun is vergaan.

In de trein terug vanuit Lelystad waar Bert Kort (29) met zijn jonge gezin sinds april van dit jaar woont, geurt mijn tas nog na. Van de kersverse notenkoek die ik de dag tevoren in zijn oude woonplaats Bierum speciaal voor hem ben gaan kopen. Koek van bakker Olinga die ook dit jaar volgens de vakjury weer de beste ontbijtkoek van Groningen en Drenthe bakt.

‘Bedankt voor de koek. Ruikt het huis nog een week lang naar Bierum!! Doet me er meteen aan denken hoe ik in het eerste jaar dat ik aan de Universiteit Twente Civiele Techniek en Management studeerde, nog ieder weekend naar mijn ouders in Bierum ging. Om op zaterdag bij mijn favoriete boeren, Veenkamp en Biemond te werken. Zelfs in de vakanties hielp ik bij de oogst van uien en pootaardappelen. Maar na verloop van tijd werd het één keer in de drie weken en nu kom ik nog maar een of twee keer per jaar. Niet meer om te werken, maar om wat bij te kletsen.

Aan dat weekendritme kwam abrupt een einde toen ik in het derde jaar van mijn studie voor zeven maanden naar Kenia ging. Ik deed daar veldwerk voor een ngo, de Westerveld Conservation Trust. We brachten het stroomgebied van de Voi River in kaart om een betere greep op de waterhuishouding te krijgen. In dat gebied ten noorden van de Kilimanjaro, dat voor een deel waterrijk is, is de bodemerosie groot. De bewoners hakken de bomen om aan brandhout te komen. Bij regens ontstaan gigantische geulen waardoor de vruchtbare teelaardelaag wegspoelt.

Wij maakten analyses van de bodemgesteldheid, het watersysteem en hielden interviews om erachter te komen hoe we het beste konden helpen. In het berggebied heb je nog wel iets van waterbeheersing door de terraslandbouw, maar de bevolkingsdruk daar is te hoog. In het droge savannegebied wonen boeren met beperkte landbouwkennis en heerst er gebrek aan water. Vanuit het goedgeregelde Groningen gezien, was het de wereld op zijn kop.

En nu is datzelfde Groningen getroffen door een reeks van aardbevingen. Mijn ouders wonen in een huis met betonelementen, maar ook zij hebben schade. Daar waar de kalkzandsteen tegen het beton is gemetseld, scheurt die precies langs het beton. Een stuk stuc viel op een dag achter de bank ineens uit de muur. Mijn tante in Uithuizermeeden is inmiddels op zolder gaan wonen omdat de benedenverdieping intensief moet worden hersteld. Haar oude herenhuis ziet er behoorlijk gehavend uit. Wat me meer zorgen baart, bij een dikke klap kukelt bij al die bakstenen gebouwen de gevel eruit. Nu spreken we nog maar van herstel. Ik hoor veel te weinig over wat men aan de fundamenten van al die huizen wil doen om die aardbevingsbestendig te maken.

We wonen nu een halfjaar in Lelystad. Ik woon zo dichter bij mijn werk. En voor mijn vrouw Petra blijft het haalbaar om haar baan bij de Veiligheidsregio Twente te houden nu Norah is geboren.

Ik kon na mijn studieperiode en anderhalf jaar traineeschap in 2013 in vaste dienst bij Rijkswaterstaat komen en in het Watermanagementcentrum aan de slag. Petra komt uit Barneveld. Dat ligt op de grens van polder en bos. De eerste keer dat ik daar was, riep ik: “Waar is hier het platteland?” Boerderij stond naast boerderij gepropt!  Ik leerde haar op de universiteit kennen bij de christelijke studentenvereniging RSK. Wij geloven heel bewust.  Een waterscheiding is voor ons: 13 september 2013. Toen werd onze dochter Norah geboren. Eleonorah betekent “Licht van God”. Ze is nu ruim een jaar en zegt al wat woordjes. Het zesde was: ‘Amen’, maar dan grappig genoeg ingeslikt op zijn Gronings. “Am’n”!’