Door Joep van Ruiten
Voor een half miljard euro wordt het centrum van Emmen verbouwd en verrijst op de Es attractiepark Wildlands Adventure Zoo en een nieuw theater. Een wandeling door de bouwput.
“Dus jij wilt pionieren?”, vroeg mijn beoogde hoofdredacteur tijdens het sollicitatiegesprek. “Ja”, antwoordde ik vol zelfvertrouwen. “Wie niet vooruit wil, komt nergens. En nieuwsgierigheid hoort bij het vak.” Wat ik in stilte wilde was dit: schrijven en niet langer gestoord worden door reorganisaties.
We zaten in hotel De Jonge in Assen. Mei 2000. Drie vacatures had de hoofdredacteur: in stad Groningen, in Hoogeveen en in Emmen. In Groningen was hij net een ochtendkrant begonnen. Het leek mij een even gedurfd als zinloos avontuur. In Hoogeveen had ik eerder gewerkt – daar was ik klaar mee. Maar verslaggever worden in Emmen, ja, dat wilde ik wel.
“Ben je niet bang dat je de kunst gaat missen?”, prikte de hoofdredacteur. “Emmen heeft een prachtig Centrum voor Beeldende Kunst”, kaatste ik terug. “Bovendien ben ik een lezer. Lezen kan overal. Wie leest, mist niks.”
Daarop werd ik aangenomen op de regioredactie van de Drentse Courant in Emmen. Mijn baan als kunstredacteur bij Wegener Uitgeverij Gelderland Overijssel zegde ik op. In augustus verhuisden we naar een woning in de wijk Bargeres. “Bangladesh”, grapte een van mijn nieuwe collega’s. Daar zat iets in. Als ik het slaapkamerraam opende, kon ik op sommige dagen de fabrieken ruiken.
Twee jaar later – reorganisatie – werd ik kunstredacteur bij Dagblad van het Noorden in Groningen. “Emmen?”, informeerde de chef economie bij het koffie-apparaat aan de Lubeckweg. “Dan kom je zeker nu in Groningen wonen?”
Emmen wekt altijd verbazing.
Onlangs kregen we mijn neefje van negen over de vloer. Hij woont in Leiderdorp. “Emmen is de saaiste stad van Nederland”, flapte hij eruit. “Gehoord op de radio”, vulde zijn vader aan. “Volgens de Atlas voor Gemeenten staat Emmen onderaan als het gaat om culturele voorzieningen.”
Ik vertelde over burgemeester Cees Bijl die tijdens een nieuwjaarsreceptie de criteria van de Atlas in twijfel had getrokken. Aan de ligging ten opzichte van de Noordzee kunnen we niks veranderen, had hij droogjes opgemerkt.
Tijdens diezelfde receptie had Bijl een plan tegen het toenemend verlies van banen aangekondigd. Daarna had hij het actuele inwoneraantal van de gemeente bekendgemaakt: 107.783 mensen. Wederom minder dan het jaar daarvoor. Als oorzaak noemde hij, logisch, de ligging van Emmen in de krimpregio Oost-Drenthe.
In 2007 was het streven nog gericht op 120.000 inwoners in 2020, herinnerde ik me. In 2007 zouden wij Bargeres verruilen voor een woning in de Delftlanden, de jongste woonwijk van Emmen. Pionieren op de akkers langs de N34. Op papier bood deze Vinex-locatie ruimte voor 4000 woningen. Het liep anders. We vonden een vrijstaand huis met besloten tuin en appelboom in oudste woonwijk van Emmen, Emmermeer. Dat het aantal woningen in de Delftlanden verlaagd moest worden naar 1600, wisten we toen niet. Dat de OZB-waarde van onze woning in Emmermeer met 70.000 euro zou dalen, hadden we ook niet gedacht.
Emmen blijft verbazen.
Als wij bezoek uit het Westen krijgen, klagen gasten soms dat Emmen een eind reizen is. “Na Zwolle moet je nóg een uur”, overdrijven ze dan. “En na Hoogeveen houdt alles op. Wel mooi hoor, die leegte.” Daarna zwijgen ze meestal even. Praten over leegte is moeilijk. “Nou, vertel. Hoe is het hier?” Als wij bezoek uit het Westen krijgen, gaan we altijd even wandelen met onze gasten.
We staken de Weerdingerstraat over en liepen met het neefje en zijn vader de Hoofdstraat in. Links beauty- en kapsalon Shery, daarna grillroom Sphinx, een voormalige pizzeria, een leegstaande winkel waar ooit mode voor grote maten werd verkocht, dan het gesloten danscafé Exodus. Rechts Beautycenter Sunset B, muziekhuis Prins, Christine Le Duc, Erotic Lifestyle Center Taboo.
Langs de rafelranden liepen we richting Marktplein, waar het Wereldkampioenschap Stratenmaken in volle gang leek – overal werd plaveisel aangepast. We stonden stil bij Villa Lindenhof, een zeldzaam gemeentelijk monument waarin het gemeentelijk informatiepunt centrumvernieuwing is ondergebracht. Bij de Bloemenklok, het aandenken aan kamerlid Zegering Hadders, begon de vader vragen te stellen over de dierentuin. Het zoontje rende naar een speeltoestel. Ik stak van wal.
“Jarenlang was dit dé dierentuin van Nederland. Nergens hadden de dieren zoveel ruimte, nergens kon je ze zo goed bekijken”, begon ik. “Het was dé trekpleister van Drenthe, vaak meer dan een miljoen bezoekers. Eind jaren negentig kwam de klad erin, ook omdat het toerisme veranderde. Wie geld had ging met het gezin naar Afrika, daar zag je de dieren nog beter. Wie geen geld had keek naar National Geographic op breedbeeldtv.
Om de daling te stoppen, werd een uitbreiding bedacht: een filiaal, bovenop waterwingebied Noordbargeres. Er werd een enorm parkeerterrein aangelegd. Voor vijftien miljoen euro werd in 2000 een betonnen loopbrug naar het centrum gebouwd, de Traverse. In het verbouwde en overdekte winkelcentrum De Weiert opende de parkdirectie een EKO-restaurant, voor even. Er kwam nog meer parkeerruimte. Een enorme sprong voorwaarts. Maar het mislukte.”
We waren gaan zitten op de lichtgewicht aluminiumstoeltjes van frituurkiosk Snackpoint. Patat is ultiem troostvoedsel.
“Het aantal dierenparkbezoekers daalde verder, naar 700.000. In 2009 dreigde een faillissement. Op het gemeentehuis brak paniek uit. Niet alleen omdat het gemeentebestuur de toezichthouders had geleverd, ook omdat er plannen waren de dierentuin in zijn geheel naar de Noordbargeres te verhuizen. Dat zou het centrum van Emmen voorgoed kunnen veranderen.”
We liepen voorbij de Grote Kerk langs het gemeentehuis (“gerenoveerd in 2008”) en hielden stil bij een vlakte waar ooit discotheek Big Fun stond (“in 2002 door brand verwoest”). Overal lagen bouwmaterialen.
“Hier komt een plein met toegang tot het nieuwe dierenpark en een nieuw theater. Na de zomer van 2016 moet alles klaar zijn. Links staat het belastingkantoor. Aanvankelijk zou de belastingdienst iets nieuws bouwen, naast het gemeentehuis. Dat wordt ‘m niet. Het ministerie probeert de dienst al jaren uit Emmen weg te halen. Kijk, je kunt nog een klein stukje van de gesloopte Traverse zien. Veertien jaar heeft de brug dienst gedaan.
Straks heb je op deze plek waterpartijen en de grootste skatebaan van Noord-Nederland. Het plein wordt de voortuin van zowel het theater als het nieuwe dierenpark, met daaronder een dubbele tunnel voor het verkeer van de Hondsrugweg. Het wordt het Mensenplein genoemd, straks kunnen hier vijfduizend mensen staan. Het park gaat Wildlands Adventure Zoo Emmen heten. Ze rekenen op minimaal 1,3 miljoen bezoekers per jaar.”
Slalommend tussen modderplassen lukte het om bij de Holdert te komen, het verzorgingstehuis dat al jaren over de Noordbargeres uitkijkt. Nadat het een paar jaar geleden was opgeknapt, werd er nu een wooncomplex naast gebouwd.
,,Je moet naar Emmen kijken als naar een Amerikaanse stad. Het is geen Bourtange. Hier wordt niet gerestaureerd, hier wordt de toekomst verkend. Vijfentwintig, misschien dertig euro gaat een kaartje voor het park kosten”, ging ik verder. “Reken maar uit als je een gezin met twee kinderen hebt… En dan moet je nog parkeren, eten, drinken en na afloop souvenirs kopen. Veel geld, ja. Maar bij de Efteling betaal je dat ook. Het wordt een attractiepark waar je na een dag niet uitgekeken bent.
Wildlands gaat ook het theater exploiteren. De directeur heeft laten weten dat hij volle zalen belangrijker vindt dan een interessante voorstelling. ‘Als Emmen Jannes wil, dan krijgt het Jannes’, heeft hij gezegd. Brood en spelen.
De angst bestaat dat parkbezoekers straks geen fut meer hebben om Emmen zelf te bezoeken. Met de verhuizing van de dierentuin wordt het hart verwijderd, zeggen sommigen. Dat zou zo erg niet zijn als er een goed plan lag om het achterblijvende gat op te vullen, om op zijn minst vijfhonderdduizend mensen naar het centrum te lokken.
De gemeente is eigenaar van de grond. Er is een belofte gedaan dat de twaalf hectare niet worden volgebouwd met appartementen, dat het parkachtige karakter blijft. Maar hoe de aanschaf van die grond moet worden terugverdiend… Vooralsnog ligt er een idee voor een museum. Zoiets is ook niet gratis. Straks valt het centrum in losse delen uiteen. Straks is het hier doodstil. Koop jij wel eens via internet?”
We liepen tussen hekken langs de bouwputten richting Vreding, het straatje dat ambtenaren gebruiken om naar hun werk te gaan. Het neefje keek de ogen uit. We wandelden over een provisorisch parkeerterrein. Tot 2009 stond hier het politiebureau. Turend langs de ingang van de Hondsrugtunnel zagen we tussen de bladerloze bomen de Grote Kerk. Wachtend voor het voetgangerslicht zagen we de opening aangekondigd van een sportzaak en een wereldrestaurant.
Toen stelde de vader de vraag die al de hele wandeling in de lucht hing: “Waar betalen jullie dit van?” Het woord ‘jullie’ zorgde voor een kleine schok.
“Tot dusver is het niemand gelukt dat begrijpelijk uit te leggen. Vermoedelijk wordt het betaald zoals vrijwel alles in Nederland wordt betaald, met leningen en subsidies, met kredieten. Door eindjes aan elkaar te knopen en reserves aan te spreken die worden gedekt op basis van in het verleden behaalde resultaten. Die geen garantie bieden voor de toekomst, maar wel loketten openen die anders gesloten zouden blijven. Bij elkaar kost de verbouwing van Emmen een half miljard euro.”
De vader zweeg. Verveelde hij zich?
“Het is een kwestie van hoop”, vervolgde ik. “Het glas in Emmen is half vol. Dat scheelt al in de beleving. Op de positieve perceptie van bestuurders valt niets af te dingen. Het is prettiger dromen van een goudmijn, dan vrezen voor een bodemloze put. Niks doen is geen optie. Emmen kan niet terug. Emmen kan alleen vooruit. Wat de toekomst brengt, weet niemand. Waarom zou het niet prachtig worden? Het kan prachtig worden.”
Via het Noorderplein (“sinds de herinrichting in 2012 met parkeergarage en MediaMarkt”) staken we de Weerdingerstraat over. Opnieuw gingen we links, langs De Sportschool, kapsalon Blitzz, Het Sportcafé, grillroom Jeruzalem, kapsalon New Look. We hielden halt bij japonnenhuis Jedehu, draaiden ons om en keken naar de openbare bibliotheek. Het gebouw was verkocht aan een projectontwikkelaar. Die wilde er pal voor een appartementencomplex bouwen. Het bestemmingsplan was al aangepast.
Op dat moment kwam de bus naar Groningen voorbij. “Over die weg zijn wij gekomen”, wees het neefje. “En over die weg kunnen wij weer naar huis”, zei de vader.