Door Radboud Engbersen

‘Aan de Voorstraat in Buitenpost ligt een stuk van mijn geschiedenis’ schreef Martin Bril ooit in Noorderbreedte, en hij vertelde over de zomers die hij daar doorbracht. Over de handel in veevoer, aardappelen en steenkool van zijn oom en tante, de klanten op hun erf en de spullen die ze in de wijde omgeving bezorgden met de vrachtwagen. Deze economische dynamiek is uit Buitenpost verdwenen, maar hoe staat het met de  huidige kleinschalige economische dynamiek in het dorp? Is die te versterken en waar begin je dan? Is branding een aanknopingspunt of erfgoed, misschien energie? 

Dit soort vragen staat centraal in het experimentenprogramma dorpseconomie dat Platform31 met de drie noordelijke provincies uitvoert. Hieronder drie van de deelnemende dorpen als voorbeeld. 

  1. Bruisend Buitenpost

Het Friese dorp Buitenpost verbindt Leeuwarden en Groningen. Het is het grootste dorp (5.800 inwoners) van de gemeente Achtkarspelen en ook de plaats waar het gemeentehuis staat. Met de sneltrein ben je er vanuit Leeuwarden in zestien minuten en vanuit Groningen doe je er twee minuten langer over. De positie in de luwte van deze twee steden geeft het dorp economische kansen, tegelijkertijd is de realiteit dat in de dorpskern winkelpanden leegstaan. 

Een groep ondernemers en bewoners heeft zich vorig jaar verenigd onder de vlag ‘Bruisend Buitenpost’ en het initiatief genomen tot een dorpsbrede discussie over de toekomst van het commerciële en maatschappelijke vastgoed in het dorp. Hoe vangt het dorp het op als woonzorgcentrum Haersma Hiem in Buitenpost straks mogelijk dichtgaat? Kunnen ouderen elkaar ontmoeten in bestaand commercieel vastgoed? Dat zal de levendigheid van de dorpskern vergroten. En is de verborgen zzp’er niet van zijn zolder vandaan te krijgen en bereid zichtbaar in een nu nog leegstaand winkelpand te komen werken?  Staan de leegstaande kantoren van Rijkswaterstaat aan de Keurloan niet op een ideale, groene plek voor een bed and breakfast? Kunnen jonge creatieven uit Leeuwarden en Groningen geen broedplaats maken van de leegstaande, voormalige Ford-garage op bedrijventerrein De Swadde? 

‘Mienskip’ is het centrale begrip van Leeuwarden Culturele Hoofdstad 2018. Laten de organisatoren daarvan zich inspireren door de gemeenschap van Buitenpost! Bruisend Buitenpost barst van de ideeën. 

Een van de initiatiefnemers is Greetje Haagen. Haar winkel in fournituren en hobbyartikelen staat op een steenworp afstand van de Voorstraat. Ze is gespecialiseerd in hip handwerk. Met collega-ondernemers is ze bezig de naam van het dorp en de in de dorpskern werkzame winkeliers te ‘branden’, dat wil zeggen een eigen verhaal te geven. In dit verhaal staat het persoonlijke en ambachtelijke centraal. In Buitenpost ga je niet naar een anoniem warenhuis, maar koop je eigentijdse handwerkmaterialen bij Greetje. 

www.buitenpost.info

Oudega: dorpsplein aan het water

Met net geen 1.700 inwoners is Oudega één van de grotere kernen van de gemeente Smallingerland. Hier is het de in 1906 gebouwde zuivelfabriekfabriek De Hoop die de ondernemerszin prikkelt. De fabriek sloot in de jaren zestig van de vorige eeuw de deuren. De Gereformeerde kerk kocht de fabriek en maakte er een dorpshuis van. ‘Alles zat erin’, herinnert Hindrik Riemersma, voorzitter van Dorpsbelang Oudega, zich nog goed. ‘De bibliotheek, het consultatiebureau, het zangkoor, de muziekvereniging – de plek bond veel vrijwilligers’. 

De kerk stootte de fabriek begin jaren negentig af en een trieste neergang zette in. Het eindresultaat is een vervallen, met graffiti besmeurd pand. ‘Een grote rotte appel’, zegt Riemersma, ‘een doorn in het oog van de bewoners van Oudega.’ Maar hij is enorm blij met de recente belangstelling van verschillende partijen voor de fabriek. In het kader van het Europese Interreg-programma Sigma for Water hebben de gemeente Smallingerland en de provincie Friesland een gebiedvisie gemaakt die Oudega dichter bij de Friese meren moet brengen. Onderdeel ervan is de aanleg van een waterplas ten zuiden van de plaats. Het waterfront van Oudega met zijn karakteristieke melkfabriek heeft in de plannen een centrale plek. 

Over de waterplannen wordt al jaren nagedacht. De intentie is het plan in 2018 in uitvoering te brengen. Voor de in de steek gelaten fabriek gloort een tweede leven. Ook de huidige eigenaar en projectontwikkelaar ziet nieuwe kansen. Via Noorderlicht Makelaars in Drachten biedt hij boven in de gerenoveerde fabriek appartementen aan en daar beneden werkunits; ook is er in de plannen plaats voor een grand café. 

Interessant is dat de ondernemersvereniging Mivero van Oudega actief meedenkt. Mivero heeft een werkgroep ingesteld waar ook Dorpsbelang Oudega deel van uitmaakt. De werkgroep heeft uitvoerig en gedetailleerd commentaar gegeven op de gebiedsvisie van de gemeente en de provincie en de concrete verbouwingsplannen van de projectontwikkelaar. De ultieme wens van de werkgroep: een doarpsplein oan it wetter. Wijma, architect en één van de trekkers van de werkgroep vertelt: ‘Wij willen meer dan een opgeknapte fabriek en een plek waar je koffie aanbiedt of een slaapplaats uitbaat. Wij willen het gebied rond de fabriek ontwikkelen tot een bijzondere woon- en verblijfsplek. Niet alleen voor de recreatieve passanten, maar ook voor de Oudegasters. Met woningen in en aan het water, een herontwikkelde oude kunstmestloods, een speelplein en een picknick- en zwemparkje. Dat zal een blijvende economische impuls aan het dorp geven.’ 

De werkgroep heeft inmiddels gesproken met de projectontwikkelaar en heeft intensief contact met de projectgroep ‘Oudega aan het water’, waar gemeente, provincie en Wetterskip Fryslân deel van uitmaken. Ook is er een brainstormsessie geweest met de watersportvereniging van Oudega. Wijma: ‘We zoeken draagvlak. Het plan moet van het dorp zijn, dat moet erachter gaan staan.’ 

De komende tijd zal leren of er interesse bestaat voor de plannen van de projectontwikkelaar. Is dat niet het geval, dan breekt er een nieuwe fase aan. De werkgroep Doarpsplein oan it wetter denkt al verder, zegt Wijma. ‘We spelen met de gedachte om als dorp de fabriek in coöperatief eigendom te ontwikkelen. Door directe betrokkenheid kun je meer ideeën verzamelen, vrijwilligers mobiliseren en waarschijnlijk tegen lagere kosten tot een betere invulling komen.’ Lukt dat dan zal de cirkel rond zijn, want de oorspronkelijke zuivelfabriek was een coöperatieve vereniging. 

Nieuwolda: het meest energiezuinige dorp van Nederland?

Het begon allemaal, vertelt Anthon Meijssen van Vereniging Dorpsbelangen Nieuwolda, met het verzet tegen de aanleg van een windmolenpark op de grens tussen Midwolda en Nieuwolda. Dorpsbelangenverenigingen en wijkbelangenverenigingen van de gemeenten Oldambt en Delfzijl bundelden de krachten in de Stichting Oldambt Windmolenvrij. Hun heldere boodschap: wij zijn tegen windmolens op het land, niet alleen in onze achtertuin, maar ook in die van u. 

Geen windmolens, maar wat is het alternatief? Het was de directeur-bestuurder van Woonstichting Groninger Huis, Hilde van Ree, die een ambitieus doel wist te formuleren, weliswaar met een vraagteken erachter: Nieuwolda, het meest energiezuinige dorp van Nederland? Dorpsbelangen Nieuwolda en de gemeente Oldambt herkenden zich in de ambities. 

Een busreis naar het Duitse dorpje Lathen – vlak over de grens bij Ter Apel – volgde. De helft van de bus was met dorpsbewoners gevuld. Het bezoek maakte duidelijk dat op de schaal van een klein dorp veel mogelijk is. Lathen is geen energiezuinig of energieneutraal dorp, maar inmiddels energieleverend. Ook de provincie Groningen sloot zich bij de ambities van Nieuwolda aan en kwam over de brug met een subsidie die het mogelijk maakte om voor tien particuliere woningen kosteloos op maat een energiezuinig plan te maken. 

Anthon Meijssen was één van die particulieren. Tien jaar geleden arriveerde de oud-docent aan de Haagse Academie van Beeldende Kunsten in Nieuwolda als nieuwe eigenaar van ‘zo’n oude Oldambster’. Het gaat om Hoeve Ceres, een villa uit 1898, die hij inrichtte als bed and breakfast en waar hij ook cursussen beeldende kunst verzorgt. Hij heeft nu 28 zonnepanelen op zijn dak. ‘Ik produceer meer dan ik op kan. Ik lever aan het net. Voor de winter ga ik de kelder isoleren. Ik doe steeds een deel, want het kost allemaal geld.’ 

Ook de woningstichting en de gemeente staan niet stil. De gemeente gaat de openbare ruimten van Nieuwolda van ledverlichting voorzien. Groninger Huis heeft vorig jaar een nieuw verpleeghuis opgeleverd in Nieuwolda. Het maakt met de huurder afspraken gemaakt om vierhonderd zonnepanelen op het dak te plaatsen. In de Bomenbuurt is met bewoners een renovatieplan ontwikkeld: 26 energieneutrale woningen (nul op de meter) zijn het resultaat. Verder gaat de corporatie twee nieuwe energieleverende woningen bouwen (eentje wordt een modelwoning), uitgerust met thuistechnologie die het mogelijk maakt langer zelfstandig thuis te blijven wonen. Groninger Huis werkt samen met de Hanzehogeschool in Groningen, terwijl het lokale ondernemers en installateurs bij de werkzaamheden betrekt. De energieambities moeten ook een spin-off krijgen in de lokale economie. 

Maar om het ideaal van het meest energiezuinige dorp van Nederland écht dichterbij te brengen, is het belangrijk dat ook de particuliere eigenaar met de kleine beurs en een doodgewone woning gaat investeren in energiezuinige maatregelen. Groninger Huis kan het niet alleen. De corporatie bezit 140 sociale huurwoningen in het dorp, terwijl het dorp z’n 1.200 inwoners telt. Meijssen vertelt dat bewoners aarzelen met investeren. Hij legt uit dat die aarzeling deels te maken heeft met dalende energie- en huizenprijzen, maar ook met de aardbevingenproblematiek. ‘Het gebied dat aangewezen is als aardbevingsgebied stopt aan de buitenkant van Nieuwolda, maar even verderop in Woldendorp vergoedt de NAM niet alleen de schade door de aardbevingen, maar kun je als particulier ook vierduizend euro subsidie krijgen om je huis energiezuinig te maken.’

Ook in Nieuwolda is er aardbevingschade. De NAM heeft een aantal gevallen inmiddels als zodanig erkend. In Nieuwolda wachten particulieren nu af of zij ook niet straks voor een dergelijke regeling in aanmerking komen. Meijssen: ‘Voor onze ambities zou dat een geweldige doorstart betekenen.’ En voor de toekomst van Nieuwolda, benadrukt hij: ‘Dit is een krimpregio, doe je niets dan zakt het hier weg. Je moet inventief blijven investeren in de toekomst van dit mooie gebied.’