De bodemdaling op Ameland wordt nauwgezet gevolgd sinds er met de hand aan de kraan naar gas wordt geboord in de Waddenzee. Het levert een blik op de toekomst.

Voorzichtig legt Stephan Mantel weer een folietje over de zand- en kleideeltjes in de langwerpige doos: vogeltje gezien, kastje gesloten. De vleugelmoeren worden aangedraaid en de anderhalve meter lange kist met het ‘kwelderprofiel van Ameland’ wordt behoedzaam in een rek geschoven. Het hoofd van het internationale bodemmuseum in Wageningen is ontzettend blij met deze nieuwe aanwinst. Het Amelander kwelderprofiel belooft een topper te worden want hier is te zien hoe de kwelders in de Waddenzee reageren als de zeespiegel zo’n veertig centimeter stijgt – zoals de verwachting is.

Dat het profiel binnenkort wordt geconserveerd en daarna prachtig haar verhaal kan vertellen in het Wereldbodemmuseum, is eigenlijk puur toeval. Johan Krol van het Natuurcentrum op Ameland komt de eer toe, zegt Pieter Slim bescheiden. Want Krol signaleerde een opmerkelijke overgang in een kreekrand aan de oostkant van Ameland. Slim,  ecoloog bij de WUR in Wageningen, rukte gelijk uit. Sinds de gaswinning op Oost-Ameland doet hij veel onderzoek. ‘Ik zit sinds 1986 om het andere jaar wel een maand op Ameland.’ Hoe snel daalt de bodem als het gas eruit gehaald wordt? Wanneer reageert de plantengroei? Kan de zee de bodemdaling compenseren door extra zand en klei af te zetten? Minutieus wordt er gemeten, geïnventariseerd, geteld en onderzocht. Krol en hij zijn hechte partners in onderzoek. Vele notitieblokken hebben ze vol geschreven over het effect van de gaswinning. Maar niets kan het verhaal zo helder vertellen als dit stukje Amelandse bodem. Straks, als dit bodemprofiel als monoliet levensgroot in het museum aan de muur hangt, zal het concurreren om de aandacht van bezoekers met een IJslands profiel met het merkteken van de vernietigende Laki-vulkaanuitbarsting van 1783, een zeer oude woestijnbodem van Namibië, een Peruaanse rivierbodem en nog vele andere.

Het Amelandse bodemprofiel heeft haar geheimen nog niet allemaal prijs gegeven, waarschuwt Slim. Maar het materiaal is nu ‘in huis’ – en dat is al heel wat. Want probeer maar eens een stuk mee te nemen van een natte kwelderbodem. Die valt uit elkaar. En het getij beperkt het aantal uren dat je kunt graven en binnenhalen van het bodemprofiel. Toen Mantel en Slim aan het werk gingen stond de Holwerder pier onder water. Ook de kwelder was aan het oog onttrokken door water dat de stormvloed had opgestuwd. ‘En ik had maar weinig tijd’, herinnert Mantel zich. Gelukkig trok het water zich snel terug en konden ze toeslaan. De kist vol materiaal moet nu geprepareerd worden voor de tentoonstelling. En het materiaal moet minutieus onderzocht worden. Maar met het blote oog zijn er al een paar belangrijke dingen te zien. Mantel: ‘Kwelderbodems zijn heel jong. Voor seniore bodems moet je naar Afrika, hier in de Nederlandse delta’s vind je de kleuters. In dit kwelderprofiel zie je in feite de vorming van Nederland.’

Vloed brengt zand en eb laat het water wegvloeien. Twee keer per etmaal meten de bodembouwers in deze delta hun krachten met elkaar. Het onderste deel van het profiel toont dan ook een continue aanwas van wit kalkrijk zand. Maar op 50 centimeter onder het oppervlak verandert er iets heel acuut: een roestbruin randje markeert de overgang naar grijzer bodemmateriaal. Tussen het zand liggen kleinere kleideeltjes. ‘Deze overgang is te dateren rond 1890 want tussen 1882 en 1988 is de Kooioerdstuifdijk aangelegd. Achter de stuifdijk werd het wat droger en verspoelen de ijzerdeeltjes. Daarna kwam het water tot rust en konden ook de kleinere kleideeltjes bezinken. Zo ontstond een kwelder’, vertelt Slim.

De regisserende mensenhand keert diverse malen terug in de 125 jaar lange geschiedenis van dit profiel. Elk laagje staat voor een gebeurtenis: een stormrijke periode, de afsluiting van de Zuiderzee (1932) of de Lauwerszee (1968), overstroming of een periode waarin rijke begroeiing op de kwelder kon ontstaan. Als detectives kunnen onderzoekers laagje voor laagje de geschiedenis reconstrueren. Cesium-afzettingen zijn van 1986 – de Tsjernobyl-ramp. En met luminescentie-technieken valt te achterhalen wanneer een zandkorrel voor het laatst aan licht is blootgesteld. ‘Je kunt het vergelijken met onderzoek naar jaarringen in bomen’, zegt Slim. Dendrochronologen kunnen aan de hand van opeenvolgende ringdiktes precies zeggen wanneer en waar een boom groeide. Ook duindoorns hebben jaarringen en de kennis daarover koppelt Slim aan het verhaal dat de bodemlaagjes vertellen. Zo vult het ene natuurlijke archief het andere aan en ontvouwt zich de vorming van het landschap voor je ogen.

Mantel: ‘Wat ik fascinerend vind is dat je natuurlijke processen via de bodem ook goed kunt koppelen aan de maatschappij.’ Tot voor kort keken bodemkundigen alleen naar natuurlijke processen en waren steden blanke vlekken in de bodemkaart. Maar in het door de Unesco opgezette wereldbodemmuseum heeft hij ook profielen van menselijke bodemvorming: een wierdijk van Texel, een stukje Hilversum met een vuilnisbelt en daarop een woonwijk.

‘In bodemprofielen lees je het verleden’, stelt Slim. Maar dit Amelandse kwelderprofiel is ook zo uitzonderlijk omdat het vertelt wat er in de toekomst gaat gebeuren als de zeespiegel stijgt. Dat komt omdat de lokale bodemdaling door de gaswinning ongeveer even groot is als de te verwachten zeespiegelstijging komende decennia. Daardoor is de bodemvorming op dit kleine stukje Nederland als het ware een ‘natuurlijk experiment’ met zeespiegelstijging. Wat voorspelt het profiel ons dan? Maar Slim is wetenschapper en waagt zich dus niet aan voorspellingen. Want wat er op de Amelandse kwelder gebeurde nadat het water veertig centimeter steeg, is niet hetzelfde als wanneer dat bij een dijk gebeurt als de zeespiegel veertig centimeter hoger wordt. Maar je kunt wel concluderen dat de kwelder niet verdwenen is. Er is geen ramp gebeurd. Dus in natuurlijke situaties – als de zee via sedimentatie de bodem kan aanvullen – kan de kust in enkele decennia de stijging van de zeespiegel met enkele tientallen centimeters compenseren. Mantel: ‘Als je de natuurlijke systemen uitschakelt, word je gedwongen om zelf iets te doen; de dijk verhogen bijvoorbeeld. Maar waar je natuurlijke systemen intact laat, kun je als het ware meewerken met de natuur. Dat kunnen we leren van dit beeld van Ameland.’

Zo wordt het Amelander profiel een profiel van hoop: een natuurlijk systeem kan een zeespiegelstijging mogelijk opvangen door nieuwe bodems te vormen.

Alle bodems van de wereld

Het Wereldbodemmuseum is het enige in zijn soort ter wereld en is gesticht door de VN-organisatie voor educatie, wetenschap en cultuur (UNESCO). Centraal staat de buitenste laag van de aardkorst. In dat licht zijn ook zaken als het klimaat en landschap te zien. Het museum toont 90 profielen, maar herbergt een collectie met database van 1000 bodems. Centraal in de tentoonstelling staat een enorm scherm waarop het hele bodemarchief van de wereld op locatie getoond wordt. Wie thuis vast wil kijken: laad de app soilinfo. Het Wereldbodemmuseum is op woensdagmiddag voor het publiek geopend en ligt op de campus van de WUR.

Referenties: Marquenie, J. & J. de Vlas 2012. ‘Monitoring bodemdaling Ameland’. Vakblad Natuur Bos Landschap 8: 41-43.

Begeleidingscommissie Monitoring Bodemdaling Ameland 2011. Monitoring effecten van bodemdaling op Ameland-Oost. Evaluatie na 23 jaar gaswinning. Deel 1: Morfologie, deel 2: Kwelders.

Links

www.waddenzee.nl/fileadmin/content/Bodemdaling/2011/pdf/Rapport_Deel_1_morfologie.pdf

www.waddenzee.nl/fileadmin/content/Bodemdaling/2011/pdf/Rapport_Deel_2_kwelders.pdf