Midden in de Waddenzee ligt het onbewoonde eiland Griend. Het is een belangrijke plek voor trek- en broedvogels en wordt in 2016 precies honderd jaar beschermd door Natuurmonumenten. Maar om het eiland te kunnen behouden zijn er nieuwe maatregelen nodig. Noorderbreedte kreeg de kans om een kijkje te nemen op het onbewoonde eiland, dat normaal verboden gebied is.

Midden in de Waddenzee ligt het onbewoonde eiland Griend. Het is een belangrijke plek voor trek- en broedvogels en wordt in 2016 precies honderd jaar beschermd door Natuurmonumenten. Maar om het eiland te kunnen behouden zijn er nieuwe maatregelen nodig. Noorderbreedte kreeg de kans om een kijkje te nemen op het onbewoonde eiland, dat normaal verboden gebied is.

Wie naar Griend wil moet er wel wat voor over hebben. We vertrekken vanaf de Willemskade in Harlingen. Schipper Harm Visser zal ons met Phoca, een veertig jaar oud patrouillebootje, zo dicht mogelijk bij het eiland brengen. Een paar honderd meter voor het eiland stopt de boot omdat het water te ondiep wordt. We hebben ons allemaal in een groen, waterdicht pak gehesen en stappen over op een kleiner, oranje motorbootje. Als ook dit bootje niet meer verder kan moeten we door het water te voet verder waden, richting de met goudgeel gras bedekte zandvlakte, Griend.

Dilemma

Door de aanleg van de Afsluitdijk van 1927-1932 is er veel veranderd in de Waddenzee. Dat heeft ook gevolgen voor Griend; de zee knabbelt steeds meer van het eiland af. In 1988 doet Natuurmonumenten een poging om het eiland te beschermen door er een zandrug voor te leggen. Maar dertig jaar later is het zand verdwenen en dreigt het eiland opnieuw langzaam te verdwijnen.
Natuurmonumenten staat voor een dilemma. Gaan ze weer ingrijpen om het eiland te behouden? ‘Het liefste wilden we de natuur zijn gang laten gaan, maar voor de honderdduizenden vogels die hier verblijven is er geen alternatief. Niks doen zou betekenen dat we Griend verliezen’, zegt projectleider Willem Miedema van Natuurmonumenten. ‘Uiteindelijk hebben we besloten dat we het eiland niet willen laten gaan, het heeft te veel waarde voor de natuur.’

Aan de wandel

De zon schijnt en tegen de strakblauwe lucht heeft het grijze strand iets weg van een maanlandschap. Tel daar twaalf mensen in groene rubberen pakken bij op en het lijkt net een ruimte-expeditie. Het voelt bijna verkeerd om voetstappen op dit onaangetaste stukje strand achter te laten. ‘Dit eiland is niet altijd onbewoond geweest’, vertelt boswachter Erik Jansen terwijl we het strand oplopen. ‘In de middeleeuwen stond hier een nederzetting genaamd Stedeke Grint. Het eiland was toen anderhalf keer zo groot als Texel.’ Maar de nederzetting verdween na een grote vloed in 1287, die een groot deel van het eiland in de zee liet verdwijnen.
Nu is het eilandje nog maar net vijftig hectare groot. ‘Zo’n klein eilandje gaat aan de wandel’, zegt de boswachter. ‘Maar het probleem is dat er minder bijkomt dan er afgaat.’ Met de nieuwe plannen wil Natuurmonumenten de dynamiek van het eiland behouden, zonder dat het in de zee opgaat. Een zandoever van ongeveer 18 hectare moet het eiland beter beschermen tegen de stroming. In de oever worden schelpenbanken en stukjes vruchtbare grond van het eiland verwerkt. Zo kan het eiland zich op een natuurlijke manier blijven ontwikkelen. Het eiland wordt niet, zoals in 1988, vastgelegd, maar blijft ongeveer zeven meter per jaar naar het oosten wandelen.

Duizend gulden

Honderd jaar geleden, op 14 november 1916, kocht Natuurmonumenten voor duizend gulden het recht om te maaien op Griend. Hierdoor konden ze vogelbeschermers op het eiland neerzetten die de stern konden beschermen. ‘In het begin van de twintigste eeuw was het namelijk mode om dameshoeden te versieren met veren van de stern. Soms werden er zelfs hele vogels op een hoed geplaatst. De sternen werden van het eiland Griend afgehaald.’ zegt Erik Jansen. ‘Ook werden de eieren van de stern geraapt om te eten.’

Vogelhuisje

Nu staat er nog één huisje op Griend. Een houten huisje met een schuin dak, dat boven alles uitsteekt. Wie met de boot van Harlingen naar Terschelling gaat kan het precies halverwege de reis boven de horizon zien uitsteken. Drie maanden in het jaar wordt het huisje bewoond door twee vogelwachters, het echtpaar Giny Kasemir en Date Lutterop. Zij beschermen de 25000 kokmeeuwen en 1000 grote sterns tijdens het broedseizoen zodat ze rustig hun jongen kunnen krijgen.
Op de deur van het huisje staat ‘Deur dicht doen, i.v.m. muizen’. De muizen zijn per ongeluk een keer meegekomen toen er helmgras op het eiland werd geplant. ‘We zijn niet zo blij met die muizen’, zegt Willem Miedema. ‘Maar we kunnen er niets meer aan doen.’ In de woonkamer van het huisje hangen nog kerstlampjes, van sneeuwpoppen met kerstmutsen. Op tafel ligt een ongeopende enveloppe, geadresseerd aan het vogelwachtersechtpaar.

3G

Het water stijgt en het is tijd om terug te gaan. Schipper Harm Visser dobbert weer in zijn motorbootje op het water, klaar om ons weer terug te brengen naar de bewoonde wereld. Het eiland laten we onbewoond achter, al is de aanwezigheid van de mens niet te ontkennen: het huisje, de muizen en de ontvangst van 3G. Gelukkig lijken de vogels zich er niet zo aan te storen. Terwijl we het eiland achter ons laten strijken ze in grote groepen weer neer op het eiland.