Niet eens een weeffout, maar een principiële fout is het om in het Waddengebied alleen maar uit te gaan van de natuur en niet van de mens, die hier met zijn historie, cultuur, gemeenschap en middelen van bestaan thuishoort en een onuitwisbare stempel op het gebied drukt. Een gesprek met historisch geograaf Hans Renes.

Het Waddengebied is een cultuurlandschap, of nog exacter een ‘maritiem cultuurlandschap’. Het is een term die voor het eerst werd gebezigd, begin jaren negentig, door de Deense archeoloog Christer Westerdahl. Wat hij er mee wilde aangeven was een landschap dat is gevormd door de krachten van natuur en cultuur, maar ook een landschap waarin de middelen van bestaan van de bevolking zowel van het land als uit de zee komen.

Principiële fout
Met die definitie is historisch geograaf Hans Renes (Universiteit Utrecht en Vrije Universiteit Amsterdam) het van harte eens. Dat liet hij al merken in zijn lezing op het wetenschappelijk symposium Waddenland Outstanding eind vorig jaar in Husum, Noord-Duitsland. En hij wil die mening best nog eens kracht bij zetten in zijn werkkamer op De Uithof, het Zernike van Utrecht. Want de strikte scheiding die het rijk heeft aangebracht tussen natuur en cultuur is in zijn ogen ‘een principiële fout’.

En die fout moet worden hersteld eer er ook maar een begin kan worden gemaakt met het beantwoorden van de kernvraag van Husum: kunnen de drie Waddenregio’s in Nederland, Duitsland en Denemarken elkaar versterken in het ontwikkelen van een gemeenschappelijk verhaal en misschien wel van een gemeenschappelijke identiteit.

Renes: ‘Voor een duurzaam management van het gehele Waddengebied is een integrale benadering noodzakelijk, die de ontwikkelingen van de natuur en van de gemeenschap combineert. De kunstmatige scheiding tussen natuur en cultuur, geïntroduceerd door sommige ecologen en talrijke autoriteiten, is een bron van conflicten en maakt een integraal beheer van het gebied alleen maar gecompliceerder.’

Hans Renes

Pauwenveren
Het meest notoire voorbeeld van deze scheiding is de status van de Waddenregio als Werelderfgoed van UNESCO. In Den Haag liep men met de pauwenveren opgestoken toen die status werd toegekend. Nederland had ineens een internationaal erkend natuurgebied. Daarvan zouden ze in de rest van Europa en de wereld opkijken. Nederland, het dichtstbevolkte land van Europa, bleek een wetlandsgebied van internationale allure te hebben, een natuurlandschap dat zijn weerga in Europa niet kende.

‘Het gebied dat ingeschreven staat als werelderfgoed telt ongeveer veertig mensen’, zegt Renes met licht cynische ondertoon. ‘Voor de rest zijn de mensen er buiten gehouden.’ Geen enkele erkenning van de eiland- en kuststreekbewoners die zich met hun gemengde cultuur van landbouw, veeteelt en scheepvaart en het beheer van het gebied al eeuwenlang een bestaan hebben weten te verschaffen. Was het een wonder dat Denemarken voor de prestigieuze status bedankte?

Scheiding
Het is te wijten aan het ministerie van Landbouw, vindt Renes. In 1983 lijfde het departement ‘de grote vijand’, de afdeling natuurbeheer van het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk in. Dat had een scheiding tussen natuur en landbouw tot gevolg: boeren kregen de vrije hand in 90 procent van het rurale gebied, de resterende tien procent werd geoormerkt als beschermd natuurgebied. Het slachtoffer van dit historische compromis was het landschap. Voor de kwaliteitsaspecten van landschapsbeleid was plotseling geen ruimte meer. Renes: ‘Den Haag heeft het nooit toegegeven maar van landschapsbeleid was volstrekt geen sprake meer. En dat zie je terug in de Waddenzee: honderd procent natuur, scheepvaart en een beetje gas- en oliewinning, maar de mensen tellen niet mee.’

Dat ‘beetje gas- en oliewinning’ is trouwens toch een schandvlek op de status van Werelderfgoed. Van de beide archetypen van de publieke moraal in Nederland wint de koopman het nagenoeg altijd van de dominee. Zelfs in dit kwetsbare gebied. Olie, gas en zout, wat Economische Zaken betreft – daar valt landbouw, natuurbeheer en visserij inmiddels onder – mag het allemaal gewonnen worden. Al is het alleen maar ter meerdere eer en glorie van de bv Nederland. ‘Over iedere ambitie moet in dit land altijd onderhandeld worden’, aldus Renes. ‘Ook al heb je als opdracht zo’n gebied te beschermen, dan nog moet er van alles kunnen. Daarom heb je nooit volledige bescherming. UNESCO is niet vreselijk actief in het controleren van zijn erfgoederen, maar dat zal in de loop der tijd wel eens kunnen toenemen.’

Holistische concepten
Renes vergelijkt het met de Nationale Parken in Amerika, het liberale land bij uitstek. ‘Daar heb je nationale parken en daar blijf je met je vingers vanaf. Daar gaan ze uit van het principe dat natuur en landschap geïntegreerde, holistische concepten zijn. Alleen in de politiek zijn ze volledig van elkaar gescheiden. Dat Nederland de Wadden als slechts een natuurgebied heeft genomineerd heeft er toe geleid dat er uiterst weinig belangstelling is voor principiële eenheid van het gebied. Mijn punt is dat duurzaam beheer van het gebied alleen kan in samenspraak met de bevolking en door natuur en cultuur als één geheel, als één landschap – noem het wat mij betreft Waddenland – te zien.’

Renes besloot zijn lezing in Husum met de stelling dat de toekomst van het Waddengebied afhankelijk is van de samenleving. Die stelling wil hij wel toelichten. De voorspellingen van de Deltacommissie zijn dat het gebied zoals het nu is slechts de eerste helft van deze eeuw zal weten te overleven. Daarna is de kans groot dat de zandplaten die twee keer per etmaal droog vallen – dus dat wat de Waddenzee karakteriseert – voorgoed onder water zullen verdwijnen. ‘Dan houd je een binnenzee of een lagune over, ook leuk maar niet specifiek Waddenzee.’

Kleinschalig toerisme
Waar maken we ons dan eigenlijk nog druk om? Renes: ‘Sowieso is het moeilijk een halve of hele eeuw vooruit te kijken, maar we moeten de kans bieden aan volgende generaties om dit gebied in zijn karakteristieke vorm voort te zetten.’ En daarbij speelt de mens een hoofdrol. En die mens, de eilandbewoner, heeft het moeilijk. Wonen op een eiland is een groot probleem. Er is nauwelijks werkgelegenheid buiten het toerisme en de recreatie en zonder wijkjes met woningwetwoningen kunnen jonge mensen zich een leven op de eilanden niet veroorloven.

De grootste bedreiging van de eilanden is volgens Renes een sterke groei van het toerisme. ‘De druk zal toenemen om veel meer mensen naar de eilanden te brengen dan er accommodatie beschikbaar is voor ze. Daarom zal blijvend moeten worden ingezet op kleinschalig toerisme. Van olie- en gaswinning kan helemaal geen sprake zijn. En wat nieuwe energiebronnen betreft: een energieneutraal Ameland is prachtig, al is het jammer dat er zo’n enorme wal om het zonnepark is gezet. Die wal valt meer op dan de panelen. Ik zie ook geen problemen met windmolens voor lokale energievoorziening.’

Vloeiende grenzen
Maar geen beleid zal in de ogen van Renes succesvol zijn zonder integratie van de bevolking van het gebied, zonder de vloeiende grenzen tussen mens en natuur. ‘De bevolking moet een positie hebben in het debat over het gebied. Juist door de sterke scheiding van natuur en landschap is de natuursector soms wat losgeraakt van de samenleving. De dreun die het gedoogkabinet – kabinet Rutte I van VVD en CDA met gedoogsteun van de PVV – aan de ecologen kon uitdelen heeft daar ook wel mee te maken gehad.

In het Waddengebied heeft de UNESCO-status de tegenstelling tussen natuur en cultuur eerder groter dan kleiner gemaakt. Er was een alternatief. UNESCO onderscheidt ook Cultuurlandschappen, een categorie die juist is ingesteld om de tegenstellingen te overbruggen. Volgens mij zou dat voor de Waddenzee een veel betere keuze zijn geweest. Misschien komt het nog eens zo ver.’

Waddenland Outstanding
Van 1 tot en met 3 december 2016 organiseerde de Waddenacademie samen met het Nordfriisk Instituut en het Visserij en Maritiem Museum in Esbjerg het symposium Waddenland Outstanding. In het Duitse Husum lieten ruim 30 wetenschappers uit Nederland, Duitsland en Denemarken hun licht schijnen over geschiedenis, landschap en cultureel erfgoed in het Waddengebied. Hans Renes was een van de sprekers. Alle bijdragen vindt u terug op www.waddenacademie.nl

Dit interview verscheen in NB#1 2017. Meer lezen? Word abonnee en steun Noorderbreedte. Dat kan hier. Voor 37,50 per jaar ontvangt u dan vijf keer Noorderbreedte + minstens 1 special over een actueel onderwerp.