Wim Boetze en Peter de Kan rijden door Noord-Nederland, op zoek naar bijzondere plekken.
Over de bouwlust en trots
van de regenten van Vijversburg
‘Groot, groter, trots’ is
de vertaling van de Friese drieklank grut, grutter, grutsk. Zo staat het in het jaarverslag 2014 van park
Vijversburg in Tytsjerk, in de regio beter bekend als het Bos van Ypeij. De ‘uitroep’ slaat op de spectaculaire
uitbreiding van het park en de gepaste trots waarmee parkeigenaar Stichting Op
Toutenburg de uitbreiding afgelopen 13 mei opende.
Vijversburg is
internationaal gegaan. Hoewel, dat ging het al in zijn kunsttentoonstellingen
in de afgelopen jaren, waarin regelmatig werk van buitenlandse kunstenaars was
te zien.
Met de uitbreiding heeft de
stichting de bewandelbare oppervlakte van het park verdubbeld tot dertig
hectare. Ze liet de centrale villa in- en uitwendig opknappen en van een
indrukwekkende glazen entree voorzien. Het oude park werd e…
Wim Boetze en Peter de Kan rijden door Noord-Nederland, op zoek naar bijzondere plekken.
Over de bouwlust en trots
van de regenten van Vijversburg
‘Groot, groter, trots’ is
de vertaling van de Friese drieklank grut, grutter, grutsk. Zo staat het in het jaarverslag 2014 van park
Vijversburg in Tytsjerk, in de regio beter bekend als het Bos van Ypeij. De ‘uitroep’ slaat op de spectaculaire
uitbreiding van het park en de gepaste trots waarmee parkeigenaar Stichting Op
Toutenburg de uitbreiding afgelopen 13 mei opende.
Vijversburg is
internationaal gegaan. Hoewel, dat ging het al in zijn kunsttentoonstellingen
in de afgelopen jaren, waarin regelmatig werk van buitenlandse kunstenaars was
te zien.
Met de uitbreiding heeft de
stichting de bewandelbare oppervlakte van het park verdubbeld tot dertig
hectare. Ze liet de centrale villa in- en uitwendig opknappen en van een
indrukwekkende glazen entree voorzien. Het oude park werd een klein bostheater
rijker. Voor dit alles zorgde vanaf 2014 een keur aan nationale en
internationale architecten en kunstenaars.
Wandelend vanaf de
hoofdentree, via het oude park, de villa, de rotstuin en de cactuskas naar de
nieuwe aanleg passeren we oude parkelementen, klassieke bezoekersattracties,
waar generaties van hebben genoten: een tuinhuis met grot, een kluizenaarshut,
een oranjerie, een voliere en van jongere datum de sierlijke brug bij de
hoofdentree en de spiegelvijver van de hand van de Tytjerkster tuin- en
landschapsarchitect Wybe de Vries. Dit is, nog voor de bovenregionale droom van
het stichtingsbestuur, toch al een aardige verzameling lokkertjes. De Leeuwarder
journalist Andre Keikes gaf een jaar geleden zijn kijk op de parkuitbreiding in
een helder en geestig geschreven artikel met de titel ‘Park
Vijversburg is niet stoffig meer’. Een opvatting die al
gauw klopt zodra de traditie gezelschap krijgt van iets nieuws. Maar op het romantische
geslinger van paden en vijvers in het negentiende-eeuwse parkontwerp was de
bezoeker nog lang niet uitgekeken. Integendeel, eerder sloeg een nostalgisch
sentiment toe bij bezoekers, die het oude park als eerbare getuige zagen van
bezoeken van hun voorouders. Bovendien past zoveel monumentaal verleden
helemaal in de alom heersende behoefte aan retro-architectuur, erfgoedlogies en
trouwen in een terpkerk.
Bij de oprichting van de
Stichting op Toutenburg op 8 augustus 1892 bepaalde Age Looxma Ypeij, weldoener
en laatste eigenaar/bewoner van Vijversburg, bij testament dat de stichting
naast het beheer van opstallen en landerijen zorg zou verlenen aan behoeftigen
uit de omliggende dorpen.
De naam van de stichting is
afgeleid van stadhouder Schenk van Toutenburg, die in 1528 een buitenverblijf
aanlegde op de plaats waar nu de twintig woningen van de stichting staan
tegenover het park. In de statuten staat dat het park als ‘kuierpark’ moet worden opengesteld voor de plaatselijke bevolking.
Voor de parkuitbreiding is vijftien
hectare voormalige landbouwgrond ingericht, verdeeld over drie parkdelen met de
namen Ooievaarsnest, Dwaalster en Frijlan.
De herkenbare afwisseling in
cultuur- en natuurbeeld van het oude park is in de uitbreiding weer opgepakt.
Dit zorgt voor homogeniteit van het totaal. In het oude park zijn de attracties
nooit ‘brutaal’ aanwezig. Je
komt ze bij toeval tegen. Anders ligt dat in de uitbreiding, waar kunst en
cultuur pregnanter zijn. Al van grote afstand zijn hier de kunstuitingen van de
ontwerpers te zien: de felgekleurde gebruikssculpturen van de Duitse kunstenaar
en duizendpoot Tobias Rehberger, daarna de hagen met de lancetvormige vensters
van roestvast staal van LOLA Landscape-architects en Deltavormgroep. De
nieuwste aanwinst in het oude park, het glazen paviljoen, eist alle aandacht
op. Het is een ontwerp van de architecten Junya Ishigami (Japan) en Marieke Kums
van het Rotterdamse bureau Studio MAKS.
Het paviljoen is
onmiskenbaar een voorbeeld van de opvatting less is more. Hier had, zoals bedoeld, een gebouw moeten staan
dat het ruimtetekort van de villa zou aanvullen, met extra expositieruimte, ontvangstruimte
en toiletten. Alleen, de villa ligt in een waaier van mooie monumentale
parkelementen die nieuwbouw vrijwel onmogelijk maakt. De beide architecten
waren zich hiervan bewust en leverden een schetsontwerp dat eerder uitging van
de kwaliteit van het park dan van de inhoudseisen voor de nieuwbouw. Het resultaat
is een lang en slank paviljoenachtig bouwwerk van glas dat, aansluitend op de
villa, meebuigt met het slingerend verloop van vijver, pad en perk. Verminderd
bouwvolume zorgde voor een afgeslankt paviljoen dat meer kunstwerk dan gebouw
is geworden. De ‘verdreven’
toiletten zijn ondergebracht in een toiletgebouw.
In het parkdeel
Ooievaarsnest ligt het kunstwerk van Tobias Rehberger, een bonte tuin vol
chaotische gezelligheid. Rehberger heeft zich laten inspireren door de tuin van
zijn oma, die zich niets gelegen liet liggen aan de strak geordende volkstuinen
om haar heen. Tobias Tun zit vol attractieve verrassingen. Geen schommels en
glijbanen, maar heuvels en diepe kuilen, een waterpartij in een felgekleurde
canyon, een bos met hangmatten, waarin je een boek kunt lezen uit de boekenkast
bij de beek. Verspreid staan gekleurde huisjes en banken. De hele verzameling
is rondom ingepakt in een kraag van roodbladige bomen en struiken, waardoor
over enkele jaren vanaf de oude lindelaan alleen nog maar een rood blokvormig bos
is te zien: een rode toverdoos, waar een nieuwsgierige passant graag in wil
verdwijnen.
Het perceel naast dat van
Rehberger is tot in alle hoeken ingevuld met het ontwerp Dwaalster van LOLA
Landscape-architects. Dwaalster is binnen het dertig hectare park van
Vijversburg een op zichzelf staand park van vijf hectare, streng van opzet en
in duidelijk contrast met Tobias Tun. Het formele ontwerp straalt rust uit, dus
Rehberger bezoeken voor een bezoek aan de Dwaalster is de beste volgorde.
Het laatste parkdeel, het
Frijlan, is een meesterlijk ontworpen speellandschap voor kinderen van de hand
van Heilien Tonkens. De afwisseling van rijk beplante heuvels met daartussen
waterrijk laagland, waar kinderen kunnen spelevaren op vlotten, is het resultaat
van een geslaagde samenwerking tussen Heilien Tonkens en Piet Oudolf.
De Stichting op Toutenburg
heeft met de parkuitbreiding, en zeker met de hoge kwaliteit daarvan, een grote
prestatie geleverd. Alle lof verdient ze voor de vasthoudendheid aan het
zichzelf opgelegde hoge ambitieniveau. Vijversburg is zo een prachtig
oeuvrepark geworden van verschillende parkstijlen over een periode van 170
jaar. De Friezen meie der grutsk op wêze.