Jori Wolf, landschapshistoricus & strategisch adviseur Nationale Parken, hoopt dat we in de toekomst weer harmonieus samen kunnen leven met de natuur. Hoe behalen we haar idealen? Kunnen wij zelf een steentje bijdragen? Scroll naar beneden en deel uw inzicht!

“Weten waar je vandaan komt, helpt om het beeld van de toekomst te verhelderen.” Jori Wolf blikt in haar essay “Gedeeld landschap” terug op een ver verleden. Vroeger maakte de mens deel uit van de natuur, die ons gaf wat we nodig hadden om te (over)leven. Door de jaren heen is natuur steeds verder van ons af gaan staan, in ons denken en in onze leefomgeving.

We denken en handelen nu alsof we helemaal los staan van natuur. Volgens Wolf speelt deze deling ook een rol in hoe we natuur ‘beheren’. Dit woord geeft immers al aan dat het deels gaat om beheersing, natuur begrenzen zodat het ons niet in de weg zit. Waarom hechten we waarde aan “wild” landschap, maar perken we het in zodra het “te” wild wordt – onze leefomgeving “binnendringt”? Hoe komen we weer in het reine met de weggestopte, gecategoriseerde natuur?

Wolf: “Het is tijd voor het reframen van natuur. Een dynamischer natuurbegrip waarin wij als mens onderdeel zijn van complexe, onderling afhankelijke, permanent op elkaar inwerkende (eco)systemen.”

We moeten af van de grens die we over duizenden jaren bedacht hebben; de grens die de mens arbitrair losmaakt van natuur. Om ons heen, en in ons denken.

Het klinkt misschien paradoxaal, maar volgens Wolf heeft (al dan niet kunstmatige) natuurontwikkeling een belangrijk rol in het herenigen van mens en natuur. De mens moet het startschot geven: de kennis, opgedaan met honderden jaren natuurbeheer, aanwenden voor een andere levenswijze ín natuur. In eerste instantie is dat dus gepland, niet ‘wild’ – maar dat is ook niet het doel. Het gaat erom dat mensen zich weer ontwikkelen samen met de natuur, in plaats van erbuiten. En, natuurlijk, vice-versa.

Hoe realistisch is dit? Wat denkt u? Noorderbreedte hoort graag uw ideeën!