‘Dat jagen zielig zou zijn, is een bekend frame. Als jager loop ik niet voor weg voor een discussie, ik zoek het desnoods op, maar ik wil wel graag de ruimte krijgen om uit te leggen wat jagen betekent en wat ik als jager doe. Mijn visie op jagen is dat je onderdeel bent van de natuur, we beheren het in de eerste plaats, natuurlijk benutten we het uiteindelijk ook. In mijn geval doe ik dat samen met andere jagers in een jachtcombinatie in een veld dat we pachten bij Zuidwolde, in de buurt van Hoogeveen.
Het beheren bestaat uit de volgende dingen: schadebestrijding, verkeersveiligheid bevorderen en het op peil houden van de wildstand. In ons veld zit bijvoorbeeld een boer die gerst en tarwe teelt, hij heeft veel last van kraaien die zijn teelt vernielen. Die boer vraagt ons bewust of we kraaienpopulatie onder controle willen houden, hij heeft ons daarvoor nodig. Dat is bijvoorbeeld schadebestrijding.
Voor het op peil houden van de wildstand zaaien we mengsels van allerlei wildbloemen en kruiden en verstrekken we wildredders aan boeren voor het maaien. De akkerranden zijn goed voor bijvoorbeeld bijen, muggen en vlindertjes, die worden weer gegeten door andere dieren. Zo dragen we bij aan een de biodiversiteit. Daarnaast creëert het een plekje voor dieren om te kunnen eten, hun jongen te kunnen werpen of om voor predatoren te schuilen.
Het benutten uit ons veld bestaat uit de paar weken in de winter dat we mogen oogsten. Zoals ik uitlegde zijn we het hele jaar door bezig met het beheren van de wildstand, in de winter schieten we dan een paar hazen voor de pot. Ik zeg altijd: “waarom mag een vos wel een haas pakken om hem op te eten, terwijl een mens, wij zijn ook onderdeel van de natuur, dat niet mag?” Het is het meest heerlijke scharrelvlees dat er is. Ik maak het zelf klaar. Ik vind dat als je wat schiet, je het zelf moet kunnen slachten, schoonmaken en bereiden. Ik ben helemaal geen topkok maar kan wel wild klaarmaken. Het is heerlijk om dat met vrienden en familie op te eten.’