10 kerken, 10 wierden, 10 verhalen
In PDF
Fietsroute Leermens
(tweezijdig afdrukken, vouwen en inknippen, zie de video)
Op de kaart
Klik hier. Begin- en eindpunt: Station Loppersum
In fietsknooppunten
Station Loppersum > 4 > 2 > 6 > LA Ossenlaan > LA Tuindersweg > RA Kapslaan > 28 > 14 > 22 > 20 > 23 > 27 > 28 > 98 > 99 > 65 > 5 > 4 > Station Loppersum
Groningen is rijk aan middeleeuwse kerken. Robuuste bouwwerken van rode baksteen, gelegen op oude wierden. Dat zijn opgeworpen heuveltjes waardoor de inwoners van dit kustgebied vroeger droge voeten wisten te houden. Die stoere kerkjes op het hoogste punt van zo’n wierde – dat is een typisch Gronings plaatje. Het is ook het décor van de gaswinning.
Ze ogen misschien wat sober, deze kerken, maar ze zijn net als Groningers zelf: onder dat stille uiterlijk vind je een wereld aan verborgen schatten. Deze kerken zitten vol verhalen – over hoe het was, en hoe het is. Eén verhaal hebben deze kerken gemeen: het verhaal van de aardbevingen en van de scheuren. Maar liefst negen op de tien kerken in het aardbevingsgebied heeft bevingsschade.
In en om Leermens vind je de meest prachtige Groninger kerken. Deze fietsroute voert langs tien middeleeuwse kerken in Groninger wierdedorpjes. Laat je betoveren door de prachtige ligging van de kerken, de kleurrijke muurschilderingen aan de binnenkant en de schots-en-scheve grafstenen op het eeuwenoude kerkhof.
Deze route is tot stand gekomen in samenwerking met Stichting Oude Groninger Kerken.
Stichting Oude Groninger Kerken draagt zorg voor van 97 kerken, 9 torens en 57 kerkhoven in de provincie Groningen. Wij willen dit unieke erfgoed behouden voor de toekomst en de belangstelling hiervoor bevorderen zodat iedereen er van kan blijven genieten.
De stichting werd opgericht op 13 mei 1969, een tijd waarin vele kerken bedreigd werden door ernstig en onaanvaardbaar verval. Dankzij het initiatief van een groep zeer betrokken en gemotiveerde mensen werd de stichting opgericht die zich inzette voor het behoud van de kerken als religieus erfgoed. Wij blijven er ook nu voor zorgen dat schade, die op wat voor manier dan ook is ontstaan, wordt hersteld.
A. Jacobuskerk | Borgweg 11, Zeerijp
Het Riepster Licht te Zeerijp
Je kunt het je bijna niet voorstellen, maar Zeerijp was vroeger een kustdorpje. De kerktoren deed zelfs lange tijd dienst als vuurtoren. Maar vóórdat de kerk- annex vuurtoren werd gebouwd brandde hier, volgens een bekend volksverhaal, het Riepster Licht. Dat verhaal begint met twaalf mannen in een stuurloos bootje op een stormachtige zee. Het was hun straf van keizer Karel de Grote, omdat ze zich niet tot het christendom hadden willen bekeren. Eenmaal op de woeste zee begonnen de mannen uit pure wanhoop toch te bidden tot Christus. Je weet maar nooit, dachten ze. Opeens stond er een dertiende man in hun bootje, die hen veilig terug voer naar Zeerijp. Sinds die dag ontvlamde er elke avond een mysterieus licht aan de haven: het Riepster Licht. Dit licht was een baken voor zeelieden, die er dankbaar gebruik van maakten. Na een tijdje verdween de zee en verzandde de haven van Zeerijp. Maar het Riepster Licht bleef branden, al kreeg het een andere gloed. Zeelieden voeren de voormalige haven in, waar ze strandden en hun schepen vergingen. Dit ondoofbare licht, zo fluisterden de inwoners van Zeerijp tegen elkaar, was door de duivel ontstoken…
B. Donatuskerk | Kerkpad 7, Leermens
De grafdichten van Leermens
De kerk van Leermens is een bijzonder exemplaar. Het is één van de oudste kerken van Noord-Nederland, gebouwd rond 1050, en ligt op één van de hoogste wierden van Noord-Nederland. Het is niet moeilijk je te laten betoveren door de warme kleuren van het metselmozaïek, of door de indrukwekkende schilderingen binnen in de kerk. Maar vergeet ook zeker niet om een rondje om de kerk te lopen. Bestudeer de grijze grafstenen, waarop de meest bijzondere gedichten te lezen zijn. Sommige grafdichten zijn regelrechte lofzangen, anderen vroom en stichtelijk. En dan zijn er nog stenen met daarop een stukje Groningse nuchterheid. Wat dacht je bijvoorbeeld van deze:
Sta wandelaar
en lees,
wiens overschot
hier zij,
en denk eraan
dit lot
treft vroeg of laat
ook mij
Vooruit, nog zo’n opgewekte boodschap:
Afgemat door hooge jaren
uitgeteerd door ziekte en pijn
moest zij in den grafkuil dalen
en een prooi der wormen zijn
C. Pancratiuskerk | Hoofdweg 36, Godlinze
De beschermheilige van Godlinze
Het is de enige kerk in Groningen die gewijd is aan Sint Pancratius: de kerk in Godlinze. Als je het kerkgebouw binnenloopt, word je blik als vanzelf naar boven getrokken. De meloenvormige gewelven zijn bedekt met de mooiste kleurrijke schilderingen. Misschien spot je Pancratius wel, of Maria. Ook zijn er dieren afgebeeld: zij symboliseren de evangelisten. De schilderingen kwamen pas aan het licht tijdens een restauratie in 1985, toen de witsellagen werden verwijderd. Over de identiteit van één geschilderd figuur bestaat nogal wat debat. Hij is afgebeeld met een klaverblad in zijn ene hand, een kenmerk van Sint Patrick (de beschermheilige van Ierland). In de andere hand heeft Sint Patrick normaalgesproken een staf, maar de figuur in Godlinze draagt juist een zwaard. En laat een zwaard nou weer naar Sint Pancratius verwijzen. Snap je het nog?
D. Johanneskerk | Fraeilemaweg 18, Losdorp
De witte juffer van Losdorp
Ongeveer een eeuw geleden deden geruchten de ronde dat een vrouw, geheel in het wit gehuld, elke avond van het kerkhof van Spijk naar het kerkhof van Losdorp dwaalde. Ze was al overleden, maar kon geen rust vinden. Ze had namelijk bij haar man in Losdorp begraven willen worden, maar ze was in Spijk ter aarde besteld. Op een avond kwam de huishoudster van de dominee van Losdorp de witte juffer tegen. Bij het hek van het kerkhof ging de witte juffer naast de huishoudster lopen en week niet van haar zijde. Als de huishoudster harder ging lopen, liep de witte juffer ook harder – tot de benen van de huishoudster opeens niet meer wilden bewegen. Voor de dorpsbewoners was de maat vol, zo kon het niet langer. Ze hebben de kist van de dwalende witte juffer opgegraven en overgebracht naar Losdorp. Daar is ze naast de kerk begraven, bij haar man. Eindelijk kon de witte juffer rusten in vrede – en niemand heeft haar ooit weer gezien.
E. Andreaskerk | ’t Loug 1, Spijk
Het torentje van ‘Spiek’
Het is misschien wel één van de bekendste kerktorens van Groningen: ’t torentje van Spiek. De geliefde Groninger zanger Ede Staal bezong de toren in zijn bekende lied Mien Hoogelaand, waardoor het bouwwerk grote bekendheid verwierf (in Groningen, ten minste). Karakteristiek, zo zou je de kerk en het bijbehorende torentje misschien het beste kunnen omschrijven. De kerk is het middelpunt van het dorp – letterlijk. Het gebouw ligt in het midden van de wierde, op het hoogste punt, en wordt omringd door een cirkelvormige weg en gracht. De andere gebouwen staan in een kring rond de kerk, vaak met de achterzijde naar buiten. Van bovenaf lijkt het stratenpatroon op een door een kind getekend zonnetje: de smalle straatjes leiden van de rand van de wierde naar de kerk.
F. Sebastiaankerk | Kerkstraat 1, Bierum
De kerker van de kerk in Bierum
Het eerste wat opvalt als je de kerk van Bierum bekijkt: de enorme steunbeer die verzakking van kerk en toren moet voorkomen. Over die toren gesproken: dit is de enige kerk in Groningen waar de toren in de kerk is ingebouwd, kijk maar eens goed. Aan die zijde van de toren vind je ook de ingang. Tot 1950 leidde deze deur tot een heuse kerker. Dat kun je ook nu nog goed zien. Af en toe werd daar wel eens iemand opgesloten. Het gebeurde regelmatig dat een Groninger kerktoren dienst deed als dorpsgevangenis. De muren waren immers dik en de ramen schaars. In 1870 werd een soldaat opgesloten in de kerker van Bierum. Hij schreef uit protest een gedicht op de muur:
Staat wandlaar, staat en wilt niet lang vertoeven,
Hier wordt een braaf soldaat gelijk gesteld met boeven.
Een dief, een moordenaar, wordt ook in ’t hok gesmeten,
Maar krijgt nog op zijn tijd gekookt en warem eten.
Een bosje stroo, dat van de paarden is vertreden,
Dient mij tot canapé en rustplaats van mijn leden.
Al die zijn vader en zijn moeder heeft vermoord,
Zijn broertje in een kuil gesmoord,
Zijn zusje daarbij omgebracht,
En daarbij nog een maagd verkracht,
Al die van God noch zijn gebod wil weten,
Is nog te goed om hier soldaat te wezen.
J. Speer
3e Reg. 1e Comp. 1870
G. Kerk Holwierde | Kerkpad 1, Holwierde
De kerk van Holwierde aan de frontlinie
De kerk van Holwierde raakte zwaar beschadigd tijdens de laatste dagen van de Tweede Wereldoorlog. De frontlinie lag van 23 tot en met 29 april dwars door Holwierde. In de kerk gijzelde de Duitse commandant alle volwassen mannelijke inwoners van Holwierde. Na bijna een week van beschietingen was geen huis in Holwierde meer onbeschadigd, maar op zondag 29 april is de strijd dan eindelijk gestreden – de Canadezen hadden de kerk bereikt. Van daaruit trokken ze langs de huizen om de nog aanwezige Duitse militairen krijgsgevangen te nemen. De schade was enorm: van de 900 inwoners van Holwierde sneuvelden er 25, er vielen talloze gewonden, van de 16 boerderijen waren er 12 afgebrand, alle huizen en de molen raakten zwaar beschadigd. Na de oorlog werd de kerk grondig gerestaureerd. Op de orgelgalerij is de volgende tekst aangebracht: 1945 De Kerk gehavend door krijgsgeweld is door offers van de gemeenschap in luister hersteld 1950.
H. Mariakerk | Kerkpad 8, Krewerd
De Romeo en Julia van Krewerd
In de prachtige kerk van Krewerd kun je best eens de namen ‘Menco’ en ‘Tete’ tegenkomen. Volgens een eeuwenoude legende is de bouw van deze kerk namelijk het resultaat van een dramatisch liefdesverhaal – het verhaal van Menco en Tete. In Krewerd woonden ooit de rijke Tyadeke en haar zoon Menco. Op een dag werd zoon Menco erg ziek. Tyadeke beloofde dat, als haar zoon nog zou genezen, zij een kapel zou laten bouwen in Krewerd. En wonder boven wonder, Menco knapte op en herstelde volledig. Maar Tyadeke kwam haar belofte niet na: er werd geen kapel gebouwd. Intussen werd Menco verliefd op de mooie Tete uit Loppersum. Al snel werd Tete zwanger. Toen sloeg het noodlot toe: Menco werd weer ziek – en dit keer stierf hij. Hun kindje werd te vroeg geboren en stierf ook. Tete stierf vervolgens zelf van verdriet. Door al deze ellende kwam Tyadeke, de moeder van Menco, tot inkeer. Ze besloot de kapel alsnog te bouwen. Op deze wijze loste ze haar oude gelofte in en kon ook zij zonder gewetensbezwaren sterven. Boodschap van het verhaal: belofte maakt schuld!
I. Mariakerk | Dorpsstraat 29, Oosterwijtwerd
De Ripperda’s van Oosterwijtwerd
Je stempel op een kerk drukken, dat kon de familie Ripperda als geen ander. In en om de kerk van Oosterwijtwerd vind je overal sporen van de Ripperda’s. Kijk eerst even omhoog: bovenop de dakruiter schittert een windvaan met het wapen van de familie Ripperda. Loop dan naar de ingang, waarboven een steen is gemetseld met daarop wéér het wapen van de Ripperda’s. Ook binnen in de kerk is dat familiewapen óveral te vinden: op de zeventiende-eeuwse herenbank, en ook op de avondmaalsbeker, bel en collectezak. Verder zijn er nog rouwborden, een grafkelder en een zandstenen epitaaf die herinneren aan de aanwezigheid van de Ripperda’s.
J. Kerk Eenum | IJzerbaan 7, Eenum
De Alberda’s en appels van Eenum
De kerk van Eenum is gebouwd in het laatste kwart van de twaalfde eeuw en is daarmee één van de oudste bakstenen kerken in de provincie Groningen. In de kerk vind je een Arp Schnitger-orgel, dat in 1704 aan de kerk werd geschonken door de familie Alberda. Die familie bewoonde een inmiddels verdwenen borg bij Eenum. Een gedenksteen in de kerk herinnert nog steeds aan Reint Alberda, borgheer van Eenum. Zijn borg is inmiddels verdwenen. In de loop der tijd is er sowieso veel veranderd. In de vroege twintigste eeuw stond Eenum bijvoorbeeld bekend om haar boomgaarden vol appels, kersen, peren en pruimen. Het dorp had zelfs een eigen appelras met de naam ‘Renet van Eenum’. Ook had het dorp vanaf 1902 een eigen fruitveiling. Verder vond je in het dorp een smederij, een timmerman, een ververij (annex snoepwinkel) en drie cafés waarvan er twee ook dienstdeden als bakkerij en één als kruidenier.