‘Mensen denken vaak: als ik mijn flessen en mijn papier gescheiden inlever en ik neem een paar zonnepanelen, dan komen we er wel. Maar zo zit het helemaal niet’, aldus Miriam van Dijk (57) uit Paterswolde.

‘Een duurzamer wereld is keuzes maken en offers brengen.’ Dat mag spartaans klinken, Van Dijk wist er wel een droom mee waar te maken: een verantwoord en comfortabel huis op een idyllische plek.
‘Het was echt afzien’, blikt ze terug. Vijf jaar geleden nam Van Dijk het spannende besluit al het geld dat ze verkreeg door haar echtscheiding in te zetten voor de aanschaf van een klein perceel, gelegen aan een kreek die uitmondt in het Paterswoldsemeer. Ze wilde er de woning op bouwen die ze al jaren in gedachten had. Een aannemer was gevonden, ze had een bouwdepot van de bank. Maar toen verloor ze onverwacht haar baan als D66-wethouder van de gemeente Tynaarlo en ging een buurman voor haar bouwplannen liggen.
Het huis – houtskeletbouw, gelijkvloers – kwam er toch. Miriam van Dijk woont er inmiddels twee jaar met de jongste van haar twee dochters (17). Allebei een eigen vleugel en badkamer, en toch maar 110 vierkante meter totaal.
Geen loze ruimte, all electric, zo min mogelijk technische installaties. Negen zonnepanelen op het dak, dat geïsoleerd is met vlas. Maar het meest opvallend zijn de infraroodpanelen overal in huis. ‘Daarmee verwarm je niet de ruimte, maar waar het vooral om gaat: jezelf.’ Van Dijk verdiepte zich flink in duurzame bouwmethodes en ging te rade bij experts: ‘Mijn oorspronkelijke idee was half onder de grond bouwen. De zichtlijn op het water. Isolerend en geluiddempend. Jammer genoeg zagen noch mijn kind, noch de aannemer dat zitten.’
Zolang de buurman dwarslag woonden moeder en dochter, om kosten te besparen, in de aftandse recreatiewoning die bij het perceel was inbegrepen, van 24 vierkante meter. ‘Ik had de ruimte doormidden gedeeld met een gordijn zodat we allebei nog wat privacy hadden. Het was een karaktervormende periode, voor ons allebei.’

‘Ik maak de wereld graag een beetje mooier’, zegt Van Dijk, tegenwoordig parttime relatiebeheerder voor het Unesco Werelderfgoedcentrum Waddenzee in wording in Lauwersoog. Als twintiger was ze publieksvoorlichter bij de zeehondencrèche van Pieterburen. Ze vertelde er de bezoekers over de beestjes die volzaten met pcb’s en zware metalen. Zo ontstond bij haar het besef dat het ondermijnen door de mensheid van aarde, lucht en water verplichtingen schept. ‘En dat besef raak je niet meer kwijt.’ In tweets en blogs deelt ze graag haar duurzaamheidsontdekkingen. Theelichtjes zonder aluminium capsule, shampoo zonder fles, afbreekbare en plasticvrije doekjes om de was mee te doen. ‘Wel duurder, maar ook hier weer: kwestie van keuzes maken.’
Een mannenstel dat tijdens een duurzame huizenroute over de drempel stapte, viel direct in katzwijm. ‘Laat alles maar precies zo staan, zeiden ze, dan kopen we het.’ No way. ‘Het is mijn project en ik heb het volbracht. Ik geniet ervan dat het concept, waar ik zo op heb zitten broeden, echt werkt.’ En dat niet alleen: ‘Ik word blij van de bootjes die achter mijn huis langsvaren. En dat hier zo weinig fijnstof is, omdat mijn huis aan een doodlopende weg ligt. Het is een feest om hier te wonen. Soms doe ik ’s morgens de gordijnen open en kijk recht op de kop van een fuut of een aalscholver die een visje doorslikt. Gisteren belde ik met mijn moeder, vloog er voor mijn neus een ijsvogel heen en weer.’