Kris Bulder ontwierp in de jaren vijftig, zestig en zeventig prachtige gebouwen. Toch doet de naam Bulder bij weinig mensen een belletje rinkelen. Wie was deze bijzondere architect?

Als je de Hondsruglaan in Groningen inrijdt, zie je aan weerszijden grote villa’s en vrijstaande woningen. De bungalow op nummer 16 is een vreemde eend in de bijt. Het huis heeft een smalle voorgevel en is door de jaren heen omringd door struikgewas. Daardoor valt het niet op, voor je het weet ben je er voorbijgereden.

Pas als je even stil blijft staan, zie je dat dit een bijzondere woning is. Zo lijkt het platte dak er los op te liggen, een effect van de rij blauwe tegeltjes onder de dakrand. Binnen lopen de tegeltjes door in de hal langs het plafond. De voordeur zit een beetje verstopt aan de zijkant van het huis, ernaast steekt een nachtblauw bakstenen muurtje uit.

Architect Kris Bulder ontwierp de bungalow rond 1960. Binnen is zijn zoon, die eveneens Kris heet, samen met zijn zus Marjan bezig met het ontruimen van de woning waar beiden opgroeiden. Vader Bulder overleed in 2004 en nu ook moeder Jeannette is overleden, krijgt de bungalow na al die jaren nieuwe eigenaars. Tijdens het opruimen stuiten Kris junior en Marjan op het archief van hun vader. Hij was een actieve en eigenzinnige ontwerper en heeft een behoorlijk portfolio aan mooie ontwerpen nagelaten. Hij ontwierp villa’s, wooncomplexen, vakantiehuizen, fabrieken en tankstations. De meeste daarvan staan in Groningen en op Schiermonnikoog, maar zijn werk is ook terug te vinden op andere plekken in Nederland. 

Toch kennen maar weinig mensen de architect Kris Bulder. Toen zoon Kris ooit een Wikipedia-pagina voor hem wilde aanmaken, dook er direct een team van Wikipedia-beheerders op. Ze waren er snel uit: Bulder is niet relevant genoeg voor een pagina op het platform. Hij is, zo verwoordde een beheerder het, niet meer dan ‘een man met een baan’. De beheerders verwijderden de pagina en Kris Bulder verdween weer in de anonimiteit. 

Desondanks is zijn werk het leren kennen waard. Bulders ontwerpen uit de late jaren vijftig en de jaren zestig hebben sterke overeenkomsten met dat van tijdgenoten uit het Westen, architecten mét Wikipedia-pagina’s of zelfs biografieën, zoals Herman Haan en Gerrit Rietveld. De ideale woning van deze drie ontwerpers heeft een vergelijkbare indeling en openheid. En net als Rietveld speelt Bulder graag met vormen en verhoudingen, waarbij overigens altijd de gebruiker het uitgangspunt blijft. Maar wie was architect Kris Bulder? Waarom kent bijna niemand deze architect? En wat maakt zijn werk de moeite van het leren kennen waard?

Ontwerpen tot in de kleinste details 

Zoon Kris loopt het voormalige atelier van zijn vader in. De massieve, antieke tekentafel staat er nog. De ruimte is licht, grote ramen lopen over de gehele breedte. Het plafond van kurktegels, dat tegenwoordig geen architect nog gebruikt, ademt de sfeer van de jaren zestig. 

Kris laat mappen vol tekeningen en foto’s zien. Zijn vader was een functionalist, onderdeel van een generatie architecten die na de Tweede Wereldoorlog eigenzinnige, subtiele, strakke gebouwen ontwierp. Bulder werkte zijn ontwerpen heel nauwkeurig met potlood uit, tot in de kleinste details. Zijn tekeningen zijn soms bijna kunstzinnig. Maar behalve een uitstekend tekenaar was Bulder ook een echte bouwmeester, een rol die architecten tegenwoordig nauwelijks nog krijgen. ‘Mijn vader was nauw betrokken bij de aanbesteding’, zegt Kris. ‘Hij zorgde dat er een goed bestek geschreven werd en onderhandelde namens de opdrachtgever met aannemers. Tijdens de bouw was hij zo’n beetje elke dag op de bouwplaats. Als hij zag dat een muurtje niet goed stond, duwde hij het gewoon om.’ 

Op zoek naar een eigen stijl

Kris Bulder leert het vak van zijn vader. Henderikus Bernardus Bulder is in de jaren dertig, veertig en vijftig in Groningen een gerespecteerd architect. Hij werkt voor het bureau van Gerben Eelkema en ontwerpt hele straatwanden – zoals in de Van Royenlaan, Van Houtenlaan, Gratamastraat, Goeman Borgesiuslaan en aan de Hereweg – maar ook fraaie villa’s. Aan het Lage der A staat een tot rijksmonument benoemd appartementenblokje van zijn hand. 

In 1952 begint Kris Bulder aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam. Tijdens zijn studie komt hij in contact met de Amerikaanse architect Marcel Breuer, die hij bewondert. Hij mag voor hem komen werken in New York, maar omdat zijn werkvergunning twee jaar op zich laat wachten, moet hij geduld hebben. 

Dan wordt H.B. Bulder in 1952 ziek, en een jaar later overlijdt hij. Kris neemt noodgedwongen en veel eerder dan gepland het bureau van zijn vader over. De overtocht naar Amerika maakt hij daardoor nooit. De teleurstelling laat hij richting zijn gezin nooit merken. ‘Hij had zoiets van: het loopt zoals het loopt in het leven’, zegt Marjan.

Kris bouwt voor het afronden van zijn studie in 1964 al een aardig portfolio op. In Groningen, maar ook daarbuiten, ontwerpt hij onder meer woonhuizen en industriële gebouwen. De bungalowvilla’s die hij in de late jaren vijftig en in de jaren zestig maakt, met name in het zuiden van Groningen, zijn prachtige bouwwerken. Bulder combineert strakke, maar vloeiend opgezette plattegronden en gevels met fraaie, ingewikkelde details. ‘Je brengt mij in de war met je architectuur’, zegt zijn vader al vroeg in zijn carrière. 

Herkenbare stijl

Een villa van Bulder herken je direct. Hij is plat en rechthoekig, passend bij het functionalisme van na de Tweede Wereldoorlog. Grote glaspuien zorgen voor licht en openheid. Soms zie je wat donkergroen of donkerrood, maar Bulders overtuiging is dat kleur pas werkt als je het zo minimaal mogelijk gebruikt. De gevels van zijn villa’s zijn herkenbaar aan het samenspel tussen horizontale en verticale lijnen.

Bulder ontwerpt niet alleen de buitenkant, maar ook de interieurs van zijn woningen. Dat doet hij heel nauwkeurig, geen element zit ergens zonder reden. Details zijn belangrijk, soms spendeert hij avonden aan de uitwerking van een enkele brievenbus, kast, schoorsteen of slim weggestopte handgreep. De vertrekken in zijn woningen laat Bulder met een weloverwogen materiaalkeuze in elkaar overlopen. Met zijn ontwerp probeert hij de ruimtebeleving van de bewoner te prikkelen. Niet alle opdrachtgevers zijn het direct met zijn keuzes eens, maar Bulder weet ze uiteindelijk bijna altijd te overtuigen. 

Bulder ontwerpt ook de interieurs van zijn woningen. Soms spendeert hij avonden aan de uitwerking van een enkele brievenbus, kast, schoorsteen of slim weggestopte handgreep

Naast woningen ontwerpt Bulder ook veel industriële gebouwen, waaronder de Machinefabriek Helpman en een aantal panden voor zetmeelfabrikant Avebe. In Leeuwarden ontwerpt hij in 1965 een confectiefabriek voor de firma Levie. De opdrachtgever wil een ‘mensvriendelijke’ fabriek, met productieruimten op de begane grond in plaats van op een verdieping. Een bungalowfabriek, eigenlijk – het inmiddels afgebrande gebouw krijgt dan ook dezelfde kenmerkende horizontale en verticale lijnen als Bulders villa’s.

In 1973 ontwerpt Bulder op Schiermonnikoog een beeldbepalende supermarkt, midden in het dorp. Op het eiland bouwt en verbouwt hij door de jaren heen een groot aantal woningen en zomerhuisjes. Ook een zomerhuis van de familie, in 1951 een van zijn eerste ontwerpen, staat er.

Betrokken en een tikje rebels

Ondanks de eigenzinnigheid van Bulder zijn de villa’s die hij ontwerpt geen autonome kunstwerken, maar gebouwen bedoeld om op een fijne manier in te kunnen leven. Een goede verstandhouding met de toekomstige bewoner is voor Bulder belangrijk.

Aan de Quintuslaan, die de Hondsruglaan kruist, ontwerpt Bulder kort na het afronden van zijn eigen woning een villa voor de familie De Jong, eigenaar van de firma Levie en jarenlang een vaste opdrachtgever. De villa is voor Marjan en Kris een van de mooiste ontwerpen van hun vaders hand. Net als de bungalow aan de Hondsruglaan is hij inmiddels een gemeentelijk monument: zowel het exterieur als het interieur zijn beschermd. 

Bulder stort zich bij de villa aan de Quintuslaan, zoals hij meestal doet, met hart en ziel in het ontwerp. Maar hij vraagt ook van zijn opdrachtgevers de nodige toewijding. Regelmatig komen ze ’s avonds bij hem thuis om over het ontwerp te praten. Die manier van werken is voor de architect vanzelfsprekend.

Teamprestatie

Bulders vrouw Jeannette, de moeder van Kris en Marjan, raakt tijdens de gesprekken met opdrachtgevers ook betrokken bij de projecten. ‘Ze zat er niet alleen voor de koffie bij’, zegt Kris. ‘Een woning die gebouwd was, moest ook gevuld worden.’ Jeannette geeft advies over meubilair, badkamers, keukens en gordijnen. En ze had er kijk op, vertelt Marjan, die zelf interieurarchitect is. Een woning van Bulder werd op die manier een teamprestatie. 

Na uitvoerig met de opdrachtgever gesproken te hebben, maakt Bulder met pen of viltstift zijn eerste grove schetsen, die hij praatschetsen noemt. Het zijn probeersels, zegt hij later, ‘een soort dagdromen’. Van knipsels uit architectuurtijdschriften maakt hij vervolgens collages. Platte schetsen verbeeldt hij op een ruimtelijke manier voor zijn opdrachtgevers.

Bij het uitwerken van een ontwerp wil Bulder wel graag zo veel mogelijk de vrije hand. ‘Soms word ik dan wel eens rebels’, zegt hij in een speech in de jaren tachtig. ‘Dan doe ik gewoon waar ik zonder meer zin in heb en benader de opdracht alleen maar vanuit mijn eigen zienswijze. Probeer gewoon te zien hoe ver ik kan gaan. Een soort schokeffect teweegbrengen, dan ontdek ik ook meteen of iets wel of niet aanslaat.’

Architecten over Bulder

Ondanks de luwte waarin het oeuvre van Bulder zich tegenwoordig bevindt, zijn er wel degelijk architecten die inspiratie uit zijn werk halen. Jurjen van der Meer, medeoprichter van architectenbureau De Zwarte Hond, vertelt in het boek Van Opduin tot Dockboot hoe zijn vader als aannemer met Bulder samenwerkte op Schiermonnikoog. De jonge Jurjen was onder de indruk van de architect. Hij leerde van hem over het verhaal achter het ontwerp, over de waarde van details en materialen, over de oriëntatie van gebouwen en over de verbinding met de omgeving. 

Architect Fokko van der Veen leert Bulder kennen aan het begin van de jaren negentig, als beiden in de provinciale welstandscommissie zitten. ‘Kris was een tikje stijfjes, formeel’, zegt Van der Veen in zijn kantoor in het Zuiderpark. ‘Een heer. En iemand die geen woord te veel zei. Hij was bescheiden, trad niet op de voorgrond, maar hij was een scherp observator en kon heel snel de vinger op de zere plek leggen.’ 

‘Bulder stopte liefde in zijn ontwerp. Een huis van hem is al een warme jas voordat je er ook maar één meubel in hebt gezet’

Bulders ontwerpen zijn op het oog sober en terughoudend. Maar wie goed kijkt, ziet altijd een paar bijzondere dingen. Typerend is volgens Van der Veen een vakantiehuis dat Bulder in 1973 op Schiermonnikoog ontwierp, zo’n beetje aan het eind van de periode waarin hij zijn mooiste werk maakte. Hij pakt zijn telefoon en zoekt naar foto’s die hij er ooit van maakte. De woning is van grijze betonsteen en heeft qua vorm wat weg van een tent. 

‘Dit vind ik echt een zeldzaam mooi huis’, zegt Van der Veen. ‘Vooral door de robuustheid en de ontregeling die er plaatsvindt. Maar ook door de verhouding tussen de muren en het dak, en door de terughoudendheid waarmee hij de kozijnen vormgaf en zo de kracht van de compositie overeind hield.’ 

Hij wijst: ‘Kijk eens naar die haard, die als een blokje door de raamopening geschoven is. Uit de muur getrokken, als een plastiek. Maar ik denk dat de meeste toeristen uitgerekend dit het saaiste huis op het eiland vinden.’

Van der Veen beseft hoe moeilijk het is om het werk van een collega-architect te duiden zonder er afbreuk aan te doen. Toch kan hij uitleggen waarin het bijzondere van Bulders architectuur zit. ‘De functionalistische architectuur uit de jaren vijftig heeft de negatieve connotatie dat het saai, doods en humorloos is. Maar Bulder mag dan functionalist geweest zijn, hij was wel een humaan functionalist.’ 

Humaan functionalist – Van der Veen blijkt de term zelf bedacht te hebben. ‘Kris had veel aandacht voor de mensen die in zijn huizen gingen wonen. En hij stopte liefde in zijn ontwerp. Als je in een door Kris ontworpen huis komt, zie je dat het… vriendelijk is. Dat klinkt een beetje suf, maar een huis van Bulder is voordat je er ook maar één meubel in hebt gezet al een warme jas.’

Het onderscheidende in het werk van Bulder zit volgens hem in de details: ‘Als je een huis functioneel ontworpen hebt, zou je het in principe gewoon glad kunnen trekken. Maar Bulder isoleerde bepaalde elementen in zijn plattegrond en articuleerde die vervolgens. Eigenlijk was hij aan het boetseren.’ Hij denkt even na. ‘Het heeft te maken met een ander niveau van aandacht en compositie. Als je eenmaal op het werk van Kris gewezen bent, ga je het zien.’ 

Vakmanschap weegt zwaarder dan roem

Eigenzinnige ontwerpers willen op sociaal vlak nog weleens wat minder uit de verf komen. Bulder is het tegenovergestelde. ‘Het was een schat’, zegt dochter Marjan. ‘Ontzettend lief en totaal niet autoritair.’ Ook in zijn vak is hij geen haantje de voorste. Misschien dat daarom weinig mensen zijn naam kennen. ‘Hij hield van zijn werk, maar liep er niet mee te koop’, zegt Marjan. ‘Op bouwplaatsen hing hij niet eens een bord op waar zijn naam op stond.’

De ziekte van Parkinson dwingt Kris Bulder in 1992 te stoppen met werken. Hij overlijdt in december 2004 op 83-jarige leeftijd. Nooit had hij de ambitie om een groot, commercieel bureau te hebben, weet zijn zoon Kris. ‘Het vakmanschap, de ambacht en het perfectioneren van een ontwerp vond hij belangrijker. Mijn moeder kwam uit een ondernemersgezin, zij zat hem weleens een beetje achter de broek. Dat het misschien wat sneller moest, of dat hij een beetje moest toegeven. Maar hij was onvermurwbaar.’

In een beschrijving die de gemeente Groningen van de villa aan de Hondsruglaan maakte, staat: ‘Architect heeft waarschijnlijk nog twee villa’s in het Villapark gebouwd.’ Kris en Marjan beginnen te lachen, ze weten dat het er meer zijn. Kris: ‘Het zijn er meer dan tien – alleen al in de buurt. Je kunt hier zo een excursie houden.’ 

Vanessa Croonen schreef in 2002 haar afstudeerscriptie over de villa’s van Kris Bulder. Ze sprak daarvoor uitgebreid met de architect. Bulder zelf kwam nog maar moeilijk uit zijn woorden, zijn vrouw Jeannette trad op als vertaler. Vanessa weet nog hoe gastvrij de familie was en hoe belangrijk Bulder het vond om haar op bepaalde details in tekeningen te wijzen. Haar scriptie is een waardevolle bron geweest voor dit verhaal.

In het boek Villa’s en buitenhuizen van Jan Henselmans staat een uitgebreide beschrijving van de villa aan de Hondsruglaan 16.

Tekeningen van Kris Bulder en zijn vader, H.B. Bulder, zijn te vinden in de Groninger Archieven.

Kris en Marjan Bulder hebben een klein archief met foto’s, schetsen en kopieën van bestektekeningen in privébezit.

Een versie van dit artikel verscheen eerder op Platform GRAS.