Toen Jesse Looijenga het woord mocht voeren over het ketenbeleid, kreeg hij de smaak te pakken. Nu is hij met zijn negentien jaar het jongste raadslid van Friesland.

Het ‘succes!’ van zijn moeder en zusje galmt nog na in de gang als Jesse Looijenga de voordeur achter zich dichttrekt. Op nette schoenen loopt hij naar het gemeentehuis. Heel even lijkt Looijenga een negentienjarige als alle andere. Hij vertelt over zijn studie en Friese tentfeesten met lauw bier. Nog geen vijf minuten later stapt hij de raadszaal van Tytsjerksteradiel binnen. Zelfverzekerd loopt hij naar zijn stoel en maakt hij een praatje met het gemeenteraadslid naast hem.
Looijenga behoort tot de kleine zeven procent van Nederlandse raadsleden die jonger is dan dertig. Ruim vijf keer zo veel leden zijn boven de vijftig. Het gemiddelde raadslid is vierenvijftig. Waarom koos Looijenga voor een carrière in de politiek en hoe bevalt het hem daar tot dusver? Aan pluchen raadszaalstoelen gingen versleten barkrukken vooraf. Looijenga was geregeld te vinden in een keet op het boerenerf van een vriend. Daar stapte hij even uit de realiteit, ging het niet over tentamens, deadlines en werk. Het voelde er veilig en gezelligheid stond voorop.
Afgelopen winter vergaderde de gemeenteraad over een nieuw ketenbeleid, waarin gezondheid en verantwoord middelengebruik centraal stonden. De jeugd zou zich in kleinere groepen aan strengere regels moeten houden. Looijenga’s vrienden wilden aan de raad uitleggen dat dit beleid rampzalig zou zijn voor de jeugd in de gemeente. Ze besloten dat Looijenga, die vaak snel zijn woordje klaar had, hiervoor de aangewezen persoon was.
Looijenga voelde zich vereerd. Hij verdiepte zich in het onderwerp en sprak de raad tijdens een informerende vergadering vol vertrouwen toe. Dat voelde goed. Hij vond het leuk om iets te doen voor de mensen om hem heen. Raadsleden vroegen hem achteraf naar de inhoud en zijn visie. Zij luisterden naar hem, dat prikkelde. In de gemeente gebeurden meer dingen waaraan hij zich stoorde en waarover hij wilde meebeslissen. Zo liep de woningbouw voor starters stuk. ‘Toen dacht ik: ik kan blijven zeuren of er iets aan doen.’

BVNL

De toen nog achttienjarige Looijenga zocht uit waar hij precies voor stond en bij welke partij dat paste, maar door de bestaande partijen voelde hij zich niet vertegenwoordigd. Hij dacht er nog even aan zelf iets op te richten.
Thuis aan de eettafel oefende hij al met discussiëren. Het ging vaak over politiek. ‘Jesse heeft een andere mening dan ik, maar dat is prima’, vertelt zijn moeder, terwijl ze bemoedigend naar hem knikt. ‘Ik ben iets linkser als het om sociale onderwerpen gaat. Gelijkheid vind ik belangrijk.’ Voor Jesse Looijenga staat zelfredzaamheid voorop.
Uiteindelijk kwam BVNL, de partij van Wybren van Haga op, die zelfredzaamheid en een kleine overheid op een respectvolle manier nastreeft, vond Looijenga. Dit was de eerste partij waarin hij zich kon vinden.
Nynke Koopmans, die Looijenga kende uit het dorp, richtte in Tytsjerksteradiel een tak van BVNL op. Looijenga sloot zich bij haar aan en hielp met de campagne en het verkiezingsprogramma. Uiteindelijk belandde hij op nummer twee van de lijst. ‘Dat was een hele eer.’ Zijn verkiezingstijd begon goed.
Looijenga straalt als hij vol trots over de verkiezingsavond vertelt. ‘We waren met de hele partij bij elkaar. Langzaamaan kwamen de uitslagen van verschillende stembureaus binnen en we dachten: wat gebeurt hier? Het zag er heel goed uit voor onze partij. Uiteindelijk kregen we drie zetels. Binnen onze gemeente was dat echt een verschuiving.’ De ochtend erna hoorde Looijenga dat hij als nummer twee de raad in mocht. ‘Dat was een moment van kippenvel. Ik vond het geweldig dat zoveel mensen vertrouwen in mij hadden.’
Intussen zijn er maanden verstreken en Looijenga lijkt volledig op zijn plek in de raadszaal. Hij is uitgepraat met het raadslid naast hem en klapt ter voorbereiding van de vergadering zijn iPad open. Looijenga’s moeder en zusje moeten thuis inmiddels de televisie hebben aangezet, zodat ze de vergadering die zo begint vanaf de bank kunnen volgen.

De plank misslaan

Looijenga’s eerste maanden als jongste raadslid van Friesland zijn intussen achter de rug. Hij heeft het gevoel serieus genomen te worden. Veel leden waarderen dat hij op zo’n jonge leeftijd al een duidelijke mening heeft, merkt Nynke Koopmans, inmiddels fractievoorzitter van BVNL in Tytsjerksteradiel. Ze vindt het mooi om te zien dat er in de raad aandacht is voor een jonge visie. Dat is volgens haar en Looijenga hard nodig.
Lokaal beleid kan de plank soms ontzettend misslaan omdat er geen input van jongeren is, stelt Looijenga. Het ketenbeleid is daar een goed voorbeeld van. Oudere leden vonden de voorgestelde regels prima. Zij bevonden zich immers niet in de ketenwereld van de jongeren en wisten niet precies wat zich daar afspeelde. ‘Verjonging in de raad is daarom een must. Ook als jongere heb je een raadslid nodig dat zo nu en dan voor jou opstaat, met de vuist op tafel slaat en zegt: “Dit kan niet jongens.”’
De gemeenteraad van Tytsjerksteradiel wil de leeftijdskloof maar al te graag verkleinen en doet haar best om jongeren te betrekken bij de lokale politiek. Zo kunnen middelbare scholieren tijdens de verkiezingen hun stem uitbrengen op school, deelt de gemeente kieswijzers uit en geven raadsleden voorlichting. Maar het blijft lastig om de jongeren te bereiken.
‘Als gemeenteraad proberen we dicht bij de burger te staan, maar je moet daar als burger ook voor openstaan.’ Looijenga’s volwassen toon valt extra op als hij over zijn leeftijdsgenoten praat. ‘Bij jongeren is dat vaak minder het geval, denk ik, omdat ze politiek niet interessant vinden of denken er nog niet veel mee te maken te hebben.’ Bij BVNL was Looijenga met nog vier jongeren actief in de campagnetijd. Hij denkt dat het daardoor lukte om veel jonge kiezers te trekken.

Klimaat

Gaat het over politiek betrokken jongeren, dan hebben velen al snel het beeld van Greta Thunberg die politici streng toespreekt en klimaatstakers die de Dam bezetten. Voor Looijenga ligt dat anders. Hij lacht voorzichtig wanneer het woord ‘klimaat’ valt. ‘Ik vind het mooi dat jongeren die dat willen er zo hard voor vechten, maar ik heb een andere mening. Nederland is een klein land, maar wil vooroplopen wat betreft klimaat.’ Hij vindt dat niet logisch.
Dat geldt in zijn ogen ook voor het stikstofbeleid, hoewel Nederland, ondanks zijn omvang, wel de grootste uitstoter van Europa is. ‘Onze fractievoorzitter is boer en ik zie dat zij ongelofelijk veel passie heeft voor het vak, maar de overheid zet daar een streep door. Dat gaat je aan het hart. Mensen dreigen hun baan te verliezen.’

‘Ik kan erover blijven zeuren of er iets aan doen’

Jesse Looienga

Het blijft echter stil als Looijenga om een alternatief voor het stikstofplan wordt gevraagd: ‘Dat is lastig, daar durf ik geen antwoord op te geven. Het is een ingewikkeld dossier dat de gemeentepolitiek overstijgt.’ Het beleid moet hoe dan ook terug naar de tekentafel, vindt hij.
‘We zijn als jongeren allemaal bezig met de toekomst. De een kijkt daarin naar het klimaat en de ander richt zich op andere aspecten.’ Looijenga houdt zich voorlopig bezig met zijn portefeuille onderwijs en economie, twee onderwerpen die naadloos aansluiten bij zijn leven als student technische bedrijfskunde.

Dubbelleven

Looijenga neemt zijn taak als raadslid serieus. Hij voelt zich verantwoordelijk voor de ruim dertigduizend inwoners van Tytsjerksteradiel en spreekt, jong als hij is, over ‘onze burger’. Toch probeert hij zich niet alleen op deze verantwoordelijkheid te richten. Zijn hbo-opleiding vult een groot deel van zijn dagen. Looijenga probeert een balans te vinden tussen zijn leven als raadslid en zijn leven als student. Hij heeft het gevoel in twee werelden te leven en probeert deze veelal te scheiden. ‘Je wordt denk ik snel ouder door politiek. Je komt in een heel andere levensfase, terwijl je ook nog gewoon naar school gaat.’
Thuis komen school, privé en politiek samen. Gezonde discussie lijkt er met de paplepel te zijn ingegoten. ‘We hebben allemaal een andere politieke voorkeur, daardoor krijg je verschillende dynamieken, net als in de raad. Soms komen daar argumenten langs die ik thuis aan de eettafel ook al heb gehoord, daar kan ik dan goed op inspelen.’ Looijenga’s moeder is trots op haar zoon. Ze heeft alle vertrouwen in hem en heeft ondanks haar linksere standpunten op hem gestemd. Looijenga’s zusje houdt er dezelfde interesse als haar broer op na: ‘Ik vind Jesse in actie zien net zo leuk als in de keet zitten.’ Looijenga glimlacht.

Looijenga hoopt de komende jaren écht iets te kunnen veranderen en daarmee meer jongeren enthousiast te maken voor de politiek. ‘Ik denk dat een deel van de jongeren afstand houdt van de politiek omdat het er geen vertrouwen meer in heeft’, vertelt hij met een serieuze blik. Of Looijenga zelf vertrouwen heeft in de politiek? Op zijn voorhoofd verschijnen denkrimpels en het is even stil. ‘Ik heb er vertrouwen in dat democratie en politiek werken, maar ik heb geen vertrouwen in het huidige bestuur van ons land. Minder regels en minder gedoe, ik denk dat we daar moeten beginnen om het vertrouwen te herstellen.’ Looijenga zet daarvoor zelf een eerste stap.

In het gemeentehuis van Tytsjerksteradiel is de raadszaal inmiddels volgelopen. Alle leden zitten op hun plek. De voorzitter kondigt aan dat de vergadering gaat beginnen. Looijenga recht zijn rug en wacht aandachtig op de eerste spreker. Klaar voor actie.