Noorderbreedte geeft een podium aan NOORDWOORD, de organisatie die vanuit de stad Groningen het enthousiasme voor literatuur aanwakkert. Elk kwartaal lees je van een literair talent één column in het blad en twee columns online. Nu Maartje Terpstra.

In de zomer was het een aantal weken stil in studentenstad Groningen. Met een vriendin zat ik op een terras – reserveren niet nodig en weinig langsknetterende scooters – en we bekeken de voordelen van thuisblijven in het hoogseizoen. Je kunt zonder oponthoud door de stad fietsen waardoor je uitgerust op je bestemming aankomt, minder evenementen leiden tot minder last van fear of missing out, het winkelgebied zingt noodgedwongen een toontje lager en, een meer algemeen zomervoordeeltje, er heerst ‘communicatieluwte’. Thuiszijn voelt vrijer wanneer logistieke en sociale managementuitdagingen wegvallen. Er is opeens ruimte voor… moe zijn.

Het is ondertussen halverwege september en de stad is klaarwakker. Twee weken na de zomerstop is Groningen weer aan het borrelen en knetteren, wat van het centrum opnieuw een plek maakt vol fysieke maar ook psychologische en zintuiglijke uitdagingen. Iedereen heeft het plotsklaps druk en het leven is veeleisend. Als ik vrienden en collega’s vraag naar hun welzijn, antwoorden ze met een zucht. Dan mompelen ze iets over ‘veel’ en ‘nieuw’ en wuiven de situatie weg. Klagen is iets voor tussendoor, voor in een column, ofzo.

Zij zijn pas net weer aan het werk en nu al vervuld van tegenzin

Maartje Terpstra

Ik geloof echter niet dat onze vermoeidheid ergens tussen zit. Als ik door collega’s naar mijn welzijn gevraagd word en vertel dat ik bijna op vakantie ga dan is de reactie overdadig empathisch: ôôôh, héééérlijk! Zij zijn pas net weer aan het werk en nu al vervuld van tegenzin.

De confrontatie met het contrast tussen functionele en niet-functionele tijd drukt ons met de neus op de feiten. Dat we nooit écht stoppen met razen, ja. Dat we chronisch moe zijn van het alsmaar harder moeten werken, ja. Dat we moe zijn van druk zijn gelijkstellen aan succes, ja. Dat de baas (geïnternaliseerd of niet) ons de kracht ontneemt kritisch te zijn, ja ja ja! Vlijtig vegen we carrièrekansen als kruimels bij elkaar totdat we te vermoeid zijn om ons te verzetten of verenigen. Het beestje bij zijn naam? De neoliberale arbeidsethos onthandt ons in verzelfstandiging en eigen verantwoordelijkheid.

Herkenbare blabla, ik weet het. Daarom is het ook zo’n teleurstelling dat ik het zo moeilijk vind om tegenwicht te bieden aan ons nationaal gecultiveerde levensmotto ‘het is nu gewoon ff aanpoten’. 

Racend van de ene naar de andere afspraak probeer ik zoveel mogelijk af te ronden, zoals deze tekst. Voor ik het doorheb zit ik op de wc een bakje chips te eten met de deur nog open. Heb ik het nu echt zo druk dat ik geen tijd heb om de deur achter mij dicht te doen, laat staan even rustig te gaan zitten plassen, laat stáán te lunchen? Snel sla ik de kruimels achterover omdat ik nog even moet aanpoten, al toewerkend naar de volgende vakantie.

Collage van papier met stro, schelp , steen en insect – geïnspireerd op de verhalen van Terpstra
Trefwoorden