Ik huil de laatste tijd vrij vaak. De tranen liggen simpelweg klaar. Het zijn er niet per se veel, maar wel genoeg om vele momenten te dienen.
Zoals die absurde gevangenisstraffen voor klimaatactivisten om een duidelijke boodschap af te geven – er vloeiden tranen van verbazing. De PVV vindt dat de geheime dienst moet huishouden in musea en ‘linkse activistjes’ moet gaan doorlichten om geldstromen te boycotten – traanemoji naar m’n mede-activistjes. Hopeloos geklets op COP, gedoogde koranverbrandingen, subsidies voor Shell en dergelijke schurkentroepen, racisme dat als feest wordt gedefinieerd, koningen die naar Qatar willen, de monarchie überhaupt, homohaat, de verwaarlozing van asielzoekers, activisten die ter dood worden veroordeeld bij wijze van strenge boodschap. ‘Dit kan toch allemaal niet’, piep ik stilletjes. Vervolgens laat ik mijn koffiekan kapotvallen en ik schreeuw het uit.
Ik denk niet dat ik minder stabiel ben dan eerder. Het gaat allemaal juist best lekker met mij. Het valt me wel op dat ik nog altijd in mijn eentje thuis zit te sippen omdat anderen het immers ook al zwaar genoeg hebben.
Dat we geloven dat ons mentaal lijden vooral een privéaangelegenheid is en dat we het zeker niet moeten wijten aan maatschappelijke problemen, is een essentieel onderdeel van onderdrukking
Maartje Terpstra
Mijn tranen zijn een reactie op een verdrietige wereld (en praktische tegenslagen). Ik ben ook niet de enige geprivilegieerde westerling op wie de wereldproblematiek een mentale weerslag heeft. Daarom wil ik iets benadrukken wat nog te weinig aan de orde komt buiten algemene analyses om. Onze psychische problemen, van schrik en onzekerheden tot regelrechte angst en depressie, zijn wat mij betreft vaak héél gezonde reacties op een ongezond systeem. Cultuurwetenschapper en kunstcriticus Mark Fischer (1968-2017) heeft mij aan deze bevrijdende overtuiging geholpen.
Fischer zag de allesverwoestende klimaatcrises maar ook de bizarre bureaucratisering als bewijs van dat die zogenaamde logica en innovatie van het kapitalisme regelrechte farces zijn. Ook het groeiende mentale onwelzijn moeten we volgens hem zien als een bewijs van de afschuwelijkheid van dit systeem. Dat we geloven dat ons mentaal lijden vooral een privéaangelegenheid is en dat we het zeker niet moeten wijten aan maatschappelijke problemen, is een essentieel onderdeel van onderdrukking. Zo wordt het dus opeens politiek relevant dat ik in mijn uppie het verdriet der wereld heb proberen te verwerken.
Mijn tranen zijn gemaakt van wanhoop en weerstand. Des te meer reden om op zoek te gaan naar anderen. Voor steun, maar niet om de pijn te sussen. Want wat zou ik zien als ik door jouw unieke tranen de wereld in zou kijken? Audre Lorde leert ons om in diversiteit onze kracht te vinden en strijdmiddelen ter harte te nemen die niet voortkomen uit het onderdrukkende systeem. ‘Divide and conquer must become define and empower’, schrijft ze in The Master’s Tools Will Never Dismantle the Master’s House. Emotie zou een prachtig wapen zijn.
Verdrietigen der aarde, verenigt u!