Gastcolumnist Anna Dijk vindt geluk in straatlantaarns en sterrenstelsels.

Vroeger was ik doodsbang voor het donker. Als ik ‘s nachts naar de wc moest, maakte ik een spoor van licht voor mezelf: mijn nachtlampje ging aan voor ik uit bed stapte, vanuit mijn kamer knipte ik het licht op de overloop aan, daarna rende ik naar beneden om de lamp in de gang aan te doen en tot slot snel die in de wc. In het donker scholen monsters en schaduwwezens. Ik wist niet wat ze met me zouden doen als ze me te pakken kregen, ik wist alleen dat ik veilig was in het licht. 

Ik denk dat hier ook mijn liefde voor kunstmatig licht vandaan komt. Met name straatlantaarns vind ik prachtig. De bebouwde kom ziet er in het licht van straatlantaarns ineens heel bedacht en gecontroleerd uit, als een filmset. En op het platteland zijn straatlantaarns een soort eilandjes. A…

Trefwoorden