‘Er rijdt nooit een bus, je woont in het armste gebied van Nederland en je hebt de gaswinning.’ Toch barst Cody Rozema van de plannen om Appingedam voor jongeren leuker te maken.

In de woonkamer van de wisselwoning hangt een groot, kleurrijk schilderij. Het is een stadsgezicht met strakke lijnen. De panden staan in het historische centrum van Appingedam. Cody Rozema (21) wijst naar het doek. ‘Daar waar het licht brandt, is het huis van mijn vader en stiefmoeder. Het wordt nu versterkt. Over een paar maanden is het klaar en verhuizen we terug.’
Rozema verhuist wat af. Halverwege 2021 besloot hij op zichzelf te gaan wonen. Hij vond midden in het centrum een appartement met uitzicht op de bekende hangende keukens. Het geluk was van korte duur. ‘Ook dat pand moest versterkt. Na een jaar was ik terug bij mijn ouders.’ Met zijn vijven wonen ze nu tijdelijk aan de rand van Appingedam. ’In het begin was het zuur. Maar dingen waar ik zelf geen invloed op heb, probeer ik te accepteren. Wat moet ik anders?’
Zijn energie stopt Rozema liever in zaken die hij wel kan veranderen. Toen van de ene op de andere dag de skatebaan had plaatsgemaakt voor tijdelijke huisvesting, zag hij de onrust bij jongeren op straat. ‘Ik woon al mijn hele leven in Appingedam. Ik ken de uitgaanswereld. Ik ken de verschillende groepen jongeren die rondhangen.’ Ze waren hun plek kwijt, maar wisten niet waar ze moesten aankloppen voor een oplossing.
Samen met Marnick Joustra, het jongste raadslid van de gemeente Eemsdelta, ondernam Rozema actie. ‘We besloten om stichting Jong Noord op te richten, waarmee we een brug willen slaan tussen jongeren en de beleidswereld.’
Rozema en Joustra bruisen van de ideeën. Zo hebben ze al bijna een jongerenpanel opgetuigd. ‘Als een instantie wil weten hoe de jeugd denkt, kan ze het panel raadplegen. Dat gaat laagdrempelig via WhatsApp. Iedereen denkt dat jongeren moeilijk te bereiken zijn. Maar het zit ’m in de vorm. Wie reageert er nog op een enquête via de mail?’

‘Als je hier opgroeit heb je minder kansen dan iemand uit de grote stad’, vindt Rozema. ‘Je moet je bewust zijn van de extra handicaps. Er rijdt nooit een bus, je woont in het armste gebied van Nederland, het opleidingsniveau ligt lager en dan heb je ook nog de gaswinning.’
Volgens Rozema voelen kinderen de spanning bij hun ouders. ‘Ik heb dat zelf ook gehad. Ik was elf jaar oud toen mijn ouders gingen scheiden. Er speelde vast meer, maar de aanleiding was de zware beving in 2012. Er moest zoveel aan het huis gebeuren. Er waren zorgen. Geldstress. Ik dacht dat het mijn schuld was. Daar ga je als kind mentaal zó aan ten onder.’ Sinds die tijd durft hij zich niet meer aan een plek te hechten. ‘Het is misschien zelfbescherming, maar ik heb nooit meer een gevoel van thuis gehad.’
Toch kiest hij er bewust voor om in Appingedam iets op te bouwen. ‘Het gebied heeft veel potentie, want er heerst chaos. Dit is het moment waar­op je dingen kunt veranderen.’ Volgend jaar is Rozema klaar met zijn studie Ondernemerschap en Retail Management aan de Hanzehogeschool. Hij wil zich maatschappelijk blijven inzetten. ‘Je kunt wel comfortabel in je huis blijven zitten, maar je bent nog steeds onderdeel van een gemeenschap. Als je daaraan niets bijdraagt, kom je jezelf ook weer tegen.’
De actie voor een skatebaan is uit de hand gelopen. Na gesprekken met jongeren en jongerenwerkers bleek er ook behoefte te bestaan aan een basketbalveld, pump track, fitness court en een clubgebouw met ruimte voor een jongerencentrum. ‘Zo koppelen we veel dingen aan elkaar. Als het jongerencentrum open is, kan een skater naar het toilet en heeft-ie een kantine. Dit wordt het enige skatepark in Nederland waar hij niet tegen een boom hoeft te plassen.’