Duncan Wijting en Elsa van Dijken leven in wat voor velen nog een verre toekomst is: een aardbevingsbestendig huis.

Geen moment hebben fotograaf Duncan Wijting (65) en zelfstandige Elsa van Dijken (56) getwijfeld over hun verhuizing van de stad Groningen naar het aardbevingsgebied.
In hun hypermoderne huis, vol kunst en design, vertelt Van Dijken: ‘We wilden de stad uit, naar het platteland. Het was belangrijk voor ons om in de provincie Groningen te blijven. Toen kwam deze plek op ons pad.’ Ze gebaart naar de lichte ruimte om zich heen. ‘Het is een prachtig gebied, maar we zeiden meteen tegen elkaar: als we in het aardbevingsgebied gaan wonen, bouwen we een aardbevingsbestendig huis.’
Daar ging wel wat aan vooraf. ‘We hebben acht jaar naar een woning gezocht, maar vonden niets wat bij ons paste’, vertelt Wijting. ‘Toen dachten we: dan moeten we zelf maar iets bouwen. Nog zonder een perceel op het oog te hebben, zijn we naar een architect gestapt. Dat was in 2014. We legden hem onze vier eisen voor: een betonnen vloer met vloerverwarming, geen binnenmuren, een golfplaten dak en de vorm van een huis zoals een kind dat zou tekenen. Na twee flessen wijn vond ook de architect de eisen een goed idee. Vervolgens maakte hij – na veel overleg – een tekening.’
Alsof het zo moest zijn, vonden Wijting en Van Dijken drie maanden later een perceel in Noordbroek. Van Dijken: ‘Chaos . Er stond een huis met twaalf opstallen. Alles was kapot en versleten. Dus zijn we gaan slopen en saneren.’
Toen de architect het perceel zag, raadde hij aan om er twee gebouwen neer te zetten. Wijting: ‘Dat was oorspronkelijk niet onze bedoeling, maar ruimtelijk was het oprecht mooier.’ Het tweede gebouw is van buiten identiek aan het woonhuis en functioneert nu als werkplaats en opslag. Indien gewenst valt er makkelijk een woning van te maken.’
Tevens kocht het stel er een aangrenzend perceel bij. Daarop maakte het een grote tuin. Vanuit het huis heb je daar een schitterend uitzicht op, net als op het weidse Groninger land erachter. De woning heeft aan weerszijden enorme ramen. Daardoor oogt ook het interieur licht en ruimtelijk. Door het gebrek aan binnen­muren kun je het huis nog het best omschrijven als een loft-achtige schuurwoning.
‘De constructie van ons huis is aardbevingsbestendig’, vertelt Wijting. Hij wijst naar de indrukwekkend ogende metalen spanten, waaraan grote kunstwerken van onder anderen Marte Röling hangen. ‘Die spanten zijn eigenlijk hartstikke slap. De hele constructie is licht en vervormbaar. Daardoor kan het geheel meebewegen als de grond trilt. En: geen stenen muren en dus ook geen scheuren.’ Bovendien is het huis vrijwel energieneutraal. ‘Het is optimaal geïsoleerd. We hebben vloerverwarming en zonnepanelen. Ook kunnen we zo overstappen op een warmte­pomp, op het moment dat die voordeliger wordt.’

‘We hebben enorm veel zelf gedaan’, zegt Van Dijken. ‘De bouw van de badkamer, de installatie van de CV en de bekleding van de buitengevels bijvoorbeeld. Het duurt misschien wat langer, maar je waardeert het des te meer. Het scheelde ons de helft van de geraamde kosten. Een deel van de bouw konden we trouwens bekostigen met een nieuwbouwsubsidie.’
Er waren ook problemen. Van Dijken: ‘In de zomer van 2017 was Duncan er even klaar mee en wilde hij de stekker eruit trekken. Met name de omgevingsdienst lag dwars. Moeizame, taaie overleggen. Alles verliep zo traag. Toen begonnen de betrokken instanties elkaar ook nog tegen te spreken. Verschrikkelijk, die bureaucratie.’
Maar het stel zette door en het huis staat er. Wijting: ‘We hebben meteen tegen de architect gezegd: gebruik de tekening van onze woning gerust voor andere nieuwbouwwoningen in het gebied. Inmiddels staat in Luddeweer eenzelfde soort huis en zijn er meer gegadigden. Dit kan de toekomst van het aardbevingsgebied zijn. We moeten echt af van de traditionele bouw, van de rode bakstenen muren. Dan kunnen we voorwaarts in dit gebied.’
‘Kijk, we moeten verder met z’n allen’, benadrukt Wijting. ‘We modderen al tien jaar aan en er gebeurt niets. Of in ieder geval veel te weinig. Er zijn zoveel schrijnende gevallen. Wat mist, is een visie over de toekomst van de ruimtelijke kwaliteit in het aardbevingsgebied.’

Het stel kijkt zelf met veel vertrouwen naar de toekomst. Want een aardbevings­bestendig huis bouwen doe je niet als je geen toekomst in het aardbevingsgebied ziet. Wijting wijst naar een plek bij het raam en lacht. ‘Daar komt mijn kist te staan. Ik ga hier nooit meer weg.’
Van Dijken: ‘Ons glas is halfvol, we zien altijd mogelijkheden. Dat gezegd hebbende, kan ik natuurlijk niet spreken voor mensen die al jaren wachten op hulp. Met de ellende omtrent schadeafhandeling zijn wij zelf niet geconfronteerd. Ik wil daarin niemand tekort doen. Maar ik denk wel dat deze manier van bouwen een springplank naar de toekomst kan zijn.’