Vissers en andere zeelui zijn vrijwel verdwenen uit de haven van Noordpolderzijl. De toeristen die ervoor in de plaats kwamen, kunnen café ’t Zielhoes zijn ziel niet teruggeven.

‘Het was hier altijd feest’,

vertelt Tessa Slager (39) aan de stamtafel van haar café ’t Zielhoes. Haar ogen glinsteren als ze terugdenkt aan de geschiedenis van de zaak, die al vier decennia in de familie is. ‘Dan was er weer een of andere gek met een accordeon en begon iedereen luid te zingen, en konden wij weer niet slapen.’
Het serene, afgelegen Noordpolderzijl heeft officieel de kleinste zeehaven van Nederland. In de jaren negentig, toen Slager een tiener was, lag de haven vol met garnalen- en viskotters en schepen van de Bruine Vloot. De reuring die het havenvolk met zich meebracht, trok nieuwsgierige bezoekers vanuit de hele omgeving. ‘Mijn zussen en ik hingen hier altijd rond, hopend dat er leuke jongens van de boten kwamen.’
’t Zielhoes, Gronings voor ‘sluishuis’, was het hart van deze haven. Toen de sluis in 1981 werd vervangen door een elektrisch gemaal, de dijk aan verhoging toe was en de sluis­wachterswoning overbodig werd, kregen Slagers opa en oma het in handen. Binnen is er niet veel veranderd sinds die tijd: robuuste houten balken aan het plafond, een gietijzeren potkachel (die overigens op gas werkt) en Perzische tapijtjes op de tafels.
‘Toen de sluiswachter hier nog woonde, kon je vanaf de bovenverdieping het Wad zien liggen. Voor de vissers en schippers was het toen al een illegaal cafeetje’, vertelt Slager. En dat werd het alleen maar meer toen haar opa en oma het uitbaatten. ‘Alles wat op boten aankwam, zat hier. Ik wil dat het in die geest doorgaat.’ Maar wat is de geest van ’t Zielhoes nu de visserij afneemt en het toerisme toeneemt?
Het café kwam in 1995 in handen van Slagers moeder Joke van Warners. Toen die in 2008 onverwacht overleed, kwam het op Slagers naam. Ze was 24 en werkte op Schiermonnikoog in de vishandel. Hoewel ze van een afstandje wel betrokken was bij het reilen en zeilen ervan hielden vier trouwe stamgasten de zaak draaiende. Ondertussen liepen er rechtszaken met de gemeente over de bestemming van het pand. De gemeente wilde het huurcontract opzeggen en ’t Zielhoes moderniseren, met een camping en riante accommodatie voor toeristen. De stamgasten en Slager wilden het kleinschalig houden: een pretentieloze ontmoetingsplek, een bruin café zonder poeha.
’t Zielhoes is uiteindelijk in handen van Slager gebleven. Op haar dertigste nam ze definitief het management over en stond ze weer in de keuken en achter de bar. ‘Ik voelde me nog zo’n broekie, ik had geen idee wat ik eigenlijk aan het doen was.’ Een ding wist ze wel: het moest blijven zoals het was.

Uitgestorven

Tegenwoordig slibt de getijdenhaven in Noordpolderzijl langzaam dicht. De vloed voert slib mee naar de vaargeul en dat maakt de aanmeerplaats moeilijk begaanbaar. In grotere havens, zoals die van Holwerd, varen de baggerboten van Rijkswaterstaat dag in dag uit om de geulen vrij te houden. Hier ligt de haven er uitgestorven bij, afgezien van een enkel bootje dat de plek soms nog wel weet te bereiken.
‘Het is niet meer die gezelligheid van toen’, zegt Slager. ‘Nu is er ’s avonds bijna niemand.’ In plaats van schippers komen er nu toeristen. Er lopen fietsroutes en wandelroutes en dagjesmensen komen wandelen op de kwelder en genieten van de verlatenheid van Noordpolderzijl.
Ondertussen zoekt de gemeente Het Hogeland, waar Noordpolderzijl onder valt, een nieuwe beheerder van de camping in Noordpolderzijl. Een camping met camper­plaatsen, trekkershutten en tentplaatsen. ‘Ik heb er gemengde gevoelens bij. Die trekkers­hutten zijn hier al een tijdje, maar het had van mij niet gehoeven’, zegt Slager. Zij doet nu nog het beheer van de camping. ‘Ik hoop dat de nieuwe uitbater iemand wordt die hem ook in de oude sfeer wil laten.’

Het toenemende toerisme heeft voor haar iets bitterzoets. ‘We leven ervan, natuurlijk. Maar de sfeer is veranderd. Als het druk is en ik een bekende op het terras zie, maak ik altijd een praatje, maar dan beginnen andere gasten te sputteren. Mensen hebben minder geduld.’ Maar juist even de tijd nemen, aandacht voor elkaar hebben, is voor Slager de essentie van ’t Zielhoes. ‘Sommigen komen al zo lang, sinds de tijd van mijn opa en oma. Het is een plek die mensen verbindt.’