Industrieel ontwerper Tjeerd Veenhoven bouwde een van de zeven duurzame onderkomens die deze zomer in Veenhuizen staan. Je kunt erin overnachten!

Slapen in een huisje met wanden van lisdodde en miscanthus, op een bed van raaigras en onder je voeten een vloer van gemalen mosselen. In Veenhuizen kun je deze zomer een nachtje stilte boeken in een van de tijdelijke hotelkamers van Veen|Huis|Hotel. Zeven onderkomens gemaakt van lokale en milieuvriendelijke materialen, verspreid door de voormalige landbouwkolonie Veenhuizen. Landschap en geschiedenis komen er samen.

Het is deze zomer tweehonderd jaar geleden dat op de veenvlakte die Veenhuizen toen was een landbouwkolonie werd gesticht. Wezen, bedelaars en zwervers kregen er onderdak en moesten verplicht werken, met name op het land. Zo konden ze hun leven weer op de rit krijgen, was het idee. Veenhuizen was een van de zeven Koloniën van Weldadigheid uit de negentiende eeuw: landbouwkoloniën op grote lappen onontgonnen land, die onderdak boden aan duizenden arme Nederlanders. Zij werkten aan de ontginning van het veen voor turf en verbouwden er aardappels. Hoewel het experiment een nobel streven had – de armoede uit Nederland bannen – waren de leefomstandigheden sober en het werk was hard. 

Om te gedenken dat Veenhuizen tweehonderd jaar bestaat, bedachten kunstenaarscollectief KETTER&Co en hotel-restaurant Bitter en Zoet het project Veen|Huis|Hotel. Daar ga je natuurlijk niet heen om te werken, maar om te ontspannen. Toch zie je iets van de eenvoud van het leven in de landbouwkolonie terug in de hotelkamers van nu.

Boerenkar 

Je kunt er de nacht doorbrengen in De Stroberg – alsof je tussen de strobalen in een boerenschuur slaapt. Of je trekt je terug in De Flierefluiter, een hutje op een boerenkar, alsof je zelf een van de landlopers bent die in een huifkar naar Veenhuizen werden gebracht – alleen dan zonder het gehots op de hobbelige wegen. Of je strijkt neer in A Watershed Moment, een onderkomen gemaakt van vezelgewassen uit de buurt: lisdodde, miscanthus (olifantsgras), mosselen, en riet dat bij elkaar gehouden wordt door wilgentenen. De hotelkamers zijn gemaakt door zowel jonge als gevestigde ontwerpers, kunstenaars en architecten en zijn grotendeels gemaakt van materialen uit de buurt, ofwel geleend van lokale boeren, ofwel in Veenhuizen geoogst. De huisjes zijn zo duurzaam, lokaal en energiezuinig mogelijk. Een waterleiding is er niet, maar je kunt gebruik maken van een composttoilet. 

Biologisch afbreekbaar

In zijn werkplaats in Groningen zit industrieel ontwerper Tjeerd Veenhoven achter zijn naaimachine. Hij manoeuvreert een grote lap dik katoen behendig onder de naald door. ‘Dit wordt een tentdoek, het dak van het huisje’, zegt Veenhoven. De rieten wanden van A Watershed Moment zijn al klaar. Die heeft hij ook hier vervaardigd, met een grote industriële pers: dikke pakken lisdodde, miscanthus en raaigras zijn er samengedrukt tot compacte wanden, met behulp van aardappelzetmeel, dat Veenhoven gebruikt als bindmiddel. Allemaal biologisch afbreekbaar.

Zeven weken geleden werd hij benaderd door KETTER&Co, of hij een overnachtingsplek wilde maken voor het project. Het creëren van nieuwe materialen uit natuurlijke gewassen doet Veenhoven al langer. Hij maakte bijvoorbeeld imitatieleer van palmbladeren en ontwikkelt nu luiers van veenmos. Een huisje van vezelgewassen is hierop een logisch vervolg.

Een vloer van gemalen mosselen

‘Ik ben naar Veenhuizen gegaan om te kijken hoe ik kon reageren op het landschap’, vertelt Veenhoven. ‘Ik wilde het liefst alleen materialen gebruiken die in een kilometer omtrek groeien.’ Dat is hem grotendeels gelukt: het plaatmateriaal voor de wanden van het huisje, het frame van het bed en het kleine tafeltje en de krukjes zijn van verschillende vezelgewassen gemaakt. De zijkanten van het gebouwtje zijn door een bevriende rietdekker bedekt met riet uit de omgeving, en worden netjes bij elkaar gehouden door wilgentenen. De binnenwanden en de slijtlaag op de vloer bestaan uit gemalen mosselen. Die komen weliswaar niet uit Veenhuizen maar uit Zeeland, ze zijn wel biologisch afbreekbaar. 

Het liefst wil Veenhoven dat zijn kleine hotelkamer niet opvalt in de omgeving. ‘Ik wilde iets maken wat een beetje timide was. Iets wat mooi op zou gaan in de rietkraag’. Door het gebruik van de gewassen die in de omgeving groeien heeft het huisje inderdaad een schutkleur. Het mocht ook niet te hoog worden. ‘Ik wilde niet dat het boven het riet zou uitkomen. Alles in Veenhuizen is plat en laag, het is een uitgegraven gebied.’ Daarom heeft hij zijn huisje een uitklapbaar dak gegeven. Het katoenen tentdoek wordt over een stalen frame gespannen en in ingeklapte toestand is het gebouwtje laag bij de grond. Om te zorgen dat de gasten hun telefoon kunnen opladen en ‘s avonds een lichtje hebben, wordt er een wagen met zonnepanelen naast het huisje gezet. 

Met het oog op de toenemende droogte en de klimaatcrisis heeft Veenhoven het huisje ‘A Watershed Moment’ genoemd. ‘Dat verwijst naar het moment dat de dijken doorbreken en er geen terugkeer meer is’, legt hij uit. ‘Het gaat over de bewustwording dat we op een keerpunt zitten. Als ontwerper zit ik met een ethisch dilemmaIk maak een heleboel nieuwe dingen – dus draag ik bij aan het consumeren – en de overconsumptie zorgt juist voor grote problemen in de wereld. Daarom wil ik zo weinig mogelijk schade doen met de dingen die ik maak.’ 

Veenmos

‘We moeten Nederland vernatten’, zegt Veenhoven. ‘Voor de landbouw wordt veel water weggepompt. We moeten vooral ons veenmos nathouden, omdat dat CO2 vasthoudt.’ Daarom is hij dol op materialen zoals de lisdodde. Lisdodde kan goed gebruikt worden als isolatiemateriaal, maar heeft ook een belangrijke functie. Lisdodde neemt stoffen als stikstof en fosfor op, waardoor er meer ruimte is voor veenmos, de biodiversiteit toeneemt en de kwaliteit van het oppervlaktewater verbetert. 

Net als op veel andere plekken in Nederland, bevinden de boeren in de voormalige landbouwkolonie Veenhuizen zich te midden van natuurgebieden. Hoewel Tjeerd Veenhoven nog wel enige obstakels ziet, zoals een gebrek aan bekendheid over de mogelijkheden van deze gewassen, en daardoor een beperkte vraag, ziet hij ook grote mogelijkheden en toekomstperspectief voor de boeren in de omgeving. ‘Eigenlijk is dit hele landschap klaar om weer gebruikt te worden als oogstgebied voor vezelgewassen.’

Tot 30 oktober kun je een van de zeven duurzame onderkomens boeken in Veenhuizen. Meer informatie over het project vind je hier. Boeken kan hier.