In 2012 kochten schaatsers Jan (70) en Ineke (69) Kooiman een woning in Warns. Twee hectare land erbij, het IJsselmeer niet ver weg. Ze doopten hun nieuwe huis Boppeslach, Fries voor buitenkansje.

Het duurde nog zeven jaar voor ze er fulltime konden gaan wonen. Zij was leerkracht op een basisschool in de Krimpenerwaard, hij conciërge op een middelbare school. Ze waren van plan rond hun zestigste te stoppen met werken, maar het verhogen van de pensioenleeftijd haalde een streep door dat voornemen.
Terwijl de Kooimannen nog maar een deel van de week in Warns woonden, verzorgde buurvrouw Hiske de poes en de planten. Als blijk van waardering noemde het echtpaar een van hun drie roodbonte Friezen naar de buurvrouw.

Schaatsers zijn het, Jan en Ineke. Allebei werden ze drie keer Nederlands kampioen op de marathon. Hij reed drie Elfstedentochten, zij twee. De eerste keer in 1985 kwam hij als vierde man over de finish, zij was dat jaar de op twee na beste vrouw. Dat ze editie 1986 moest overslaan omdat ze zwanger was van oudste zoon Erik Jan doet nog altijd zeer. Maar het mooie is wel: Erik Jan werd ook schaatser. Net als zijn vader schreef hij de alternatieve Elfstedentocht op de Weissensee een keer op zijn naam.
Ineke wilde eerst niet weg uit de Krimpenerwaard. Maar Jan was vastbesloten: hij had zijn zinnen gezet op een huis met een flinke lap grond en dat konden ze in Zuid- Holland niet betalen. Ze keken in Drenthe. Ineke heeft er twee broers wonen die hun zus graag in de buurt wilden hebben. Maar ze vonden Drenthe eigenlijk maar saai en ze misten er water. Waar ze nu wonen heb je prachtige kliffen langs het IJsselmeer. En de luchten zijn er altijd blauw, volgens Jan.

Een rondje om het huis. Dertien zwaluwnesten onder de dakgoten. De stal van Hiske en haar kalfjes. De groentetuin, net gesnoeide beukenhagen, een boomgaard met fruitbomen die al vlot vrucht droegen. Een bult werk is het wel, vooral Jan heeft er de handen vol aan. Mocht het zo lopen dat Ineke alleen achterblijft, dan verruilt ze Boppeslach weer voor het westen, waar de kinderen en de kleinkinderen wonen.
Voor nu is het echtpaar Fries met de Friezen. Regelmatig worden ze voor geboren Friezen aangezien. Je moet jezelf geven om in zo’n dorp opgenomen te worden, meent Ineke, die de indruk heeft dat het aardig gelukt is. Zij spreekt de taal, leest Friese boeken. Ook Jan is op les geweest. Hij kan de taal volgen, maar houdt het zelf bij een enkel woordje. Ineke zingt in een koor in een naburig dorp, Jan is diaken van de Protestantse Gemeente in Warns en voorzitter van de Stichting Vrienden van het Eerste Friese Schaatsmuseum in Hindeloopen. In 1991 wijdde dat museum een tentoonstelling aan het schaatsechtpaar. De Kooimannen zijn een begrip. Hoezo anders breide een wildvreemde vrouw die ze ontmoetten op een camping in de provincie spontaan voor beiden een trui met de Elfstedenroute erop?
Binnenkort maken Ineke en Jan hun theaterdebuut. Ze figureren in de musical De Tocht, over de tocht der tochten, die 1 oktober in première ging. In Leeuwarden is voor het spektakel een nieuw theater opgetrokken, met een draaiende ijsvloer. De Kooimannen dachten even dat ze te oud waren om mee te doen, maar doorstonden met glans de auditie.
Vandaag schijnt de zon. Achter de Boppeslach glijden in de verte zeilbootjes door De Morra. Daarginds loopt vijf kilometer van het Elfstedenparcours, wijst Jan. Een klimaatpessimist is hij niet, dus heeft hij alle vertrouwen dat het ooit weer stevig genoeg vriest voor een ‘it giet oan’. Ineke denkt dat zij het niet meer mee gaan maken.

In de rubriek Nieuwe Noorderlingen onderzoekt waargebeurdeverhalenschrijver Ellis Ellenbroek hoe het nieuwkomers in het Noorden vergaat.