Vanachter haar bureau kijkt redacteur Freya Zandstra uit over het platteland van Súdwest-Fryslân. Achter de zomerse plattelandsidylle van zeilboten, kerktorens en fris geschoren weilanden schuilt een kloof.

In de harde wind scheren de zeilboten aan de horizon voorbij, zowel op het meer in de verte als op de poelen dichterbij. Het dorp ligt links, zijn drie kerktorens staan net buiten beeld. Dan de camping tussen de bomen en verder rietgedekte vakantievilla’s, weilanden en boerderijen. In een van de boerderijgebouwen zit een zeilschool, een andere wordt door meerdere gezinnen bewoond. Bij een derde is de grootste stal van het dorp aangebouwd en bij weer een andere staat een stacaravan op het erf als onderdak voor de volgende generatie. Daartussenin zeilen de bootjes.

Privilege

Het uitzicht vanachter mijn bureau vertelt het verhaal van de kloof tussen stad en platteland, tussen oude rechten en nieuwe verworvenheden, tussen traditie en vooruitgang. Dit dorp ademt nog zijn bijzondere geschiedenis van Súdwest-Fryslân, van visserij en melkveehouderij. Van de vissershuisjes aan de kade wordt echter nog maar één permanent bewoond. De rest is vakantiewoning geworden.
Tussen die huisjes en het meer ligt het vroegere bungalowpark. Inmiddels zijn de bungalows vervangen door kapitale villa’s. De mooiste plekken van het dorp zijn maar een paar maanden per jaar bewoond – door mensen die op een andere plek nog een huis hebben, vermoedelijk niet in een kansenwijk.

Bij de komst van de villa’s stribbelden omwonenden nog wel tegen: kon er niet een wandelpad langs de oever komen? Nee, was het antwoord, dat zou de waarde van de woningen aantasten, dus – jammer, jammer – de bewoners konden alleen nóg via het strandje bij hun meer komen.
Toen vorig jaar op het terrein van de camping nog zeventien kapitale vakantievilla’s kwamen, brak onder de jonge dorpelingen protest los. 125 bewoners protesteerden met een handtekening tegen de villa’s. Voor hen is al jaren geen huis binnen bereik. Ze staan lange tijd op de wachtlijst van de woningbouwvereniging of worden keer op keer overboden door bieders van buiten. Dat terwijl voor de vastgoedinvesteerders de mooiste plekjes van het dorp klaarliggen.
Maar bestemmingsplantechnisch was alles in orde, en de vakantievilla’s stonden er binnen één winter. Om een haven in het wijkje te kunnen graven, moest het hele terrein daarvoor wel op polderdijkhoogte worden gebracht, waardoor de huizen nu op een terp in het landschap staan. Uitzicht is hét privilege geworden, net als het voorrecht je niets aan te trekken van jouw invloed op het uitzicht van anderen.
Over nieuwe sociale woningbouw tegenover het voetbalveld wordt ondertussen al meer dan twintig jaar gepraat. De lokale woningmarkt is overvraagd en zit compleet op slot. Jeugd die niet wegtrekt voor werk of studie, blijft lang bij heit en mem of zoekt oplossingen in tiny houses en caravans.

Import

Een watersportdorp als het onze trekt van oudsher veel import. Dat is sterk bepalend geweest voor het open, vrijdenkende, niet-benauwde karakter ervan. Watersporters zijn leuke mensen die waarde hechten aan het landschap. De import bracht moderne denkwijzen met zich mee en daar lijkt niemand mee te zitten – op klachten na dat je tegenwoordig lang niet iedereen meer kent in eigen dorp.
Dit dorp is een van de proeftuinen in Nederland voor aquathermie: een proef om middels een leidingnet met warmte uit het meer de huizen te verwarmen. Het project heeft een coöperatieve opzet, zodat de opbrengsten terugvloeien naar de gebruikers. De proef drijft op het enthousiasme en de kennis van mensen die voor het merendeel niet in dit dorp geboren zijn.
Dit is geen dorp van wij en zij. Daarvoor zijn we al te lang gewend aan gasten en handelscontacten van elders. Als hier een helikopter overkomt, dan weten we dat de koninklijke bootjesbouwer weer een klant mag verwelkomen. Van al die bezoekers leven we hier goed.
En toch schuurt het. Hoezo vertelt die import ons hier nu dat we van het gas moeten? Miljoenen in een warmwaternet: dat klinkt als luchtfietserij. En vervolgens blauwbekken omdat de houtkachel ook al niet meer aan mag. Leg anders vooral nog even uit hoe slecht het gaat met de natuur en het klimaat. En dat een mosje op vijftig kilometer afstand de hele streek stikstofgevoelig maakt met alle consequenties van dien. Het voelt alsof alle lasten – van de energietransitie, de woningcrisis, de voedselinflatie tot aan stikstof – wel op jouw bordje belanden, maar de lusten – wonen met uitzicht, toegang tot het water en genoeg inkomen voor een bewuste leefstijl – aan je voorbij gaan.

Het S-woord

Soms zie je ze fietsen in het dorp: nieuwe bewoners met een mooie rieten mand vol lokale boodschappen aan het stuur, verrukt van de rust en de ruimte en hoe gezellig zo’n dorp is, gebruind van de tochtjes met de sloep. De plattelandsidylle in levende lijve. Het S-woord mijden ze angstvallig en over die omgekeerde vlag zul je ze ook niet horen, wat ze er ook van vinden.

Maar het stikstofdossier is een tikkende bom onder deze idylle – en onder het vreedzame samenleven van boeren en burgers in onze streken. Zoals het stikstofdrama het resultaat is van niet-handelen, zo zijn alle crises die de saamhorigheid in onze dorpen bedreigen het gevolg van bestuurlijk niet-handelen. Dit door niet uit te spreken hoe een duurzame, dieren natuurvriendelijke landbouw eruit moet zien, maar banken, zuivelgiganten, boeren en andere belanghebbenden de touwtjes in handen te geven. Door niet uit te spreken hoe de ruimte in een dorp beschikbaar moet zijn als publieke ruimte, maar projectontwikkelaars de mooiste stukken te laten volbouwen. Door geen leiding te geven aan de energietransitie en die betaalbaar te maken voor iedereen. En de bom aller bommen onder ons bestaan: door geen klimaatbeleid op te stellen.
Is bestuurlijk handelen debet aan de kloof tussen stad en platteland en binnen de verschillende geledingen op het platteland? Het is eerder dit niet-handelen dat de kloof veroorzaakt.

De mooiste plekken van het dorp zijn maar een paar maanden per jaar bewoond

Met de Lelylijn heeft de Noordelijke politiek de kans een aantrekkelijk stukje daadkracht tentoon te spreiden. Wie zou nu niet willen zeggen dat hij of zij de ontsluiting van het noorden per trein mogelijk heeft gemaakt? Binnen een uur van Drachten naar Amsterdam mag echter buitengewoon aanlokkelijk klinken, deze verbinding zal ook meer concurrentie op de woningmarkt en meer recreatieve druk op kwetsbare gebieden met zich meebrengen. Als dan de gaten in het beleid voor ruimtelijke ordening, natuur, landschap en landbouw niet gedicht zijn, dreigt een deel van onze samenleving nog verder in de verdrukking te raken.
Niet-handelen is ook handelen, met een griezelig diepe kloof tot gevolg. Het uitzicht vanachter mijn bureau is in dat licht ook een privilege, een gezegende plek om over het randje te kijken en met weke benen van de diepte weer de veiligheid te kiezen. Eindelijk schijnt de zon weer. Alles wat varen kan, is op het water. In het rietgedekte villlawijkje meren de recreanten hun nieuwe sloepjes aan bij huis. De stille poelen, waar voorheen vooral gezeild, gekanood en gesupt werd, zijn een beetje minder stil geworden. Deze nieuwe gasten genieten onmiskenbaar van dit stukje dromerig mooi Friesland. Is dat erg? Wie zal het zeggen? Maar de roerdomp die op stille zomeravonden toeterde in het riet, die horen we al een tijdje niet meer.