Volgens antropologe Eelke Lenstra (28) laten wolven ons voelen waar onze omgang met de natuur wringt. De dieren lijken zich niets aan te trekken van de scheiding tussen cultuur en natuur. Herders, schapen en honden wezen haar op een toekomst waarin samenleven met de wolf mogelijk is.

Nu de natuur zo onder druk staat zou je denken dat we gezamenlijk vieren dat een sleutelsoort als de wolf na 150 jaar weer terug is. Temeer omdat we inmiddels weten wat zijn aanwezigheid kan betekenen voor natuurherstel. Wat veroorzaakt dan toch de grote polarisatie als het gaat om wolven? Als antropoloog in de dop wilde ik hier meer over weten.
Daar ging ik met mijn koffertje naar het gebied waar zich in Nederland de meeste wolven bevinden: de Veluwe. Ik was vastberaden om drie maanden lang veldwerk te verrichten voor mijn afstudeeronderzoek. Ik ging onderzoeken hoe de terugkeer van de wolf menselijke en niet-menselijke relaties op de Veluwe verandert. Om dit te kunnen onderzoeken heb ik drie maanden lang samengeleefd en -gewerkt met allerlei mensen en nietmensen die op wat voor manier dan ook te maken hebben met wolven op de Veluwe.
De Veluwe is een gebied waar, net als in Noord-Nederland, allerlei spanningen samenkomen vanwege tegengestelde belangen tussen natuur en landbouw. Vanaf de twintigste eeuw hebben de industriële ontwikkelingen een kritieke invloed op de Veluwse natuur. Naarmate de bevolking groeide en ideeën over ‘welvaart’ terrein wonnen, nam ook de vraag naar vlees- en zuivelproducten toe. Boeren breidden hun veestapel uit en de uitvinding van kunstmest leidde tot een ongelooflijke toename van de landbouwproductie op de Veluwe, waardoor heidevelden met een hoge variatie aan soorten werden omgezet in monotone landbouwgronden.

Invloed

Gelukkig draait niet alles op de Veluwe om industrie. Meerdere natuurorganisaties beheren de beschermde bossen en heidevelden. Bij mijn aankomst op de Veluwe trof ik een indrukwekkend, maar ecologisch beschadigd landschap aan, dat is onderverdeeld in grote agrarische gronden enerzijds en beschermde natuurgebieden anderzijds. Voor mensenogen zijn de verschillen tussen de twee onmiskenbaar, voor andere soorten wellicht wat minder. Neem nou de wolf. Wolven migreren door de Veluwse bossen, heidevelden, dorpen of weilanden en doorkruisen daarmee allerlei mensgemaakte grenzen tussen wat als natuur en wat als cultuur wordt gezien. Zij komen tal van andere soorten tegen waaronder een scala aan planten, schimmels, insecten, vogels en reptielen. Ook zoogdieren maken daar deel van uit, zoals herten, wilde zwijnen, boeren, schapen, toeristen, boswachters, koeien, honden en schaapherders.
In mijn geval leek het onderzoeken van alleen de menselijke groep – wat voor de hand ligt als je antropologie studeert – daarom te beperkt. De aanwezigheid van wolven heeft invloed op vele soorten. Herten en zwijnen verplaatsen zich meer en houden hun kop vaker omhoog, waardoor verschillende soorten planten meer kans krijgen om te groeien.
Mensen die dagelijks in dit gebied rondlopen, zoals jagers, boswachters en schaapherders, ondervinden op hun beurt de effecten hiervan. Jagers hoeven geen verzwakte herten en zwijnen meer af te schieten om de populatie in te dammen, dat regelt de wolf nu voor ze. Boswachters merken op dat de kuddes wild kleiner en gemengder worden en zich meer verspreiden. Ik wilde kijken naar deze samenhang tussen mensen en andere soorten. Daarom wilde ik observeren en ervaren hoe mensen zich in hun dagelijkse activiteiten met wolven bezighouden.

Grenzen

Waar voor sommigen de komst van wolven het kroonstuk is van jarenlang natuurbeleid, betekent het voor anderen niets anders dan een bedreiging van hun inkomen. Milieufilosoof Martin Drenthen stelt dat de aanwezigheid van de Europese grijze wolf in West-Europa het meest omstreden voorbeeld is van ‘de terugkeer van het wild in het Antropoceen’. Bepalen waar een wolf wel of niet mag leven om veilig te stellen wat gedomesticeerd (cultuur) is, is een goed voorbeeld van binair redeneren. Binair denken helpt ons om orde en overzicht te scheppen, dan voelen we ons veilig, maar een gezonde planeet houdt zich niet aan de tweedeling wild-gedomesticeerd of natuur-cultuur. Een ecosysteem is een netwerk van relaties tussen organismen die op elkaar zijn ingespeeld en diep met elkaar verbonden zijn.

Wolven komen allerlei zoogdieren tegen, zoals herten, wilde zwijnen, boeren, schapen, toeristen, boswachters, koeien, honden en schaapherders

Mensgemaakte grenzen belemmeren die verbondenheid. Dat verschillende wolven nu ook in Nederland zich weinig aantrekken van onze denkbeeldige en fysieke grenzen tussen natuur en cultuur, heeft ze er niet populairder op gemaakt. De kranten staan er vol mee. Beelden van levenloze, half aangevreten schapen. Met daaronder toelichting van radeloze boeren. Zijn we eigenlijk wel bereid om weer met een soort als de wolf samen te leven?

Prioriteit

Op de Veluwe sprak ik boeren die het niet eens zijn met de beschermde status van de wolf en het lastig vinden om aan tegenstrijdige eisen te voldoen. Terwijl aan de ene kant mondiale marktwerking blijft aandringen op uitbreiding en productie tegen zo laag mogelijke kosten, worden boeren aan de andere kant onder druk gezet door allerlei milieumaatregelen. Het drukt hen in een hoek waaruit geen ontsnappen mogelijk lijkt. Boeren, die net als de dieren gevangen zitten in een systeem van opschalen en intensiveren, kunnen hun schapen niet goed beschermen en zien de wolf vooral als misplaatst en als nog een beperkende factor. De goedwerkende maatregelen om schapen te beschermen tegen wolven zijn amper uitvoerbaar in de huidige schapenindustrie. Daar zijn de kuddes te groot en de marges te laag voor.
Naast boeren trokken ook schaapherders mijn aandacht, nadat ze eerst al mijn vooroordelen van tafel veegden. Want het bleek dat juist de mensen die de meeste kans hebben om wolven tegen te komen, openstaan om het gebied te delen met deze dieren. De kudde van schaapherder Simon begraast de heide om de biodiversiteit in het gebied te verbeteren. Hij zegt: ‘We hebben meteen actie ondernomen toen we hoorden dat er wolven in dit gebied waren. Het was een hele investering om het wolf-bestendige hekwerk te plaatsen, maar het is het waard. Zo kunnen we ons werk op de heide blijven doen.’
Schapen, honden en herders verlaten elke ochtend hun kooi om over de heide te scharrelen. Door de heide te begrazen, verminderen schapen het overwoekerende gras dat het gevolg is van een teveel aan stikstof. Voordat de avond valt, keren ze terug naar hun nachtverblijf. Meestal is dat een van de omheinde ruimtes waar de schapen kunnen overnachten. De komst van de wolf vroeg om een aanpassing in het herdersvak. De herders hebben niet alleen de hekken vervangen, maar ook hun dagelijkse werkzaamheden en kuddesamenstelling aangepast. Waar het kan, nemen grotere kuddebeschermingshonden het werk over van de kleine bordercollies. Het wolfbestendige hekwerk staat onder stroom. Om ervoor te zorgen dat dit goed blijft werken, controleren de herders het iedere dag op gaten en maaien ze het gras dat tegen de draad rond de hekken groeit. Soms wordt dit gedaan door vrijwilligers en wordt het beschermen van de schapen een teamprestatie.

Schapen hoeden in een gebied waar wolven actief zijn, is dus een arbeidsintensieve bezigheid.
Het is niet efficiënt en veel te kleinschalig om mee te kunnen doen aan de concurrerende wereldmarkt. Maar het is juist deze kleinschaligheid die de co-existentie met wolven mogelijk maakt en ervoor zorgt dat zowel wolf als herder hun belangrijke werk in het herstellen van de Veluwse natuur kunnen voortzetten. Wat herders in staat stelt om te anticiperen op de aanwezigheid van wolven en daarnaar te handelen, is dat zij minder afhankelijk zijn van marktwerking dan industriële schapenhouders. Een vetpot is het salaris van een schaapherder niet, maar enige financiële ondersteuning van de gemeente of andere organisaties vervangt wel de enorme focus op productie en economisch gewin. Het stelt herders in staat om prioriteit te geven aan het welzijn van de niet-menselijke natuur.

Samenleven

Het gaat (nog) niet goed met de Veluwse natuur, maar tijdens mijn onderzoek ben ik verschillende mensen tegengekomen die zich dagelijks inzetten om de natuur in het gebied vooruit te helpen. Het werd mij duidelijk dat wolven het huidige industriële systeem uitdagen – een systeem van uitbuiting dat gebaseerd is op de tweedeling natuur-cultuur en dat wordt aangedreven door marktwerking. Wolven zetten ons aan het denken over de positie van de mens in een meersoortige wereld. Een wereld die functioneert als een complex, diep verbonden, netwerk. Wanneer we dus werkelijk ecologisch herstel willen, dan zullen we moeten leren samenleven. Ook met wolven. Dat is geen makkelijke opgave, maar gelukkig zijn er herders, schapen en honden om ons de richting te wijzen.

Naam Eelke Lenstra
Woonplaats Groningen
Geboortedatum 27-07-1995
Studierichting Cultural Anthropology – Sustainable Citizenship
Waarom voor deze studie gekozen Als sociaal werker werd me duidelijk hoe belangrijk culturele context is voor het gedachtegoed van mensen. Tegelijkertijd maakte ik me zorgen over onze planeet en de positie die de mens daarin inneemt. Het kiezen van een master antropologie – de wetenschap van mens en cultuur – bleek het antwoord te zijn op de vele vragen die ik had.
Ik ben het liefste bezig met Als ik kon kiezen, was ik de hele dag buiten. Maar wat werk betreft zet ik ‘FIXbrigades’ op in Noord-Nederland om energie-ongelijkheid tegen te gaan. Buurtbewoners helpen daarbij andere buurtbewoners met het energiezuiniger maken van hun huis. Verder werk ik als vrijwilliger bij het Centrum voor DierMens Studies.

In Student & scriptie geeft Noorderbreedte een podium aan afstudeerscripties die interessante of prikkelende thema’s behandelen.