De makelaar gaf hoog op van de bestrating achter het huis dat Anne van den Hul (45) en haar man Geert in 2012 kochten. Het stond in de Groningse, kinderrijke wijk De Hunze.

Anne, die zwanger was, wilde hier graag wonen. In de tuin vol tegels en klinkers – alleen een grondstrookje naast de schutting – kon de kleine straks heerlijk spelen, verzekerde de makelaar.

Zal wel, dacht Anne. ‘Ik had nog geen kind, dus ik nam aan dat het waar was.’ Maar de ‘tegelweide’ viel flink tegen. Aan de straatkant konden kinderen veel fijner spelen. En in De Hunze, met zijn robuuste architectuur, was al meer beton dan Anne lief was. ‘Al die muren, overal. Ik zag het later pas. Als je voor het eerst een echt huis koopt, ben je zo onder de indruk dat je sommige dingen niet ziet.’ Vroeger thuis hadden ze een grote tuin met een fruitgaard. ’s Zomers zat Anne op het gras. Heerlijk koel. De tegelweide was meer een kookplaat. Smoorheet. En dat stenen makkelijk in onderhoud zijn, …