De huidige plannings- en ontwerppraktijk worstelt in haar omgang met het landelijk gebied met een identiteitscrisis. Wie de uitkomsten van de Nieuwe Kaart van Nederland in het noordelijk landsdeel overziet en vervolgens de moeite neemt om enkele ingekleurde vlakken tot op het planniveau te bekijken, komt al snel tot de conclusie dat samenhang in een ruimere context ontbreekt en dat men nauwelijks heeft gezocht naar aansluiting bij de regionale identiteit. De plannen lijken in zichzelf gekeerd en soms het resultaat van een willekeurige 'landing'. We worden geconfronteerd met de gevolgen van een sectorale planningstraditie die het landschap thematiseert en fragmenteert, terwijl regionale identiteitsdragers worden genegeerd. Nieuw Nederland begint op zichzelf te lijken en wordt, als we niet oppassen, een optelsom van themaparken en 'eco-dromen'.

Het gefragmenteerde landschap
Het gebrek aan regionale samenhang in de planvorming is vooral ook een gevolg van de bestuurlijke versnippering en de concentratie van bevoegdheden op het laagste, uitvoerende niveau. Een herverkaveling van verantwoordelijkheden en samenwerking in regionale verbanden is een eerste voorwaarde in de strijd tegen het gefragmenteerde landschap. Maar daarnaast moet een oplossing worden gezocht voor de ‘ontstreking’ van ontwerp en vormgeving. Deze is vaak het gevolg van vakinhoudelijke eenkennigheid die een vruchtbare kruisbestuiving tussen elkaar aanvullende vakgebieden in de weg staat. Belangrijk is ook dat we meer greep krijgen op de inhoud van ‘regionale identiteit’ en de betekenis ervan voor het ontwerpen op regionaal niveau.
Modernisering en mondialisering …