Soms wil je de toekomst duister inzien. Niet warmrood of goudgeel of lichtblauw. Niet fonkelend, glimmend, spiegelend. En ook niet van glas. Overdag niet en ‘s nachts evenmin. Als je in Oudeschip woont bijvoorbeeld. Aan de Molenweg, de Derk Luddesweg of aan het eerste stukje van de Buitenweg. Daar kun je wonen in Oudeschip. Of aan de Dijkweg. De Dijkweg die, hoe kan het ook anders, langs de dijk loopt. De dijk tussen de handvol huizen en de Oostpolder, de Oostpolder tussen de dijk en de Eemshaven. Helder en overzichtelijk.

Op die dijk kun je staan en uitkijken over de wereld. Dan zie je een ferme akker van gezonde klei en achter die akker een energie-centrale in aanbouw. Je ziet loodsen en hallen, kranen en hoge bulten aarde. Beweeg langzaam het hoofd van rechts naar links en in één beweging tel je zeventig loom wiekende windmolens. Tuur scherper naar de verte en je komt wel tot honderd.
Kon je nog scherper turen: Waddenzee, Noordzee, Atlantische oceaan. Een wijde blik verruimt het denken.
 Het uitzicht is niet meer wat het geweest is. Maar ja, waar is een uitzicht dat wel? ’s Nachts schijnt er de laatste jaren licht aan de moderne einder. Licht dat nooit uitgaat. Ja, een enkel lampje misschien. Maar dan komen er gauw mannen met een ladder en een nieuw peertje en dan doet het licht het weer. Toch zeg je ‘…

Trefwoorden